Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Luister je wel naar míj? - Dr M.F. Delfos - 2020 €9,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Luister je wel naar míj? - Dr M.F. Delfos - 2020

 4 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document is een zelfgeschreven samenvatting van het boek Luister je wel naar míj? van dr Martine F. Delfos, de versie uit 2020. Dit boek gaat over gespreksvoering met kinderen van 4 tot 12 jaar. Ik had dit boek nodig voor het vak Het kind in zijn systeem.

Aperçu 2 sur 14  pages

  • Oui
  • 25 janvier 2024
  • 14
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hoofdstuk 1. Inleiding: Luister je wel naar mij?
De dominantie van taal
Hoe jonger het kind, des te onhandiger volwassenen zich lijken te voelen in gesprek met kinderen. Zeker
wanneer het om moeilijke of pijnlijke onderwerpen gaat. Voor het kind geldt dat niet minder. Hoe jonger het
kind, des te vreemder de communicatie met volwassenen vaak voor hem of haar is.
Niet iedereen heeft dezelfde talige talenten, en niet iedereen krijgt dezelfde mogelijkheden aangeboden om taal
te ontwikkelen. Er zijn ook verschillen aan te geven tussen jongens en meisjes. De taalontwikkeling bij jongens
verloopt vaak trager.
Kinderen zijn bijzonder sensitief ingesteld op hun omgeving en begrijpen situaties van daaruit al lang voordat er
woorden bij horen. Ze ontvangen de woorden uit hun omgeving vanuit deze sensitiviteit voor situaties en
koppelen hun begrip van de situatie aan de woorden die ze horen. Voor kinderen, zeker jonge kinderen, zijn
beelden erg belangrijk en hebben een grote communicatieve waarde.
Er bestaat een sensitieve periode voor taal waarbinnen het kind op taal gericht is en waarin het deze taal
vloeiend leert beheersen. Deze periode loopt van de geboorte tot ongeveer 7 jaar. Vervolgens is er een
sensitieve periode voor het verfijnen van taal. De capaciteit tot het leren communiceren met behulp van taal is
enorm groot, maar het moet wel de gelegenheid krijgen om ontwikkeld te worden.
Communicatie met kinderen vraagt speelsheid en het loskomen van vaste patronen. Praten met kinderen vergt
ook het afleren van onmacht en angst om deel te nemen aan fantasieën, dromen, symbolen, ideeën en
gevoelens. Het betekent het afleren van starheid en prestatiedrang om te normeren, te interpreteren, te winnen
en te concurreren.
Het begrijpen van taal loopt ver voor op de productie daarvan. De actieve woordenschat, het aantal woorden
dat het kind gebruikt, reflecteert bij lange na niet de passieve woordenschat, het aantal woorden dat het kind
kent en begrijpt.
De leercapaciteit en leerbereidheid van kinderen
Wanneer kinderen opgroeien, merken ze dat volwassenen een vastomlijnde, talige wijze hebben waarop ze de
wereld beschrijven. Er wordt een grote druk op kinderen uitgeoefend om zich hieraan aan te passen. Afwijken
van de norm roept angst op in het oudere kind, maar ook in de volwassenen. Er ontstaat een grote behoefte tot
aanpassen. Als gevolg daarvan zal het kind zich steeds meer talig uitdrukken, omdat de volwassenen dat van
hem of haar vraagt.
Taal is voor een kind niet uitsluitend een communicatiemiddel, maar ook een instrument om te ordenen. Dat is
goed te merken aan het hardop praten, de innerlijke taal (Vygotsky) van jonge kinderen. Dit hardop praten,
begeleidt de activiteiten van kinderen. Het helpt hen de activiteit te begrijpen, te ordenen en te coördineren.
Hoe ouder het kind, des te groter de druk tot talig functioneren, niet talig-functioneren wordt zelfs regelmatig
