Fundamentele Wijsbegeerte
maandag 8 februari 2021
Inleiding: over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen
1. Vertrouwdheid en verwondering
• Werkelijkheid is ons altijd al vertrouwd
• Soms valt die vertrouwdheid weg door uiteenlopende gebeurtenissen (bvb; aangrijpend boek, oorlogsfilm,
ziekte/dood bij familieleden,…)
• Deze ervaring
○ = Destabiliserend
○ Geeft aanleiding tot reflectie: 'verwondering'
○ Verwondering = de filosofische grondervaring dat wat we ondergaan niet vanzelfsprekend is
(niet langer op automatische piloot leven, vragen stellen en op zoek gaan naar nieuwe
antwoorden...)
2. Verwondering en contingentie
'Verwondering ontstaat door wat feitelijk gegeven is te contrasteren met wat mogelijk is (of wat had
kunnen zijn)'
• Het feitelijke dient zich aan als contingent
• Contingentie = alles wat toevallig is , alles wat anders had kunnen zijn dan het is
• Bvb; studiekeuze is contingent
• <=> noodzakelijkheid: het zijnde, kan niet anders zijn dan zoals het is
Verwondering kan in principe alles wat feitelijk gegeven is, als anders-mogelijk en dus als contingent laten
verschijnen
3. Contingentie en orde
• In een volstrekt contingente realiteit valt niet te leven
Als alles ervaren zou worden als radicaal contingent, als volstrekt anders-mogelijk, als volkomen
toevallig en in die zin als volledig onvoorspelbaar, onberekenbaar en onvoorzienbaar, zou het voor de
mens onmogelijk zijn om zich in de wereld te oriënteren
• Geen orde, structuur of samenhang -> niet overleven
Vooraf gegeven ordening -> Verwondering -> maakt vanzelfsprekende contingent (verliest
evidentie) -> reflectie om contingentie te ordenen -> nieuwe verwondering -> brengt nieuwe orde tot
stand
-> Nieuwe ordening wordt na verloop v tijd, op haar beurt vanzelfsprekend
->Verwondering trekt deze vanzelfsprekendheid dan weer in twijfel
=> Vicieuze cirkel
4. Denken als ordenen
• Denken = ordenen vh contingente
○ Collectief niveau: culturele ≠ wijzen op een belangrijke onafhankelijkheid vh denken in het
structureren en ordenen v wat min of meer contingent is
○ Individueel bestaan: identiteit, denken fungeert als een manier om vele toevallige ervaringen en
gebeurtenissen in het leven te beheersen en ze in een geconstrueerde samenhang te denken
• Het denken zoekt dan niet langer de contingentie te beheersen, maar vooral de verworven beheersing
vd contingentie te verdedigen.
5. Filosofische verwondering
Filosofie stelt bijzonder soort vragen (anders dan andere denkvormen zoals mythe, religie, kunst):
• vraagt naar rationaliteit v elke mogelijke ordening, en dat op ongebonden Wijze
• hoopt zo inzicht te brengen in de plaats vd mens in de wereld
Fundamentele Wijsbegeerte Pagina 1
, • hoopt zo inzicht te brengen in de plaats vd mens in de wereld
Wilt de hardnekkigste vanzelfsprekendheden met hun anders-mogelijk-zijn contrasteren → MAAR impact v
verwondering (= vertrekpunt) kan nog intenser en complexer zijn.
○ "Is wat we nu zien de echte werkelijkheid?"
• Geradicaliseerde verwondering: de mogelijkheid vh werkelijke in vraag stellen →alles, zelfs al wat ‘is’,
w een voorwerp v verwondering.
Wat is filosofie?
• Enerzijds: filosofie is kritische reflectie op gevestigde kennis en orde
• Anderzijds: filosofie is ook zelf een vorm v weten: produceert zelf grondslagen
6. Denken en zijn
HAMVRAAG:
Wat is de verhouding tss denken en zijn
=> is de structuur in de wereld iets vh denken of vh zijn?
