Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting boek De brede basis van het sociaal werk €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting boek De brede basis van het sociaal werk

64 revues
 2248 vues  263 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

De brede basis van het sociaal werk Grondslagen, methoden en praktijken 1e druk / 2017 / Marcel Spierts, Ard Sprinkhuizen, Margot Scholte, Marc Hoijtink, Ed de Jonge, Lia van Doorn De brede basis van het sociaal werk bestaat uit vier delen en een beschouwend slothoofdstuk. Deel I beschrijft ...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 5 année de cela

Aperçu 4 sur 48  pages

  • Non
  • Hfdst. 1 t/m 13
  • 29 mai 2018
  • 20 mars 2019
  • 48
  • 2017/2018
  • Resume

64  revues

review-writer-avatar

Par: romypennekamp • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: laura-beek • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: felharbouli • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: amydenisedeboer1996 • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: manuela_x • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: appiebougy10 • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: tanyawartes72 • 3 année de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
De brede basis van het sociaal werk

Hoofdstuk 1 Sociale dimensies van sociaal werk

Interdependentie = het basale gegeven dat mensen, ongeacht in welke tijd en ruimte ze
leven, van anderen afhankelijk zijn om te overleven en daarom bindingen met elkaar
aangaan.

Binding = mensen staan altijd in verband met elkaar, een reden waarom in de sociologie ook
wel de term binding gebruikt wordt in discussies over en onderzoek naar menselijk
samenleven.

Sociale bestaansvoorwaarden (Abraham de Swaan – De mensenmaatschappij) = 1. Voedsel,
2. Beschutting, 3. Bescherming, 4. Affectie, 5. Kennis, 6. Sturing. Deze bestaansvoorwaarden
maken mensen afhankelijk van hun medemensen en verbinden hen met elkaar. Die
afhankelijkheid betreft in de hedendaagse (post)moderne samenlevingen brede kringen van
complexe onderlinge verbanden tussen mensen, families, overheden, markten, netwerken,
verenigingen en tal van gemeenschappen (civil society).

Civil society = de burgermaatschappij of civil society kan bondig worden omschreven als het
institutionele domein van vrijwillige associaties. Het is een aanduiding
van organisaties of instituties buiten de sfeer van de overheid, de markt en de verbanden
van familie en vrienden. Mensen maken er vrijwillig deel van uit.

Vermarkting van het intieme leven (Arlie Hochschild) = in moderne samenlevingen
verplaatsen affectieve en emotionele bindingen tussen mensen zich van de civiele sfeer naar
marktrelaties (voorbeeld knuffelcoach).

Sociale werkelijkheid sui generis (Emile Durkheim) = niet de eenvoudige optelsom van
individuen maar een systeem opgebouwd uit de associatie en combinatie van individuen en
vormt een specifieke realiteit met eigen kenmerken (bijvoorbeeld bankencrisis).

Autonomie van sociale processen = mensen brengen met elkaar sociale processen voort die
door niemand van tevoren precies zo bedoeld of gepland zijn (bijv. inflatie,
stedenuitbreiding, oorlogen of beleidsveranderingen).

Thomas theorema = is een fundamenteel begrip dat weergeeft dat wanneer mensen
situaties als werkelijk definiëren, die situaties werkelijke gevolgen hebben (bijvoorbeeld als
mensen verwachten dat brood schaars wordt, gaan zij hamsteren met als gevolg dat het
brood daadwerkelijk schaars wordt).

Significant other (Herbert Mead) = het opgroeiende individu ziet zichzelf voortdurend door
de ogen van de anderen vormt zo een zelfbeeld dat de meningen van anderen over hem
weerspiegelt (voorbeeld de ogen van anderen kunnen je maken of breken).

Bricolages (Boutellier) = de noodzaak om onze eigen identiteit van coherentie te voorzien.
Hierbij is veelal sprake van een meerstemmig zelf.

,Meerstemmig zelf (Brinkgreve) = een begrip dat uitdrukking geeft aan de ervaring van een
veelheid aan innerlijke stemmen die voortdurend met elkaar in dialoog zijn (voorbeeld het
schoonheidsideaal).

Out there (Latour) = het sociale is niet iets abstracts dat los is van mensen, ergens out there
bestaat, maar dat zich juist manifesteert in de relaties of associaties tussen mensen en
instituties (voorbeeld cohesie of onderdrukking).

