VOORSTELLING, LICHAMELIJKE AANWEZIGHEID EN MEER … DE VERSCHILLENDE
FACETTEN VAN DE JAREN ’70
De jaren '70 werden gekenmerkt door een breed scala aan kunstbewegingen en experimenten die verder gingen
dan de traditionele grenzen van de kunstwereld.
• Performancekunst: Kunstenaars begonnen steeds meer te experimenteren met live performances als
kunstvorm. Performancekunstenaars, zoals Marina Abramović, creëerden werken waarin de lichamelijke
aanwezigheid van de kunstenaar centraal stond. Performances waren vaak tijdelijk en ontworpen om de
traditionele grenzen van de kunstervaring uit te dagen.
• Focus op Ideeën: Conceptuele kunst was prominent in de jaren '70, waarbij de nadruk werd gelegd op
het conceptuele aspect van het kunstwerk boven het visuele of materiële. Kunstenaars zoals Sol LeWitt
en Joseph Kosuth werkten met ideeën en concepten, waardoor de materiële aanwezigheid van het
kunstwerk minder belangrijk werd.
• Andere Contexten: Kunstenaars begonnen kunstwerken te creëren die specifiek waren voor bepaalde
locaties buiten de traditionele kunstinstellingen. Land Art-kunstenaars, zoals Robert Smithson,
gebruikten natuurlijke omgevingen als hun canvas, terwijl site-specifieke kunstwerken werden gemaakt
om in te spelen op de architecturale kenmerken van een bepaalde locatie.
• Kritiek op Bestaande Structuren: Feministische kunstenaars in de jaren '70 gebruikten kunst als een
middel om genderongelijkheid en sociale kwesties aan de kaak te stellen. Kunstenaars zoals Judy Chicago
en Cindy Sherman verkenden vrouwelijke identiteit en bekritiseerden traditionele opvattingen over
vrouwen in de kunst.
• Kritiek op Kunstinstellingen: Kunstenaars begonnen kritiek te uiten op de institutionele structuur van de
kunstwereld. De kunstenaars van het Institutional Critique-beweging, waaronder Hans Haacke,
onderzochten de politieke, economische en sociale context waarbinnen kunst werd tentoongesteld en
verkocht.
• Experimenten met Nieuwe Media: Kunstenaars begonnen nieuwe media te verkennen, zoals video- en
computertechnologie. Nam June Paik was een pionier op het gebied van mediakunst en
experimenteerde met televisie als kunstvorm.
De jaren '70 waren een tijd van radicale verandering en experiment in de kunstwereld. Kunstenaars wilden
breken met de conventies van de traditionele kunstwereld en nieuwe manieren ontdekken om betekenis te geven
aan kunst, vaak buiten de bekende kaders van musea en galerijen.
1
,Beschrijf de artistieke credo van Joseph Beys op basis van twee werken.
Joseph Beuys, een invloedrijke performancekunstenaar uit de jaren 60 tot
80, ontwikkelde een artistiek credo dat diep geworteld was in zijn filosofie
van "sociale plastiek." Hij werd bekend met plastische objecten,
performances en Fluxus concerten. Hij beschouwde zijn lichaam als
sculptuur. Zijn benadering van kunst ging verder dan traditionele kaders en
richtte zich op het overbrengen van ideeën en het integreren van kunst in
het dagelijks leven.
Hij experimenteerde met (andere) contexten waar kunst betekenissen kan
vormen, weg van het bekende kader van de Kunstwereld van museum, galerij, vaste objecten, collectie, … Het
overbrengen van zijn ideeën was belangrijker voor hem dan de persoonlijke uitwerking van zijn kunstwerken. Hij
gebruikt heel veel symboliek. Hij werkt vaak met organische stoffen, vilt en vet, hierdoor is zijn werk moeilijk te
bewaren.