door volwassenen als onbeleefd benoemd.
De Reggio Emilia benadering is erop gericht de intellectuele ontwikkeling van het kind te bevorderen door zich
systematisch te richten op symbolische uitdrukkingswijzen. Door middel van creativiteit blijken jonge kinderen
ons ongelooflijk veel duidelijk te kunnen maken. Reggio Emilia spreekt van de honderd talen van kinderen.
Betrouwbaarheid en suggestibiliteit
Suggestibiliteit is de mate waarin iemand er door een ander toegebracht kan worden te geloven dat iets
gebeurt of iemand eruit ziet op een wijze die niet in overeenstemming is met de werkelijkheid en met de
herinnering. Tot heel jong, zelfs 3 jaar, blijken kinderen weinig gevoelig voor suggestie als het om een
stressvolle gebeurtenis gaat die hen is overkomen en kunnen ze vrij correct aangeven wat ze meegemaakt
hebben. Er bestaat een samenhang tussen de mate van suggestibiliteit en het niveau van morele ontwikkeling.
Wat de betrouwbaarheid van uitlatingen van kinderen over een gebeurtenis verkleind is dat zij op de leeftijd van
5 à 6 jaar nog erg beïnvloedbaar zijn en openstaan voor suggestieve vragen, zeker wanneer het gaat om
kenmerken van personen of dingen. Omdat jonge kinderen meer aandacht besteden aan de hoofdlijnen van een
gebeurtenis dan aan de details zijn ze meer beïnvloedbaar wanneer het details betreft, bijvoorbeeld de
kenmerken van dingen of personen in plaats van de handeling. Suggestieve vragen die details van een
gebeurtenis of kenmerken van het persoon betreffen, zullen daarom minder snel door het kind als suggestief
herkend worden.
Het geheugen kan zowel uitgedrukt worden in het herkennen van een gebeurtenis of persoon wanneer deze
aangeboden wordt en in het herinneren ervan. Kinderen blijken niet slechter dan volwassenen te functioneren
op het aspect herkenning. Bij jonge kinderen geldt hierbij dat herinneren moeizamer gaat wanneer het verbale
elementen belangrijker rol speelt. Zodra het verbale aspect minder aandacht krijgt, functioneren kinderen goed
in herinneren.
Fantasie en werkelijkheid
In tegenstelling tot onder andere Piaget, geven huidige onderzoekers aan dat het kind wel degelijk het
onderscheid kan maken tussen fantasie en werkelijkheid. Dat kunnen ze al met 2,5 jaar, wanneer ze nog
nauwelijks in staat zijn om dit talig uit te drukken. De capaciteit tot fantasie van kinderen is wel groter dan dat
van een volwassene. Een tweede verschil tussen kinderen en volwassenen in het omgaan met fantasie is dat de
neiging van kinderen het waarheidsgehalte van een uitspraak te communiceren niet groot is. Het is
waarschijnlijk dit element dat het voor volwassenen zo moeilijk maakt om te achterhalen of een kind het
verschil tussen werkelijkheid en fantasie kan maken.
Het is vaker het aangeven dat iets fantasie of werkelijkheid is dan de scheidslijn kunnen trekken tussen fantasie
en werkelijkheid wat bij jonge kinderen het probleem vormt. Het passend gebruik maken van de verschillende
stijlen binnen diverse communicatiekaders is bij jonge kinderen minder sterk ontwikkeld dan bij volwassenen en
dit kan voor verwarring zorgen.
Verschillen tussen jongens en meisjes
Op de eerste dag na geboorte kijken jongens langer naar voorwerpen en meisjes langer naar gezichten. Dat
betekent niet dat jongens niet geïnteresseerd zouden zijn in gezichten en meisjes niet geïnteresseerd zouden
zijn in voorwerpen. Het gaat om voorkeursgedrag.
In het algemeen rijpen jongens langzamer dan meisjes en vertonen meer problemen in hun ontwikkeling.