Kenmerkend voor professionals in sociaal werk is bovendien dat zij zich richten op (het
hanteerbaar maken of terugdringen van) bronnen van stress als (het aanboren van) bronnen
van steun in de sociale omgeving. Bronnen van steun = 1. Non-verbaal (aandachtig luisteren,
klopje op de schouder, innige omhelzing, hulp bij opstaan, duim omhoog), 2. Verbaal (geven
van compliment, vragen stellen, geven van advies, verwoorden van begrip).

3 Soorten kapitaal (Bourdieu) = 1. Economisch (financiële middelen), 2. Cultureel kapitaal
(kennis, cognitieve vaardigheden, opleiding), 3. Sociaal kapitaal (kwaliteit van sociale
relaties, formele en informele netwerken, gedeelde normen, wederkerigheid en inzet voor
de gemeenschap). De beschikbaarheid van deze vormen van kapitaal is in onze samenleving
niet gelijk verdeeld. Wederkerigheid is de onderlinge verplichting binnen een relatie om een
gift te beantwoorden met een tegengift.

Armoede (bron van stress) levert zoveel stress op bij mensen, dat zij hierdoor minder
verstandige keuzes maken (Mullainathan & Shafir).

Het maatschappelijk werk, het opbouwwerk en het sociaal-cultureel werk hebben een lange
methodische traditie waarin het geven van steun om de directe noden en het reduceren van
stress te reduceren gecombineerd wordt met het aanboren van steun uit de omgeving om
een meer duurzame oplossing te zoeken (Geertsema & Spierts).

Opbouwwerk = een onderdeel van welzijnswerk, dat zich richt op het verbeteren van de
woon- en leefomstandigheden van buurt- en wijkbewoners door onder meer de invloed van
de bewoners bij het verbeteren van de leefbaarheid van hun woonomgeving te versterken.

Beroepsprofiel van het maatschappelijk werk (1987) = stelt als doel het sociaal functioneren
van personen of de wisselwerking tussen personen en hun sociale omgevingen te
verbeteren.

Maatschappelijke werkers dienen niet naar de persoon te kijken als een geïsoleerd individu,
maar deze te zien als een subject van de situatie (Jens).

Inbedding (Van Ewijk) = praktijken gericht op de directe omgeving om mensen gemakkelijker
sociaal te laten functioneren, zoals aanpassingen in het verzorgingstehuis, de buurt, het
gezin, het werk of de klas. Het is dus niet alleen van belang om het individu te ondersteunen
bij het zich handhaven in de omgeving, maar ook andersom om de omgeving aan te passen
aan het individu.

2

,Professionals in sociaal werk beperken zich niet tot het individu, maar ook niet alleen tot de
omgeving. Het eerste kan leiden tot individualisering van sociale vraagstukken en tot
blaming the victim (eigen schuld). Het tweede kan leiden tot een machteloos blaming the
system. Het start vanuit de aanname dat mensen vermogens bezitten om hun leven te
beïnvloeden en te veranderen, zonder daarbij het belang van sociale machtsstructuren uit
het oog te verliezen.

Empowerment (Van Regnmortel) = hierbij gaat het zowel om het individuele als het
collectieve en vooral om de wisselwerking daartussen. In de woorden van Donkers betreft
het sociaal werk de integratie van 2 benaderingen: 1. Competentieversterking (direct
beïnvloeden van sociaal gedrag van individuen en sociale verbanden), 2. Conditieverbetering
(beïnvloeden van omgevingscondities).

Vloeibare samenleving (Bauman) = een samenleving is liquid als de condities waaronder
mensen handelen dermate snel veranderen dat hun gedrag niet kan stollen tot routines en
gewoonten (voorbeeld vluchtige arbeidsrelaties).

Sociaal werk verhoudt zich op 2 manieren tot sociale veranderingen. Enerzijds houdt het zich
bezig met de gevolgen van sociale verandering en anderzijds zijn professionals in sociaal
werk zelf change agents of initiators van verandering.

Verschillende historici en sociologen laten zien hoe het ontstaan van het sociaal werk het
gevolg was van grote maatschappelijke veranderingen die zich in de 19 de eeuw voltrokken
(De Swaan, Waaldijk). In het Europa van de 19de eeuw bracht de industrialisering ingrijpende
sociale veranderingen met zich mee, zoals de opkomst van fabrieksarbeid en een scheiding
tussen wonen, werken en gezinsleven. De industrialisering had grote armoede tot gevolg die
zich concentreerde in de grote steden. In de fabrieken waren de arbeidsomstandigheden
naar huidige maatstaven zeer slecht (lange werkdagen, gevaarlijk en ongezond werk en lage
lonen).

