Week 1 Introductie EU-recht directe belastingen
Begin EU-verdragsvrijheden (primair EU-recht)
Hoorcollege
Introductie EU-recht directe belastingen
De EU heeft als doelstelling om obv de gemeenschappelijke sociale en economische
waarden van de lidstaten het welzijn van de volkeren van de Unie te bevorderen. Hiervoor is
onder meer de interne markt (een gemeenschappelijke markt zonder binnengrenzen
waarbinnen eerlijke en vrije mededinging mogelijk is) tot stand gekomen.
Discriminatie: een verschil in behandeling naar nationaliteit of (fiscale) woonplaats.
Belemmering: een verschil in behandeling obv de investerings- of arbeidslocatie/-richting.
Dispariteit: marktverstoringen die het gevolg zijn van de verschillen tussen hun
belastingsystemen. Deze beïnvloeden de opgelegde belastingdruk en daarmee de
beslissing om al dan niet over de landsgrenzen van een lidstaat te bewegen om in een
grensoverschrijdende omgeving economische activiteiten te ontplooien. De lidstaten beogen
de verstoringen in de werking van de interne markt door dispariteiten weg te nemen door
hun belastingsystemen onderling af te stemmen, bv dmv richtlijnen.
Belemmering: het gaat om een verschillende fiscale behandeling van een belastingplichtige
door een lidstaat aan de hand van een locationeel kenmerk van de inkomstenbron van deze
belastingplichtige. Hij wordt dan anders behandeld vanwege de geografische plaats van zijn
inkomstenbron of de richting waarin hij zijn economische activiteiten beweegt. Het gaat
hierbij vaak om situaties waarbij de binnenlander die naar het buitenland gaat om daar
economisch actief te worden, door de lidstaat anders wordt behandeld dan de binnenlander
die thuis is gebleven en alleen binnen het grondgebied economisch actief is.
Gelijkheidsbeginsel: directe belastingen moeten op zo’n manier worden geheven dat
gelijke gevallen dezelfde fiscale behandeling krijgen.
Neutraliteitsbeginsel: binnenlandse en grensoverschrijdende bedrijfsprocessen, de inzet
van productiefactoren, de levering van goederen en verrichting van diensten in de
belastingheffing moeten zo min mogelijk verstoord worden.
Primaire bronnen van Unierecht:
•Oprichtings- en wijzigingsverdragen
- o.a. EG-verdrag, Verdrag betreffende de Europese Unie, Verdrag van Amsterdam,
Nice, Lissabon
- Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
•EU-richtlijnen
•EU-Verdragsvrijheden
•Verbod op staatssteun
Doorwerking van Unierecht:
•Rechtstreekse toepasselijkheid
- Unie-recht: werkt zelf door/is rechtstreeks toepasselijk (Van Gend & Loos)
- Unierecht staat boven al het nationale recht, oa de Grondwet!
•Voorrang
1
, - Costa/ENEL: Unie-recht heeft voorrang boven nationaal recht.
•Rechtstreekse werking
- Particulieren (alles wat niet de overheid is) kunnen rechten inroepen
- Echt recht
- Toetsingsrecht
Voorwaarden directe werking:
•Bepaling moet aan particulieren rechten verlenen
•Voldoende nauwkeurig (Becker-arrest; btw)
•Onvoorwaardelijk (implementeren zoals het in de richtlijn staat)
ALLE verdrag vrijheden hebben directe werking! Je kan dus als particulier er tegen de
overheid een beroep op doen. De EU-verdragsvrijheden en de EU-richtlijnen op het gebied
van de directe belastingen hebben rechtstreekse werking.
Er bestaat GEEN omgekeerde directe werking!
•De overheid mag hier dus geen beroep op doen, mag een richtlijn niet tegen een burger
inroepen. Dus niet door een lidstaat, tegen een particulier.
•Kolpinghuis
•Overheid (de inspecteur) kan geen beroep doen op directe werking van EU-recht
- Kan niet argumenteren: belastingvrijstelling is in strijd met recht van vestiging
- Echter belangrijke uitzondering: sinds 26 februari 2019
- Deense beneficial ownership zaken (zaak C-115/16): overheid moet
een beroep doen op het EU beginsel betreffende verbod op misbruik
van recht als misbruik van EU-recht. Als je dividend uitkeert binnen
Europa mag daar namelijk geen dividendbelasting over worden
geheven;
- Zelfs als er geen anti-misbruikbepaling in nationaal recht staat
EU Harmonisatie directe belastingen-I
•Lidstaten hebben soevereiniteit op gebied van de directe belastingen (veto-recht mbt fiscale
maatregelen). Kunnen fiscale dossiers tegenhouden.
•Richtlijnen:
- Moeder-dochterrichtlijn:
- Geen bronbelasting en vrijstelling/verrekening op EU
grensoverschrijdend dividend (college week 3). Deze richtlijn beoogt
binnen de vennootschaps- en dividendbelasting economisch
enkelvoudige belastingheffing te bereiken over ondernemingswinsten
die betrokken vennootschappen als dividend aan hun
aandeelhouder(s) uitdelen.
- Fusierichtlijn:
- Fusies- verplaatsing zetelvennootschap zijn belastingvrij. Deze richtlijn
beoogt grensoverschrijdende reorganisaties van bedrijven binnen de
interne markt, behoudens misbruiksituaties, te faciliteren indien in dat
verband (nagenoeg) geen geld vrijkomt. De richtlijn voorziet in feite in
een doorschuifregeling bij grensoverschrijdende fusies en splitsingen.