• Verhouding tss denken & zijn = kernprobleem filosofie
• 2 filosofische sub-dimensies:
○ Epistemologie = kennisleer, vraag nr ware kennis Plato
○ Matafysica = vraag nr ware werkelijkheid Aristoteles
7. Historische Evoluties
Filosofie vs. Andere denkvormen (kapstok leerstof)
De oudheid: filosofie en mythe
De middeleeuwen: filosofie en geloof
Moderne tijd: filosofie en moderne wetensch.
Hedendaagse tijd: filosofie en menswetensch.
1) Oudheid en Middeleeuwen
○ Gelijkenissen: zoeken ware werkelijkheid in stabiele, universele en kenbare principes ->
○ Realiteit verandert voortdurend en ≠ 'ware' werkelijkheid
=> zoeken naar de echte werkelijke wereld
○ Waarheid ligt buiten de mens (op zichzelf staand boven de mens)
○ Realisme: er bestaat een geordende werkelijkheid en het denken is in staat om die samenhang te
achterhalen.
2) Moderniteit
○ De wending naar het subject
○ Waarheid ligt binnen de mens (binnen het menselijke denken zelf)
○ Subject <=> object:
▪ subject = actieve, productieve, machtige instantie die àd basis ligt v eigen werkelijkheid;
▪ object = werkelijkheid is het passieve, maakbare product v subject
○ Idealisme: objectieve werkelijkheid is het product v denk- en kenvermogen vh subject (=
fundament vd kennis)
3) Hedendaagse tijd
○ decentralisering vh subject
○ Subject is onderhevig à factoren die het zelf niet beheerst
○ Denken staat niet langer los vd werkelijkheid
○ Denken blijkt zelf onvermijdelijk deel uit te maken vd werkelijkheid en w ook bepaald dr die
werkelijkheid
○ Mengeling v realisme, idealisme, relativisme en scepticisme
Verschil Realisme vs idealisme !!
Realisme = visie dat er een orde/structuur in de wereld zit en dat mensen die orde kunnen achterhalen ->
orde zit in wereld, mens achterhaalt orde
Fundamentele Wijsbegeerte Pagina 2
, orde zit in wereld, mens achterhaalt orde
Idealisme = visie dat de orde in de werkelijkheid door de mens in de wereld gebracht is -> mens maakt
orde
HST 1: Op zoek nr een stabiele werkelijkheid - De Oudheid ( 6eE vr
Chr - 6eE na Chr)
1 Het ontstaan vd wijsbegeerte
1.1 Van mythos naar logos
Griekse cultuur is voor de 6e eeuw oraal: het cultuurgoed kent enkel een mondelinge overlevering. Het
normen- en waardesysteem ligt vast en wordt sacraal gefundeerd.
• Bestaande orde = 'v nature' , magische krachten rituelen en Goden => w niet in vraag gesteld
• Dichters Homerus en Hesodius: koppelen ontstaan vd wereld à genealogie vd goden.
=> veranderende mentaliteit: mythen zijn niet meer vanzelf spreken maar w geïnterpreteerd
• Nieuwe verklaringsmodellen nodig die los staan v lokale tradities en mythen
• Op zoek nr uitleg logos , een rationele verklaring
Rationaliteit = methodologische aanpak vd verklaring vd wereld. Die aanspraak maakt op universele
geldigheid en die objectief inzichtelijk en systematisch geordend wilt zijn.
• De bedoeling vd mythe is dezelfde als die vd logos, namelijk de beheersing v een mysterieuze wereld.
• Desacralisering: de goden verliezen hun plaats in de wereld.
→De wereld verliest haar betovering en is klaar voor de objectiverende blik vd rede.
• Nieuwe houding: theoria = streven kennis na omwille vd kennis.