Voor Beuys was het denken over oorsprong en evolutie “sociale plastiek” dat zich conceptueel afspeelt tussen
de intuïtie en ratio. Vet was hier ook een symbool van: “wanneer vet warm is, is het zacht, vormeloos, chaotisch.
Dan staat het gelijk aan: gevoel. Vet in koude toestand is hard, geordend, solide. Dan is het: ratio.”
Voor hem is kunst spiritueel. Hij speelt vaak de rol van sjamaan in zijn performances. Beuys was ook politiek
actief: Het geheel van zijn kunstwerk belichaamt zijn kritiek op het kapitalisme. Hij wou kunst dat toegankelijk
was voor iedereen en niet alleen de rijke elite. “Jeder is ein Künstler”.
Joseph Beuys
"Hoe men een dode haas de kunst uitlegt"
1965
Beuys gebruikte organische materialen met diepgaande symboliek. Zijn hoofd, ingesmeerd met honing en
bladgoud, verwees naar het stralende licht van de zon, terwijl het vilt onder zijn voet geassocieerd werd met
zijn oorlogstrauma. De dode haas op zijn schoot diende als een metafoor voor de materialistische tendensen
van de mensheid. Tegelijkertijd symboliseerde de haas creativiteit, omdat het dier zijn eigen woonplek uit de
aarde maakt. Beuys nam de rol van een sjamaan op zich tijdens de performance, wat zijn spirituele benadering
van kunst benadrukte. Zijn zwijgen tijdens de performance onderstreepte dat de boodschap belangrijker was
dan het maken van een kunstvoorwerp. Je ziet ook erg tegenstellende krachten in deze performance: intuïtie
en rationaliteit, zacht en hard. Dit verwijst naar zijn credo van sociale plastiek.
Beuys
“Wirtschaftswerte"
1980
Met dit werk uitte Beuys kritiek op het kapitalisme. "Wirtschaftswerte" confronteerde het publiek met de
scheiding tussen West- en Oost-Duitsland, vertegenwoordigd door voedingswaren uit voormalig West en Oost-
Duitsland en 19-eeuwse schilderijen op metalen rekken en een blok gips. Het werk confronteert ons met de
toenmalige scheiding tussen communistisch Oost- en kapitalistisch West-Duitsland. De doffe kleur van de
pakjes staan in contrast met de felgekleurde verpakkingen die we in het Westen kennen. Ook de 19-eeuwse
bourgeoisschilderijen in de rekken, versterken dit contrast.
Het gebruik van een massieve blok gips met boter als 'restauratiemateriaal' symboliseerde Beuys' concept van
sociale plastiek. De gips stond voor ratio, terwijl de boter intuïtie vertegenwoordigde. Het benadrukte het
belang van het integreren van zowel intuïtie als ratio in het sociale en politieke discours.
2
, Joseph Beuys (1921-1986)
Das Kapital Raum 1970-1977,
voor de Biënnale van Venetië (1980),
Nationalgalerie, Berlijn
Eva Hesse (1936-1970)
No Title
1968-70
latex, draad, touwen, variabele dimensies, Whitney
Museum of American Art, NY
Haar sculpturen zijn vaak organisch, met een gevoel van beweging en variabele dimensies. Hesse
experimenteerde met onconventionele materialen en benaderingen, wat resulteerde in kunstwerken die een
zekere kwetsbaarheid en tijdelijkheid uitstralen.
Eva Hesse (1936-1970)
Contingent
1969
gemaakt uit kaasdoeken, latex en glasvezel, 350x 630x
109.0 cm, National Gallery of Australia, Canberra
Christian Boltanski (1944-2021)
The Storehouse
1988
gelatine zilverdruk, lampen, koekblikken met stoffen
211.2 x 375.8 x 21.6 cm, MOMA.
Christian Boltanski (1944-2021)
Altar to the Chases High School
1987
4 gelatine zilverdruk, 4 lampen, 88 blikken, The Israel
Museum, Jerusalem
3