Samenvatting van de hoofdstukken 1 tot en met 10. Gaat over omzetbelasting, loonbelasting, vennootschapsbelasting, inkomensbelasting etc. Ook over inkomen uit werk, woning, aanmerkelijk belang, sparen, beleggen.
De overheid zorgt voor veel voorzieningen waar iedereen in Nederland gebruik van maakt.
(Denk aan wegen, dijken, onderwijs, politie, gezondheidzorg etc.) Om dit allemaal te
financieren heeft de overheid geld nodig.
De overheidsinkomsten bestaan uit belastingen wat wij betalen en uit aardgas en
winstuitkeringen van bedrijven waar de overheid aandeelhouder van is.
Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders kunnen de zwaarste lasten dragen. (Denk aan
hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting)
Profijtbeginsel: degene die profijt heeft van een bepaalde voorziening, moet ervoor betalen.
(Denk aan wegen, automobilisten moeten betalen, niet-automobilisten niet)
Soorten belastingen:
Inkomstenbelasting > IB, belasting wat over het inkomen betaald wordt van
natuurlijke personen.
Vennootschapsbelasting > VPB, word betaald over winst van rechtspersonen, bijv.
een bv.
Loonbelasting > LB, wordt berekend over loon werknemers. Betaalde loonbelasting
mag van de inkomstenbelasting af.
Omzetbelasting > OB, (btw) wordt toegepast door ondernemers. Belasting wat je
betaalt als je een product koopt. Ondernemer geeft het door aan belastingdienst.
Dividendbelasting > Div, betaal je over de winstuitkering van aandelen, ofwel over
dividend. Voorheffing op inkomstenbelasting.
Erfbelasting > SW, word betaald over een erfenis.
Schenkbelasting > SW, betaal je over een schenking.
Kansspelbelasting > betaal je over gewonnen prijzen.
Overdrachtsbelasting > OVB, betaal je bij verkrijging van onroerend goed. (Koop van
een huis)
Motorrijtuigenbelasting > wordt betaald bij het hebben van een auto of motorrijwiel.
Belasting personenauto’s en motorrijwielen > BPM, betalen bij registratie van auto
of motorrijwiel.
Accijns > wordt geheven op bijv. alcohol en tabak.
Milieuheffingen > belasting op leidingwater, kolen en energie.
Provinciale en gemeentelijke belastingen > bijv. hondenbelasting
Rijksbelastingen > loon/inkomstenbelasting, omzetbelasting en
vennootschapsbelasting.
Materiele belastingwetgeving: Waarover en hoeveel? Zoals inkomsten, omzet, loon en
vennootschapsbelasting. Hoe de belasting over een bepaald tijdvak moet worden bepaald.
, Formele belastingwetgeving: wat burgers en overheid moet/kan doen om het belastinggeld
bij de overheid te laten komen. (Awb, AWR)
Regelingen, beschikkingen en besluiten worden gemaakt door de minister van Financiën. Bij
een besluit is de Raad van State en de ministerraad aanwezig, bij regeling niet.
Algemene maatregel van bestuur: uitvoeringsbesluiten
ABBB’s: (ongeschreven recht)
Vertrouwensbeginsel > belastingplichtige mag ervan uitgaan de overheid te vertrouwen
Gelijkheidsbeginsel > gelijke behandeling bij gelijke gevallen
H2
Materieel belastingrecht: wie, waarover en hoeveel moet er betaald worden?
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Loonbelasting
Omzetbelasting
Formeel belastingrecht: op welke manier worden aanslagen vastgesteld, hoe en wanneer
aangifte doen en wanneer het betaald moet worden.
Regels van het formele recht worden vastgesteld in de Awb, want het belastingrecht is
onderdeel van het bestuursrecht.
Waar iemand woont, werkt en waar lichamen (bv/nv) is gevestigd, moet bepaalde
belastingen betalen.
Aangifte:
Een inspecteur mag iemand uitnodigen om aangifte te doen, je bent dan verplicht om dit te
doen.
Aangifte inkomstenbelasting moet voor 1 mei gedaan zijn (inspecteur stelt termijn van ten
minste 1 maand).
Aangifte omzetbelasting/loonbelasting moet 1x per maand of 1x per kwartaal.
Zelfs al heeft een onderneming geen omzet gemaakt, alsnog moet je de aangifte doen.
Aanslagen:
Na de aanslag zal voor de vennootschapsbelasting en inkomensbelasting een aanslag volgen,
dit zijn aanslagbelastingen. Dit houdt in dat uit de gegevens van de aangifte berekend zal
worden wat er betaald moet worden aan belasting (aanslagbiljet).
Aangiftebelastingen houdt in dat gelijk bij de aangifte ook de loonbelasting en
omzetbelasting betaald moeten worden, dus belastingplichtige rekent dit zelf uit.
Ambtshalve vastgestelde aanslag (aanslag): de vereiste aangifte wordt niet gedaan, dus mag
de inspecteur een aangifte naar schatting van het inkomen doen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisacremer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.