• Werkelijkheid registreren vanop afstand, totaalbeeld zien
1.2 De natuurfilosofen: op zoek naar de 'oer-stof'
• Geen behoefte aan externe factoren of bovennatuurlijke krachten
• De natuur w beheerst door immanente krachten: krachten die zelf een onderdeel vormen vd natuur
• Sluiten aan bij explicatieve dimensie v mythe maar
verklaringsprincipes zijn immanent
• Materialistisch verklaringsmodel: er moet een oerstof zijn
(bvb; Thales: water)
• Natuurfilosofen:
zoeken principes v ordening en verandering in natuur (kosmos)
• Parallel tss. orde vh DENKEN waarop we de wereld begrijpen
en orde vh ZIJN waarop de wereld reëel geordend
Logische orde Ontologische orde
1.3 Het relativisme vd sofisten
• Crisis in traditionele waarden door 'onttovering vd wereld': ethisch vacuum
• Ethiek gefundeerd op conventies = afspraken -> ethiek w afgesproken 'dit soort gedrag is goed dit is
slecht'
• Retoriek: het woord als machtsmiddel
• Retoriek is voor hen techniek die ten goede of ten kwade kan worden aangewend
• Filosofisch relativisme: verantwoording vr handelen en sociale relaties is niet langer evident
-> veranderende maatschappelijke organisatie: veelheid v poleis of stadsstaten waar geschreven wet
algemeen toegankelijk en voor iedereen gelijk is.
• Sofisten: rondtrekkende leraren die tegen betaling tegemoetkomen aan de behoefte aan vorming en
kennis, die bruikbaar is om het eigen handelen te legitimeren.
Protagoras:
• De mens, individu is de maat v alle dingen
• Geen ultieme waarheid: de dingen zijn zoals ik ze zie
Fundamentele Wijsbegeerte Pagina 3
, • Geen ultieme waarheid: de dingen zijn zoals ik ze zie
• Subjectief -> relativist
• Ontstaan v een kloof tss kennis en waarheid
→Lokt reactie uit v Socrates en Plato (zij zetten zich af tegen sofisten)
1.4 Socrates (469-399 v. Chr.)
• Reactie op sofisten
• "Kennis is deugd": rationeel gefundeerd inzicht in de ware betekenis v morele begrippen leidt tot
moreel handelen
• Er is wel een waarheid -> kennis is deugd -> als ik weet wat het goede is zal ik ook het goede doen dus
onmogelijk om te weten wat het juiste is en toch kwaad doen
• Dwingt tot reflectie
• De norm vh handelen w verinnerlijkt: de innerlijke overtuiging (het rationele weten) is rechtstreeks
merkbaar in de uiterlijke handelingen
• Dialoog = middel waarin waarheid tot stand komt
• Cultfiguur
• Proces Socrates is veroordeeld geweest p33
1.5 De post-klassieke oudheid (hellenisme en keizertijd, 3eE v.c. – 5eE n.c.)
Nieuwe politieke culturen die zeer belangrijke mentaliteitswijzigingen teweegbrengen
• Inwoners beschouwen zich als ‘wereldburgers’ (kosmopolitisme: de hele kosmos is hun polis).
• Neveneffect: het staatsburgerschap waar de inwoners vh Griekse en Romeinse rijk trots op zijn, komt
neer op onderworpenheid aan een centraal gezag dat ver vd leefwereld verwijderd is.
• Filosofie als ‘levenskunst’ ipv een theoretische reflectie + opkomst filosofische stroming vanuit
Christendom.
2 Zijn en worden
Probleem: verhouding tss het ‘zijn’ vd ware werkelijkheid die eeuwig, onveranderlijk en universeel is
enerzijds, en het ‘worden’ vd zintuiglijke realiteit die momentaan, veranderlijk en particulier is anderzijds.
2.1 Zijn tegenover worden: Parmenides en Heraclitus
Parmenides (ca. 515-440v.Chr.)
'Het zijnde is en het niet-zijnde is niet'
Het zijnde:
• kan niet ontstaan
• is niet veroorzaakt
• kan niet vergaan
• is niet deelbaar
• is onbeweeglijk en begrensd
• is volmaakt
• is bolvormig (overal en alle richtingen identiek)
=> Wereld vh zijn , stabiliteit, onveranderlijk
Heraclitus (geb. ca. 543 v.Chr.)
'Alles vloeit, niets is blijvend'
• Voortdurende verandering
• Conflict tss tegengestelden
• Het is door die verandering dat de wereld kan bestaan, spanning tss tegengestelden is wezenlijk vr de
orde vd wereld
• De werkelijkheid is dus continu in beweging én is het resultaat v voortdurende conflicten tss
tegengestelden
=> Wereld vh worden, conflicten en verandering
Fundamentele Wijsbegeerte Pagina 4