Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Economie Welvaart H1 t/m H3 €5,57   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Economie Welvaart H1 t/m H3

 2 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type
  • Book

Samenvatting Welvaart H1 t/m H3

Aperçu 2 sur 7  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 3
  • 23 janvier 2024
  • 7
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
Economie LWEO Welvaart samenvatting 5VWO

Hoofdstuk 1
1.1 Economische groei

Welvaart = de mate waarin mensen hun behoeften kunnen voorzien.

Als we het hebben over de groei van de econome, hebben we het meestal over de ontwikkeling van
het bruto binnenlands product (bbp). = gelijk aan waarde van het verdiende inkomen in een land in
een jaar.

Welvaart in enige zin: behoeftebevrediging met koopkracht (reëel inkomen) dit wordt uitgedrukt in
BBP per hoofd van de bevolking.
Welvaart in ruime zin: er wordt ook gekeken naar andere schaarse middelen  vrije tijd, gezond
milieu, mate van criminaliteit etc.

Formele economie: productie/inkomen dat geregistreerd wordt.
Informele economie: productie/inkomen dat niet geregistreerd wordt.

Welvaart tussen landen vergelijken is om twee redenen lastig:
- Nominaal bbp (in echt geld) zegt niets over de bevolkingsomvang
- Nominaal bbp zegt niets over de koopkracht

Productiehoeveelheid groeit: reële groei

Reëel bbp berekenen:
Het CPI berekent de economische groei met de formule:

Reëel indexcijfer = (nominaal indexcijfer/ prijsindexcijfer) x 100
RIC = NIC/PIC

Nominaal indexcijfer = het nominale bbp (in echt geld)
Prijsindexcijfer = inflatie

1.2 Productie = inkomen

Er wordt geproduceerd met behulp van productiefactoren (arbeid + kapitaal). Beloningen voor
productiefactoren noemen we primaire inkomens.

- Productiefactor arbeid: iedereen die werkt. Onder arbeidsinkomen verstaan we loon van
werknemers en winst van zelfstandigen.
- Productiefactor kapitaal: geldkapitaal, machines, gebouwen, natuur, ondernemerschap.
Onder kapitaalinkomen vallen rente, pacht, huur en winst.

Het BBP meten:

1. Objectieve methode: door alle toegevoegde waarden/productiewaarden bij elkaar op te
tellen.
Toegevoegde waarde = omzet – inkoopwaarde
Er wordt geproduceerd met de inzet van productiefactoren.
2. Subjectieve methode:
Som van de primaire inkomens + afschrijvingen

, (Want dit wordt betaald van de toegevoegde waarde)

Particuliere bedrijven zijn commerciële bedrijven.
Er zijn ook niet-commerciële instellingen zoals de overheid, ziekenhuizen en
verzorgingstehuizen produceren. Hierbij kun je niet op de objectieve/subjectieve manier de
toegevoegde waarde vaststellen: daarom beschouwen we de loonsom van werknemers als
de productie van niet-commerciële instellingen.

Bruto toegevoegde waarde: inclusief afschrijvingen
Netto toegevoegde waarde: zonder afschrijvingen




Binnenlands inkomen: het inkomen dat binnen de landsgrenzen wordt verdiend met produceren.
Nationaal inkomen: het inkomen dat verdiend wordt met Nederlandse productiefactoren.

1.3 De categoriale inkomensverdeling

De verdeling van het nationaal inkomen tussen arbeid en kapitaal noemen we de categoriale
inkomensverdeling.

De arbeidsinkomensquote (AIQ) geeft weer hoeveel procent van het nationaal inkomen wordt
verdiend met arbeid.
 (Arbeidsinkomen/nationaal inkomen) x 100%
De kapitaalinkomensquote (KIQ) geeft weer hoeveel procent van het nationaal inkomen wordt
verdiend met kapitaal.
 (Primaire inkomens/nationaal inkomen) x 100%

Een hoge AIQ geeft aan dat een bedrijfstak relatief veel gebruik maakt van de productiefactor arbeid.
Zo’n bedrijfstak is dan relatief arbeidsintensief. Er wordt dan minder gebruik gemaakt van de
productiefactor kapitaal. Een lage AIQ geeft juist aan dat een bedrijfstak relatief kapitaalintensief
produceert.

Macro-economische ontwikkelingen
- Flexibele arbeidscontracten; benodigde hoeveelheid arbeid precies afstemmen op de
productieomvang. Remt loonontwikkeling: mensen met een flexibel arbeidscontract hebben
geen sterke onderhandelingspositie.
- Kwaliteit van kapitaalgoederen is sterk toegenomen. Bij dezelfde kapitaalintensiteit minder
arbeid nodig. Hierdoor stijgt de arbeidsproductiviteit, terwijl de loongroei achter blijft.
- Toegenomen communicatie- en transportmogelijkheden. Arbeidsintensieve productie wordt
verplaatst naar lagelonenlanden; daar is goedkopere arbeid te vinden. Loongroei remt.
- Machtspositie op markt verbeterd, waardoor de winstgevendheid (hoeveel winst leveren
investeringen op) is toegenomen. Een stijging van het marktaandeel leidt tot een lagere
arbeidsinkomensquote in de onderneming.

Mate van inkomensongelijkheid wordt vaak weergegeven met de Gini-coëfficiënt. Hoe hoger de Gini-
coëfficiënt, des te groter de inkomensongelijkheid.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sofievndijk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,57. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79373 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,57
  • (0)
  Ajouter