Dit document bevat de samenvatting van het gehele vak Capita Selecta belastingheffing particulieren. Per week is er eerst een samenvatting van alle bijbehorende kennisclips en daarna van de hoor- en werkcolleges. Bij sommige weken is de relevante literatuur ook samengevat. Aan het einde staan er ma...
Week 1: Introductiecollege (29 augustus 2023)
Kennisclip: inkomen uit aanmerkelijk belang
Zodra je 5% of meer in een BV hebt, word je aanmerkelijkbelanghouder en ben je belastingplichtig in
box 2 voor je reguliere en vervreemdingsvoordelen. Hij kan ook te maken krijgen met box 1, niet
zozeer met zijn aandelen maar met zijn andere vermogen wat hij ter beschikking stelt aan zijn BV,
zoals een bedrijfspand of een vordering (tbs-regeling ex art 3.91 e.v. Wet IB). Ook het (fictief) loon
wat hij verdient uit de BV is belast in box 1. Zijn beleggingsvermogen zit in box 3.
- De ab-houder wordt in box 1 belast voor zijn werkelijke inkomsten bij tbs
o Niet alleen huur en rente maar ook vervreemdingsvoordelen
- De ab-houder wordt in box 2 belast voor zijn werkelijke inkomsten
o Niet alleen dividend maar ook vervreemdingsvoordelen
- De ab-houder wordt dus volledig naar zijn draagkracht belast (vermogenswinst)
De ab-houder is quasi-ondernemer:
- Het tarief is min of meer hetzelfde als een box 1-ondernemer
- ‘Vermogenswinstbelasting’
- Tbs-regeling
De ab-houder is niet quasi-ondernemer:
- Ab-inkomen is gemeenschappelijk inkomensbestanddeel (art. 2.17 Wet IB)
- Beleggingsvermogen ook vermogenswinstbelasting en niet box 3
- Ook werknemer
Reguliere voordelen zijn alle voordelen die door de BV via aandelen naar de ab-houder komen. Dit
kunnen ook vermomde dividenden zijn, bevoordelingen vanwege zijn hoedanigheid als
aandeelhouder. De kosten (bijvoorbeeld rente) mogen in box 2 in aftrek van de (vermomde)
dividenden worden afgetrokken.
Vervreemdingsvoordelen: dan gaan de aandelen uit het vermogen van de ab-houder (verkoop, ruil en
schenking). Dan wordt de ab-houder belast voor de overdrachtsprijs minus de verkrijgingsprijs. Hier
mag je niet nog de kosten in aftrek brengen. Dat komt omdat de overdrachtsprijs en verkrijgingsprijs
worden vastgesteld na aftrek van de kosten.
BNB 1960/123:
Wanneer is sprake van een vervreemding? Een rechtshandeling waarin de rechten ten aanzien van de
aandelen uit vermogen van de ab-houder gaan. Denk bijvoorbeeld aan het recht van vruchtgebruik.
Niet elke geldstroom van de BV naar de aandeelhouder gaat via een dividenduitkering. Er kunnen
meerdere redenen voor geldstromen zijn. De hamvraag is: in welke hoedanigheid handelt de dga?
Het kan voorkomen dat de overdrachtsprijs ontbreekt, bijvoorbeeld bij het schenken van aandelen.
Ook bij fictieve vervreemdingen staan er geen tegenprestaties tegenover. Voor zowel de
overdrachtsprijs als verkrijgingsprijs wordt deze gesteld op de waarde economisch verkeer in het
geval dat er een tegenprestatie ontbreekt of de overeenkomst gesloten is onder niet normale
omstandigheden (art. 4.22 Wet IB).
- Niet normale omstandigheid zit in de prijsbepaling (zakelijk of onzakelijk). Hierbij is het ook
relevant of er sprake is van een bevoordelingsbedoeling (zie o.a. BNB 2004/348).
Overgang onder algemene titel is een voorbeeld van een fictieve vervreemding. Denk hierbij aan een
huwelijk in algehele gemeenschap van goederen of het overlijden van een ab-houder. In beide
gevallen vindt er geen rechtshandeling plaats.
- Vanwege een mogelijk heffingslek is art. 4.16 lid 1 sub e Wet IB in het leven geroepen
Omdat een fictieve vervreemding geen liquiditeit creëert, kan er niet zomaar afgerekend worden met
de belastingdienst. Voor emigratie is hiervoor de conserverende aanslag en in de Wet IB zijn er een
aantal doorschuifregelingen:
- Bij overgang krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht en verdeling
huwelijksgoederengemeenschap of nalatenschap
- Bij schenking en overlijden in geval van bedrijfsopvolging
- Bij een fictieve vervreemding ingeval belang daalt beneden 5% (fictief ab)
- Bij aandelenfusie, splitsing en juridische fusie
- Bij geruisloze terugkeer uit de BV
Bij doorschuiving wordt jouw verkrijgingsprijs de verkrijgingsprijs voor de ander (claimbehoud). Bij
sfeerovergang kan er geen claimbehoud plaatsvinden. Bij sfeerovergang naar het buitenland is er
daarom geen doorschuifregeling mogelijk, maar komt er een conserverende aanslag. De vraag die je
jezelf moet stellen: kan Nederland de claim behouden?