Voorbeelden van oprichten van sociaal werk in de 19de eeuw: 1. Liefdadigheid naar
Vermogen (1871, armenzorg), 2. Nederlandse Bond tot Kinderbescherming (1899), 3.
Bureaus voor Alcoholisten (1899), 4. School voor maatschappelijk werk (1899), 5.
Verenigingen voor betere woningen (de latere woningcorporaties).

Verandering (change), ontwikkeling (development) en verbetering (improvement) zijn
belangrijke sleuteltermen in de internationale gemeenschap van sociaal werk.

Agogie is kort gezegd de leer van de begeleidingskunde of veranderkunde (agein = opleiden,
sturen en agogos = degene die leidt of opleidt). Het agogisch handelen richt zich op
verschillende niveaus: 1. Micro (individu), 2. Meso (gezin), 3. Macro (samenleving). Van de
sociaal werker wordt verwacht dat hij op deze 3 niveaus werkt (Steyeart & Kwekkeboom).
Van Mensch tot Mensch (Muller-Lulofs) = zij meende dat het sociaal werk zich actief moest
toeleggen op het realiseren van veranderingen in de omgeving van mensen om de kwaliteit
van het sociale leven te vergroten.


3

, De pioniers in het sociaal werk waren veelal vrouwen van gegoede komaf. Het aandeel van
deze vrouwen in de ontwikkeling van de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat in
Nederland is nog steeds onderbelicht (Van der Linde). Zij lieten zich inspireren door 2
voorvrouwen in de Verenigde Staten: 1. Mary Richmond (Scientific Filantrophy, concrete
hulp aan individuen en gezinnen), 2. Jane Addams (Settlement House, verandering van
wetten en sociale omstandigheden).

Sociaal werkers zijn thermometers van pijn (Waldegrave), omdat zij bij uitstek kennis hebben
over de gevolgen van maatschappelijke ontwikkelingen voor mensen, in het bijzonder zij die
zich uitgesloten voelen of gemarginaliseerd zijn, bijvoorbeeld als gevolg van veranderingen
in het sociaal beleid (voorbeeld participatiesamenleving).

Participatiesamenleving = verschuiving van verantwoordelijkheden voor zorg en steun van
de overheid naar mensen met hun eigen netwerken. Gevolgen hiervan zijn (Trappenburg): 1.
Overbelasting van sociale relaties, 2. Beschaamdheid van degenen die vrijwillige hulp krijgen
van buren, vrienden of familie.

Marginalisatie is de afwezigheid van acculturatie waarbij leden van een niet-dominante
groep zich nauwelijks mengen met de dominante groep (outgroup), maar ook weinig contact
onderhouden met de andere leden van de eigen groep (ingroup). Er is dus een lage graad
van participatie en geen sprake van zowel aanpassing aan de andere groep als
van cultuurbehoud van de eigen groep.

Acculturatie = een proces waarbij een groep culturele of sociale kenmerken van een andere
groep overneemt. Over het algemeen zullen beide groepen elementen van elkaar
overnemen, maar zal het vooral de niet-dominante groep zijn die het meest verandert.

Sinds 1994 bestaat er een internationale beroepscode voor sociaal werk. Deze is 10 jaar later
aangevuld met een beginselverklaring, die stoelt op 7 internationale humanitaire verdragen
(voorbeelden Universal Declaration of Human Rights en de Convention on the Right of the
Child). Bij 2 begrippen in de beginselverklaring staan we verder stil: mensenrechten en
sociale rechtvaardigheid.

4 Principes voor sociaal werk (mensenrechten): 1. Identificatie en ontwikkeling van
menselijke vermogens, 2. Het tegemoet treden van een persoon als een geheel met zijn
omgeving, 3. Het respecteren van het recht op zelfbeschikking, 4. Het bevorderen van het
recht op participatie.

3 Sociale waarden van het sociaal werk (sociale rechtvaardigheid): 1. Sociale inclusie
(niemand wordt buitengesloten), 2. Sociale gelijkheid (iedereen is gelijk of in elk geval
gelijkwaardig), 3. Sociale cohesie (iedereen is ingebed in de samenleving).

Er is sprake van een afhankelijkheidsrelatie. Het overgrote deel van sociaal werkers is in
dienst van organisaties die afhankelijk zijn van de overheid. Sinds 2015 is dat vooral van de
lokale overheid (gemeenten). Er is dus sprake van een afhankelijkheidsrelatie tussen
organisaties en hun financier. Andersom is de overheid afhankelijk voor de uitvoering van
wetgeving en beleid van deze organisaties en de daar werkzame professionals.
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hansvandergeest. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  263x  vendu
  • (64)
  Ajouter