Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting kennistoets module 1.2 €2,99   Ajouter au panier

Resume

samenvatting kennistoets module 1.2

 7 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

samenvatting van module 1.2

Aperçu 3 sur 23  pages

  • 19 janvier 2024
  • 23
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting module 1.2

KLA

Een risicofactor volgens de wereld gezondheidsorganisatie (WHO) definieert de risicofactor als volgt:
een risicofactor is elke eigenschap, karakteristiek of blootstelling van een individu die kans op het
ontwikkelen van de ziekte of aandoening verhoogt.

een ziekte of aandoening kan daarbij elke vorm aannemen:
bijvoorbeeld griep een inversie trauma van de enkel of zelfs overlijden

de ernst van een risicofactor wordt bepaald door de mate van de blootstelling en de aanwezigheid
(aanwezigheid * blootstelling)

prognostische factor
prognose = een voorspelling
een prognostische factor = een factor die van invloed is op het verloop van de ziekte of aandoening
nadat deze gestart is
Twee verschillende vormen
prognostische factor = hoe het Natuurlijk verloop is en invloed daarop uitoefent
predictieve factoren = invloed op het verloop, door therapie of medicijnen

twee verschillende manieren onderzoeken via longitudinale cohort onderzoek:
op een prospectieve wijze dus volgend In de tijd startend vanaf dit moment tot ergens ver In de
toekomst
je onderzoekt het retrospectief waarbij je al weet wat de Mensen hebben en terugkijkt welke
verschillende variabelen tot een ziekte of aandoening hebben geleid.


In het fysiotherapeutisch werkveld kom je twee vormen van screening tegen. Deze bestaan uit
DTF-screening: Om te controleren of de persoon terecht bij de fysiotherapeut is, wordt bepaald met
een DTF-screening.
Screening op gezondheidsrisico's: past de fysiotherapeut toe om te bepalen of er een risico is op
ziektes of aandoeningen.

In Nederland vindt preventie plaats op 4 verschillende vormen van preventie:
1. Bij universele preventie draait het om het verbeteren en beschermen van de gezondheid van de
hele bevolking (collectief).
2. Bij selectieve preventie probeert de overheid een grote groepen mensen (collectief) met één of
meerdere risicofactoren te voorkomen dat de aanwezigheid van deze risicofactoren
daadwerkelijk leidt tot het krijgt van een ziekte.
3. Geïndiceerde preventie is gericht op mensen (individu) met klachten. Daarbij wordt geprobeerd
te voorkomen dat de klachten zich verder uitbreiden tot een ziekte of aandoening
4. Bij mensen (individu) die een ziekte hebben, is het belangrijk om te voorkomen dat ze hier veel
last van hebben. Het voorkomen van een slechtere kwaliteit van leven of misschien zelfs
vroegtijdig overlijden is belangrijk!

,Screening
Komt een patiënt zonder verwijzing op de eerste afspraak, dan start de fysiotherapeut met de
screening.
Screening = een proces dat de fysiotherapeut leidt naar de beslissing of verder fysiotherapeutisch
onderzoek geïndiceerd is.
Tijdens het screenen wordt door middel van gerichte vragen, tests of andere diagnostische
verrichtingen binnen een beperkte tijd vastgesteld of er al dan niet sprake is van een patroon van
tekens en/of symptomen dat valt binnen het competentiegebied van de individuele fysiotherapeut.

Vlaggen
Rode vlaggen: medische risicofactoren, wijzend op een
ernstige pathologie (bv breuk, tumor, …)
Gele vlaggen: psychosociale risicofactoren (“normale” maar niet helpende reacties op pijn vatbaar
voor verandering)
Oranje vlaggen: psychiatrische risicofactoren (“abnormale” psychiatrische of psychologische reacties)
Blauwe vlaggen: relatie werk-gezondheid (Gebrek aan steun, interesse en plezier op het werk, Werk
met hoge fysieke inspanning)
Zwarte vlaggen: contextuele risicofactoren (partner, kinderen, familie, vrienden kunnen
risicofactoren bevatten)

klinimetrie eigenschappen = Alleen het geval als er klinische verschijnselen of eigenschappen kunnen
meten deze zijn vaak direct observeer baar (loopsnelheid, ROM van de knie, uithoudingsvermogen of
kracht)
psychometrische eigenschappen = daarbij draait het om het gericht meten van psychische of
cognitieve aspecten die is vaak beschrijft In de zogenaamde latente variabelen (het latente variabele
is niet direct meetbare bijvoorbeeld aan het iQ, het ruimtelijk inzicht, emotieverwerking, angst of
pijn)
Meetinstrumenten/testen (methodologische kwaliteit)
Wordt beoordeeld door de betrouwbaarheid, validiteit en hanteerbaarheid

de validiteit is de mate waarin de test daadwerkelijk iets zegt over de gemeten variabele.
Over het algemeen worden er 3 basale vormen onderscheiden (Er zijn er veel meer)
de construct validiteit: meet het instrument voor theoretisch model of een definitie.
De content validiteit: meet het instrument alle onderdelen van het theoretisch model
De criterion validiteit: meet het instrument hetzelfde als een bestaand criterium (een gouden
standaard)

responsiviteit is onderdeel van validiteit
doet een uitspraak over de gevoeligheid van de meetinstrument
belangrijk is dan dat je dus ten minste twee metingen hebt gedaan bij één persoon
We herkennen twee verschillende vormen van responsiviteit
de MDC (minimal detectable change) deze geeft aan hoe gevoelige meetinstrumenten is in de vorm
van punten op de eenheid van het instrument
de MCIC (minimal clinical important change) het aantal punten op eenheid van het instrument dat ik
daadwerkelijk relevant is voor de patiënt


betrouwbaarheid
 wordt bij een herhaalde meting hetzelfde resultaat behaal.

,  weergave van de mate van gemaakte fouten, zowel de systematische, als ook de willekeurige
(random) fouten.
Een stappenplan.
Stap 1: Wat wil je meten?
Stap 2: Met welk doel wil je meten?
Stap 3: Met welk soort meetinstrument wil je meten?
Stap 4: Hoe vind je een meetinstrument?
Stap 5: Wat is de hanteerbaarheid?
Stap 6: Wat is de methodologische kwaliteit?

EBP  assess, ask, acquire, appraise, apply

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Brettpeters21. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
  Ajouter