Kennisclip: gemeenschap van goederen
Hoofdregel: in het algemeen volgt het fiscaal recht het civiele recht (in de meeste gevallen).
Voorbeeld 1: algehele gemeenschap van goederen
Een man en vrouw wonen samen in een huis van 600.000 dat eigendom is van de man. De vrouw
heeft een bankrekening van 400.000 en 100% aandelen in een BV van 3.000.000. Als ze in algehele
gemeenschap van goederen gaan trouwen valt alles in hun huwelijksgoederengemeenschap.
Civielrechtelijk gezien zijn ze beide voor 100% gerechtigd tot deze gemeenschap. Eigenlijk ontstaat er
dus een overdeelde eigendom en wordt ervan uit gegaan dat ze beide 50% hebben van alle
onderdelen. De gevolgen voor het aanmerkelijk belang is dat de vrouw 50% van haar aandelen
vervreemdt en de man ab-houder wordt voor 50% van de aandelen. De wordt gezien als een fictieve
vervreemding (art. 4.16 lid 1 sub e Wet IB). Hier is een voorziening getroffen (art. 4.17 Wet IB)
waardoor er niet afgerekend moet worden, de doorschuifregeling. De verkrijgingsprijs van de vrouw
wordt doorgeschoven naar de man zodat de claim op die manier behouden blijft. Bij een verkoop van
de aandelen moeten man en vrouw beide voor de helft afrekenen voor de oorspronkelijke AB-claim.
Wil je liever geen gemeenschap van goederen in het geval van een echtscheiding, wordt er in de
praktijk wel eens gebruik gemaakt van een finaal verrekenbeding. Aan het einde van het huwelijk
vindt er dan een verrekening plaats van beide vermogens als ware er in gemeenschap van goederen
getrouwd is. Ieder houdt gewoon zijn eigendom maar vanwege de verrekening krijgt de ander een
afgeleid economisch belang bij jou vermogen. Het mooie aan een finaal verrekenbeding is dat je kan
afspreken dat deze alleen geldt in geval van een overlijden zodat het niet werkt bij echtscheiding.
Tot 2018 ging het wettelijk systeem uit van een algehele gemeenschap van goederen. Met ingang van
2018 is dat veranderd en gaan we uit van een beperkte gemeenschap van goederen. Dit zorgt ervoor
dat het voorhuwelijkse vermogen privé blijft, tenzij het al gemeenschappelijk was. Giften en
erfenissen blijven echter privé, tenzij bij huwelijkse voorwaarden ingesloten, en niet verkregen onder
een uitsluitingsclausule.
Voorbeeld 2: beperkte gemeenschap van goederen
Het gaat over dezelfde casus maar nu wordt er getrouwd in beperkte gemeenschap van goederen. In
dit geval verandert er niks omdat alles wat van jou was vóór het huwelijk nog steeds van jou blijft. Er
zijn dus geen gevolgen.
Voorbeeld 3: beperkte gemeenschap van goederen
Nu is er een casus waarin de vrouw 80% van de aandelen van een BV bezit en de man de overige
20%. De man is nu ook slechts voor 80% eigenaar van het huis en de vrouw is eigenaar van de overige
20%. De bankrekening is nog steeds 100% van de vrouw. Wat zijn nu de gevolgen? Het box 3
vermogen blijft nog steeds geheel van de vrouw en valt buiten de gemeenschap. De woning zit in de
beperkte goederengemeenschap en maakt nu de man en vrouw beide eigenaar voor 50%. Bij de
aandelen van de BV werkt het anders. Je hebt namelijk niet per aandeel 80% eigenschap maar je bent
eigenaar van 80% van de aandelen. Dit betekent dat je hier dus geen gemeenschappelijk eigendom
hebt. De vrouw heeft dus nog steeds 80% van de aandelen en de man 20%.
Conclusies:
- Fiscale gevolgen relateren aan eigendom
- Het is dus van belang wie civielrechtelijk de eigendom heeft
- Vermogen in de huwelijksgoederengemeenschap
o Beide echtgenoten voor de helft
- Tot 2018: algehele gemeenschap van goederen
- Met ingang van 2018: beperkte gemeenschap van goederen
Kennisclip: gevolgen huwelijksvermogensrecht aanmerkelijkbelanghouder
Stappenplan:
- Stap 1: wie verliest rechten op aandelen en wie krijgt rechten op aandelen?