- Rente & Royalty richtlijn:
2
, - Geen bronbelasting heffen op bepaalde rente en royalties. Deze
richtlijn beoogt binnen de sfeer van de Vpb en de bronbelastingen
juridisch enkelvoudige belastingheffing te bereiken tav uitgaande
interest- en royaltybetalingen tussen verbonden ondernemingen van
verschillende lidstaten. Rente: rentebetalingen op geldleningen.
Royalty’s: vergoedingen voor het gebruik van intellectuele rechten en
voor het (recht van) gebruik van industriële, commerciële of
wetenschappelijke uitrusting.
EU Harmonisatie directe belastingen-II
•Anti-belastingontwijking richtlijn (Anti-Tax Avoidance Directive – ATAD) (week 3)
- Implementatie van anti-Base Erosion and Profits Shifting (BEPS) regels:
- Interest aftrekbeperking: maximeert de aftrek van een door een
belastingplichtige betaalde nettorente tot 30% van zijn brutowinst.
- Exitheffing: schrijft eindafrekening over stille reserves die worden
onttrokken aan de heffingsjurisdictie van een van de lidstaten voor. De
lidstaat waaruit wordt vertrokken moet een exitheffing opleggen en de
ontvangststaat dient een step up te verlenen.
- Algemene anti-misbruik bepaling (GAAR: General Anti-Tax Avoidance
Rule). Verplicht lidstaten om misbruik te bestrijden, ook in
binnenlandse situaties! Evt moet de HR zaken naar het HvJEU
brengen.
- CFC regel (Controlled foreign corporations): het voorkomen van het
zetten van dochtervennootschappen in laagbelaste landen door grote
multinationals, door winsten te belasten in de huurlidstaat.
- Hybrid mismatches: in de praktijk zijn er allemaal slimme mismatches
benut tussen rechtsstelsel.
•Belasting
- Belasting Arbitrage richtlijn
EU Harmonisatie directe belastingen-III
- Wederzijdse bijstandsrichtlijn (onderlinge uitwisseling van informatie): geldt voor alle
directe belastingen.
- Tax rulings uitwisseling
- Mandatory disclosure – potentially aggressive tax planning schemes (DAC 6)
- (public) Country-to country-tax reporting for multinationals: multinationals moeten
informatie publiekelijk maken over hun fiscale positie.
- Tax Reporting for Online Platforms (DAC7): online platformen moeten informatie aan
de overheid verstrekken.
- Invorderingsrichtlijn
EU Harmonisatie directe belastingen-IV
Toekomst
- Zie: Communication: Business Taxation for the 21st Century: EC zet de regels uit die
zij de komende tijd willen publiceren.
- Unshell-Directive (voorstel: 22 December 2021)
- EU GloBE Rules (minimum taxation – OECD Pillar 2) (voorstel: 22 December 2021):
alle multinationals moeten 15% belasting betalen.
3
, - Debt Equity Bias Reduction Allowance (DEBRA): er geldt aftrek bij financiering met
vreemd vermogen, voorstel is ook een aftrek voor eigen vermogen.
- Digital service Tax (?): grote digitale ondernemingen worden niet (genoeg) belast,
maar hebben wel Pillar 2.
- Business in Europe: Framework for Income Taxation (BEFIT)
De rechtstreekse werking van een richtlijn kan alleen verticaal opwaarts (particulier tegen
overheid) van toepassing zijn. Een richtlijn kan niet omgekeerd verticaal (door overheid
tegen particulier), noch horizontaal (particulier tegen particulier) worden ingeroepen.
De EU-Verdragsvrijheden
De EU-Verdragsvrijheden
- Algemene reis en verblijfsrecht (burger van de Unie) (art. 20/21 VWEU).
- Vrije verkeer van goederen (art. 28 VWEU, e.v.).
- Vrije verkeer van personen:
- Recht van vestiging (art. 49 VWEU).
- Vrije verkeer van werknemers (art. 45 VWEU).
- Vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU).
- Vrij verkeer van kapitaal en betalingen (art. 63 VWEU):
- Kapitaal en betalingen: ook met niet-EU (derden) landen.
‘The four freedoms’.
Stappen:
1. Wordt er gebruikgemaakt van het vrije verkeer (toegang/welke vrijheid?)?
- Personele werkingssfeer:
- Op wie van toepassing? Natuurlijke personen en vennootschappen moeten
de nationaliteit hebben van een van de lidstaten. Art. 54: vennootschappen.
- Geografische werkingssfeer:
- Waar spelen de activiteiten zich af? Worden er grensoverschrijdende
activiteiten verricht binnen het grondgebied van de EU? Puur binnenlandse
situatie = geen beroep op de verdragsvrijheden, want daarvoor moet het
grensoverschrijdend zijn.
Uitzondering voor kapitaalverkeer! Dit heeft derdelandwerking en niet-EU-onderdanen
kunnen zich hier dus ook op beroepen.
- Materiële werkingssfeer:
- Welke vrijheid?
2. Is er sprake van discriminatie/belemmering van de Verdragsvrijheden?
3. Zijn er rechtvaardigingsgronden/dwingende redenen van algemeen belang om het
vrije verkeer te belemmeren? (Zijn fundamentele vrijheden van groter belang dan
nationale vrijheden?) en zijn deze geschikt en proportioneel?
Het Hof kijkt bij de 2e vraag of de verstoring in de werking van de interne markt het gevolg is
van een door de lidstaat opgeworpen discriminatie of belemmering. De verdragsvrijheden
bieden alleen bescherming als de marktverstoring wordt veroorzaakt door de werking van
het belastingsysteem van één lidstaat en niet als de verstoring wordt veroorzaakt door
onderlinge verschillen tussen belastingsystemen van twee of meer lidstaten. Om deze
dispariteiten weg te nemen, moeten lidstaten hun belastingsystemen onderling afstemmen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur soofssamenvattingen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.