Thema 9: Verzet en collectieve actie in de pre-industriële periode
Catharina Lis & Hugo Soly, ‘An Irresistible Phalanx: Journeymen Associations in
Western Europe, 1300-1800’, in: C. Lis, J. Lucassen en H. Soly (eds), Before the
Unions. Wage earnes and collective action in Europe, 1300-1850 (International
Review of Social History Supplement 2), 1994, pp. 11-52.
VERZET & COLLECTIEVE ACTIE IN Deze les gaan we het hebben over verzet en collectieve actie in de pre-industriële
periode. We leggen de focus op een specifiek instituut, namelijk
DE PREÏNDUSTRIËLE PERIODE: gezellenverenigingen.
GEZELLENVERENIGINGEN
Sociaal-economische geschiedenis van de
Oudheid tot heden
(12/12/2017)
, Gegeven de opbouw van de cursus, we hebben uitgebreid stilgestaan bij een aantal
concepten in de eerste les. De teksten die we tot nu toe besproken hebben zijn uitgebreid
ingegaan op problematieken die we kunnen relateren aan enerzijds het thema kwetsbaarheid
en anderzijds het thema veerkracht. Wat betreft veerkracht hebben we stilgestaan bij
verschillende strategieën die mensen hebben ontwikkeld om te trachten hun
bestaanszekerheid te verhogen en hun kwetsbaarheid tegen te gaan. In het thema van deze
les gaan we expliciet het concept weerbaarheid aan bod laten komen. De tekst van Lis en
Soly gaat hierop in, net zoals de tekst van Marcel Van Der Linden hierop in gaat. Waar die
weerbaarheid in essentie gaat over de manieren om de veerkracht te verhogen. Hierbij grijpt
men vooral in als groep op de maatschappelijke verhoudingen. In dat opzicht gaat het over
meer assertieve strategieën die groepen gebruikt hebben om in te grijpen op bestaande
machtsverhoudingen om op die manier hun bestaansbasis te verbeteren. Ze verbeteren hun
bestaanszekerheid dus door hun veerkracht te verhogen. De tekst van Lis en Soly focust
specifiek op een periode waarin er nog geen industriële vakverenigingen of vakbonden
bestonden. Ze kijken naar de manieren waarop werknemers erin geslaagd zijn om hun
bestaansbasis te verzekeren en te verbeteren doormiddel van collectieve actie. De
achterliggende vraag hierbij is of er een onderscheid is tussen groepen of soorten
werknemers. Waren sommige groepen werknemers beter in staat om hun belangen te
verdedigen dan anderen? Zo ja, waarmee had dit dan te maken? Wat zorgde ervoor dat
sommige groepen werknemers meer mogelijkheden hadden om hun eisen door te drukken en
welke middelen gebruikten ze daartoe?
Wat is het onderwerp van de tekst? Het gaat over samenwerkingsverbanden tussen gezellen.
Gezellen werken voor een meester. Het gaat dus om groepen die nooit uitzicht hebben op de
mogelijkheid om ooit zelf meester te worden. In het bijzonder gaat de tekst in op de
strategieën die deze specifieke groep van werknemers gebruikte om arbeidsvoorwaarden te
verbeteren. Wie zijn die gezellen eigenlijk? Het zijn geschoolde arbeiders. Ze hebben een
leerproces doorgemaakt en hebben dus bepaalde vaardigheden en een bepaalde kennis die
van hen geschoolde vaklui maakt. Dit heeft alles te maken met de ambachtelijke structuur
waarbinnen ze functioneren in een pre-industriële context, waar de meeste economische
activiteiten in de steden in Europa in zekere mate corporatief georganiseerd is. Dit wil zeggen
dat het plaatsvindt in het kader van ambachtsgilden. Deze opereren binnen een stad en daarbij
ook de economische activiteit van hun specifieke branche reguleren. Binnen die
ambachtelijke structuur kunnen we een soort driegeleding onderscheiden. Hierin begon men
dit leerproces als leerjongen. Dit verwijst naar een periode waar men op de werkvloer het
ambacht aanleert. Enkel die leerjongens die hun leertijd met succes beëindigd hebben,
verwerven vervolgens het statuut van gezel. Het statuut van gezel is dus een specifiek statuut,
dat binnen die gildenreguleringen als dusdanig erkend wordt, van geschoolde arbeiders.
Namelijk zij die hun leertijd tot een goed einde gebracht hebben. In theorie is die positie van
gezel een intermediaire positie van mensen die eventueel later kunnen doorgroeien tot
meester. Wat onderscheid een meester van een gezel? In eerste instantie een financiële
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EgonVE. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.