- Stap 2: verliezen van rechten:
o Echte of fictieve vervreemding (rechtshandeling ontbreekt)
o De omvang van de vervreemding is de overdrachtsprijs. Als deze ontbreekt of als
deze onzakelijk is pas je art. 4.22 Wet IB toe: waarde economisch verkeer.
- Stap 3: krijgen van rechten:
o Wordt de verkrijger van de rechten ab-houder en zo ja, wat is dan de
verkrijgingsprijs?
- Stap 4: is doorschuiven mogelijk?
Civiele gevolgen fiscaal duiden:
- Wat is de civiele uitgangspositie?
- Wie heeft de eigendom voorafgaand aan:
o Huwelijk
o Wijzigen huwelijkse voorwaarden
o Verdeling huwelijksgoederengemeenschap
- Gevolgen voor de aanmerkelijkbelanghouder?
- Gevolgen voor de verkrijger?
- Kennis van het huwelijksvermogensrecht (en het erfrecht) is nodig
Als gevolg van het huwelijksvermogensrecht kan iemand het recht op aandelen verliezen. Bij het
ontbreken van een rechtshandeling, is er sprake van een fictieve vervreemding.
De omvang van de vervreemding is de hoogte van de overdrachtsprijs. Als de overdrachtsprijs
ontbreekt, of als deze onzakelijk is, wordt deze gesteld op de waarde in het economisch verkeer op
grond van art. 4.22 Wet IB.
Wordt de verkrijger op basis van deze verkrijging nu aanmerkelijkbelanghouder? Ook moet er worden
gekeken naar de verkrijgingsprijs. Als laatste wordt er gekeken of doorschuiven mogelijk is.
Sinds 1 januari 2018 hebben we de beperkte gemeenschap van goederen. Dit houdt in dat alles voor
het huwelijk van jou blijft en alles na het huwelijk valt binnen de huwelijksgoederengemeenschap.
- Ook alle gemeenschappelijke eigendom voor het huwelijk vallen hierin, ook al waren deze
niet 50/50 verdeeld.
- Aandelen gaan niet in de huwelijksgemeenschap, omdat het geen gemeenschappelijk
eigendom is.
Een finaal verrekenbeding brengt geen vervreemding met zich mee voor de ab-regeling. Bij een
algehele of beperkte gemeenschap van goederen waarin de aandelen tot de huwelijke gemeenschap
gaan horen, zie je wel een verschuiving van rechten, met als gevolg een fictieve vervreemding. Bij een
finaal verrekenbeding veranderen de eigendomsverhoudingen niet. Ze verrekenen bij het einde van
het huwelijk de waarde alsof er een gemeenschap van goederen was, maar die is er niet en nooit
geweest.
- Periodiek verrekenbeding: gedurende je leven al verrekenen (ieder jaar)
- Bij gedeelde eigendom verdelen, bij verrekenbeding verrekenen!
Voorbeeld 1:
Vrouw heeft 100% van de aandelen. Ze trouwen in huwelijkse voorwaarden waarbij de aandelen
volledig bij de vrouw blijven. Wat zijn de gevolgen voor de aanmerkelijk belangregeling? Niks, er zijn
geen gevolgen omdat de vrouw voor het huwelijk 100% van de aandelen had en nu nog steeds. Er
verandert niks.
Voorbeeld 2:
Vrouw heeft 100% van de aandelen. Ze trouwen in algehele gemeenschap van goederen. Dit betekent
dat nu zowel de vrouw als man 50% gerechtigd is tot de aandelen. Wat zijn de gevolgen voor de
aanmerkelijk belangregeling? Hier verliest de vrouw dus 50% van de rechten en de man krijgt 50%
van de rechten. De vrouw vervreemdt deze aandelen aan de man. Dit gebeurt echter niet vanwege
een rechtshandeling maar vanwege het huwelijk. Er is dus sprake van een fictieve vervreemding (art.
4.16 lid 1 sub e Wet IB).
Voorbeeld 3:
Vrouw heeft 100% van de aandelen. Bij het huwelijk spreken ze een finaal verrekenbeding af. Wat zijn
de gevolgen voor de aanmerkelijk belangregeling? De eigendomsverhoudingen veranderen niet door
een finaal verrekenbeding. Het enige wat ze overeenkomen is dat ze uiteindelijk de waarde gaan
verrekenen alsof ze er een gemeenschap van goederen is. Maar die is er niet en die ontstaat ook niet.
De man krijgt alleen een vordering voor waarde van de helft van de aandelen en de vrouw krijgt een
schuld voor de waarde van de helft van de aandelen. Bij een periodiek verrekenbeding wordt het
inkomen elk jaar verrekend. In de praktijk doen mensen dit echter niet. Het niet nakomen van een
periodiek verrekenbeding heeft als gevolg dat er bij de verdeling alsnog wordt geacht alsof er een
finaal verrekenbeding is.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Viscalist. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.