, Jongens hebben in het algemeen meer neiging tot probleemoplossend gedrag en meisjes meer tot veiligheid en
steunzoekend gedrag.
In het algemeen zijn jongens meer geneigd te externaliseren en meisjes te internaliseren. Dit betekent dat
jongens als het ware lastiger zijn voor hun omgeving en meisjes lastiger voor zichzelf.
Ieder kind, jongen of meisje heeft zijn of haar eigen stijl van omgaan met problemen. Wanneer we een gesprek
over een moeilijk onderwerp willen voeren met een kind, is het zinnig om er bij stil te staan of de stijl van het
kind meer externaliserend of internaliserend is. Het betekent dat we de omstandigheden waaronder het gesprek
plaatsvindt daaraan kunnen aanpassen. Voor een externaliserend, beweeglijk kind is het verstandiger om
bijvoorbeeld te praten tijdens een wandeling. Dit zullen vaker jongens zijn.
Vraaggericht werken
Bij gespreksvoering met kinderen is het belangrijk om rekening te houden met de leeftijd van het kind.
Onder vraaggericht werken wordt verstaan het voeren van open vraaggesprekken en interviews op basis van
actief luisteren door middel van doorvragen, je afvragen waarom iemand iets zegt, en rekening houden met de
beleving en behoefte van de ander. Het vraaggericht werken wordt gebruikt om het aanbod op hulpvragen en
behoeften van kinderen te verbeteren.
Volgens Thomas Gordon is het in de communicatie belangrijk om te onderscheiden bij wie het probleem ligt, bij
de volwassene of bij het kind. Op basis daarvan wordt de communicatie vormgegeven. Belangrijk in de methode
is het spreken in de vorm van ik-boodschap, Dat wil zeggen zinnen formuleren vanuit de ik-vorm. Bij een ik-
boodschap probeer je dicht bij je eigen gevoel te blijven en niet de ander te beschuldigen of te veroordelen. Het
model van Gordon is echter beperkt in die zin dat het vooral gericht is op de wijze waarop problemen
bespreekbaar kunnen worden gemaakt en minder op de open communicatie met kinderen.
In een gesprek liggen de prioriteiten van de gesprekspartners altijd verschillend. Kinderen hebben vaak andere
prioriteiten in een gesprek dan de volwassenen die met hem praat. Gezien het machtsverschil tussen
volwassenen en kinderen, betekent dit dat de prioriteiten van de volwassenen al snel voorrang zullen krijgen
boven die van de kinderen.
Het gesprekskader
De sociale codes voor gespreksvoering worden vaak eenzijdig uitgelegd aan kinderen, namelijk hoe zij zich aan
volwassenen moeten aanpassen. Het kind leert nauwelijks dat deze regels wederzijds zijn, omdat de volwassene
tijdens communicatie meestal niet in dezelfde mate rekening met het kind houdt. Subtiele regels als zelfstandig,
zonder hulp van de volwassene spreken of wachten als iemand moeite heeft emoties te uiten, leert het kind pas
door ervaring op te doen in communicatie. Het kind leert dit zelden als expliciete regels. Tot zo'n 8 jaar is het
voor kinderen echter beslist niet altijd duidelijk wat de sociale codes zijn die aan een gesprek ten grondslag
liggen. Kinderen zullen beter presteren in een situatie als de sociale codes van het gesprek uitgelegd worden.
Gespreksvoering tussen kinderen en volwassenen verloopt moeizamer naarmate een volwassene ervan uit gaat
dat het kind een onvolwaardige gesprekspartner is, die niet goed in staat is een gesprek te voeren zoals een
volwassene dat kan, en naarmate de volwassenen niet aansluit bij de mogelijkheden van gespreksvoering die
kinderen hebben.
Het virtuele milieu
Er is een gebied waar we het contact met kinderen kwijt zijn geraakt en waar we nauwelijks met kinderen
inhoudelijk over communiceren. Een gebied waar we ze eigenlijk in de steek hebben gelaten. Dat is het virtuele
milieu. In de opvoeding was er altijd sprake van 3 milieus: het eerste milieu; het gezin, het tweede milieu; de
school, en het derde milieu; de wereld daarbuiten. Uit het derde milieu heeft zich een factor losgemaakt die een
eigen status verdient, het vierde milieu; het virtuele milieu.
Hoofdstuk 2. De ontwikkeling van kinderen van 4 tot 12 jaar:
groei en ontwikkeling
Effectieve communicatie betekent aansluiten bij degene waarmee men spreekt. Dus aansluiten bij diens
belangstellingen, gedachtewereld, gevoelswereld en wijze van communicatie. Om daadwerkelijk te kunnen
communiceren met kinderen is vooral een juiste attitude nodig. Dat betekent vaak eerst een attitude afleren.
Gespreksvoering met kinderen vergt het kennen en onderkennen van de voorwaarden tot communicatie met
kinderen, behorende bij hun mentale leeftijd. Kinderen van eenzelfde kalenderleeftijd zijn niet allen even
taalvaardig.
Het kind als kleine volwassenen
De kunst is kinderen serieus te nemen, juist te benaderen in communicatie en ze helpen de woorden te vinden
die ze zelf misschien nog niet hebben. Vaak betekent het niet meteen naar de kern gaan, maar aan de zijkant
van het onderwerp alvast te onderzoeken.
De noodzaak van directe communicatie tussen volwassenen en kind is van doorslaggevend belang. Niet in de
zin van richtlijnen voor gedrag geven, maar in de zin van daadwerkelijke wederzijdse communicatie. Zeker
jonge kinderen staan open en ontvankelijk in het leven en willen de wereld om zich heen begrijpen. Ze nemen
deze wereld niet als vanzelfsprekend. Alles wat zij doen roept vragen in hen op.
Baby's leren wie zij kunnen vertrouwen in de verzorging en wie niet, wie bekend is en wie een vreemde is.
Binnen 8 maanden heeft het kind in grote lijnen door hoe de omgeving, wat mensen betreft, in elkaar zit. Het
begint zich aan sommige vertrouwde mensen te hechten. Mensen waarvan het gemerkt heeft dat zij de
behoefte van de baby weten te bevredigen.
In de eerste 4 tot 5 jaar zal het kind een verbluffend aantal ontwikkelingstaken leren beheersen.
Ontwikkelingstaken van het kind in de periode van geboorte tot 5 jaar
Autonomie Zelfstandig eten, zindelijk worden, in slaap vallen
Motoriek Vrij en zelfstandig bewegen
Intellectueel Analyseren, ordenen, conservatieprincipe, ruimte en afstand bevatten, van concreet naar
abstract denken
Communicatie Talig functioneren
Emoties Hechten en aan zich hechten

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur skyedemunck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,99
  • (0)
  Ajouter