DEEL 2: RECHTSBESCHERMING
INLEIDING
- = geheel van technieken die erop gericht zijn te voorkomen dat rechten worden geschonden en/of
geschonden rechten te herstellen
Curatieve rechtsbescherming
- = herstellen
Preventieve rechtsbescherming
- = voorkomen van conflicten / komen tot zorgvuldigere besluitvorming
- Rechtsbeschermingsmechanismen die inwerken tijdens de besluitvormingsprocedure
- Voorbeelden:
o Verplichte/facultatieve adviesaanvragen
o Formele motiveringsplicht
o Openbare onderzoeken
o Openbaarheid van bestuur
o Beginselen van behoorlijk bestuur
FORMELE MOTIVERINGSVERPLICHTING
- Geen beginsel van behoorlijke bestuur want dat zijn ongeschreven rechtsbeginsels
o Formele motivering vloeit voort uit wet 29 juli 1991
- Wet van 29 juli 1991 ‘betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen’
o Wet met 7 artikelen, waarvan 6 relevant zijn
o Art. 1 en art. 2 belangrijk in bestuursrecht
Uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen
Reden waarom beslissing werd genomen opnemen in beslissing
35
,- Art. 2:
“De bestuurshandelingen van besturen bedoeld in artikel 1 moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden.”
- Voordien enige manier om aan motieven te raken: beroep instellen
o Administratief dossier duidt redenen achter handelingen
o Veel blinde beroepen ingesteld bij RvS om beweegreden te achterhalen
DOEL
“De belangrijkste bestaansreden van de motiveringsplicht zoals die wordt opgelegd door de formele
motiveringswet, bestaat erin dat betrokkene in de hem aanbelangende beslissing zelf de motieven moet
kunnen aantreffen op grond waarvan ze werd genomen, derwijze dat blijkt, of minstens kan worden nagegaan,
of de OV is uitgegaan van gegevens die in rechte en in feite juist zijn, of zij die gegevens correct h beoordeeld,
en of zij op grond daarvan in redelijkheid tot haar beslissing is kunnen komen, opdat de betrokkene met kennis
van zaken zou kunnen uitmaken of het aangewezen is de beslissing met een annulatieberoep te bestrijden.”
- Vanaf derwijze : materiële motiveringsplicht
o Betrokkene kan zien aan datgene wat w betekent of het zin heeft of hij in wezen in rechte op komt
o Op basis v motivering duidelijk zijn of het zin heeft om zich te verzetten tegen een beslissing
Begrijp ik het of niet? Ben ik het eens of niet?
o NIET naar rechter om motieven te vernemen (einde aan blinde beroepen – wet 29 juli 1991)
BEGRIPPEN
Begrip bestuurshandeling
- Art. 1
“de eenzijdige rechtshandeling met individuele strekking die uitgaat van een bestuur en die beoogt
rechtsgevolgen te hebben voor één of meer bestuurden of voor een ander bestuur”
- Deze handelingen moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden
- Enkel individuele rechtshandelingen vereisen formele motivering
- Geen motivering bij
o Voorbereidende handelingen die geen rechtsvervolgingen hebben
o Wederkerige rechtshandelingen
o Reglementaire akten (WEL aan materiële motivering)
- Bv. NIET de declaratieve handelingen, voorbereidende handelingen, meerzijdige rechtshandelingen
(contracten) (wel de eenzijdige RH die eraan voorafgaan), de reglementaire akten
Begrip bestuur
- = “administratieve overheden als bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de RvS”
- Inclusief instanties vermeld in art. 14, § 1, eerste lid, 2°, RvS-wet (cfr. GwH nr. 17/2004, 29 januari 2004)
- Opgelet: ook als bestuurshandeling niet aanvechtbaar is voor RvS moet uitdrukkelijk gemotiveerd worden
o Bv. beslissing waartegen nog georganiseerd administratief beroep openstaat,
o Bv. beslissing die aanvechtbaar is bij ander rechtscollege
- Georganiseerd administratief beroep: bij welke instantie, vormvereisten, termijn
o Beroepsprocedure uitputten op ontvankelijke wijze anders is weg naar rechter afgesloten
o Beroepen zijn er om taak van rechter te verlichten, niet elke beslissing van OV bij administratief
rechtscollege aanvechten tussenstap bij administratie zelf
o MAAR DUS beslissing moet wel ook al gemotiveerd zijn
o Beroepsinstantie blijft bestuurlijke OV, geen rechter beslissingen conform formele motivering
o !! bestuursrechter niet onderworpen aan formele motivering
36
, Geen besturen, maken deel uit van rechterlijke macht
Onderworpen aan juridisch-dictionele motiveringsverplichting
INHOUD FORMELE MOTIVERINGSPLICHT
Motivering moet “uitdrukkelijk” zijn (art. 2)
- Van Dale: “met zoveel woorden”, “zodat er niets geïmpliceerd is”, “duidelijk, bepaald, expliciet”
- Substantieel vormvoorschrift (ter bescherming van de belangen van de bestuurde)
- Met motieven die niet in beslissing zijn opgenomen (cfr. art. 3: “in de akte”) geen rekening houden
o Het moet er expliciet staan, niet tussen regels lezen
o Elk motief dat niet opgenomen is in beslissing moet rechter geen rekening houden
Weten niet of motief ook speelde bij maken beslissing, ligt niet aan grondslag beslissing
- Uitzondering : motivering door verwijzing
o Bestuur brengt zelf geen motieven aan, maar verwijst naar ander document dat in
besluitvormingsproces tot stand is gekomen, uitgaande van ander (beslissend) bestuur maar
waarmee bestuur volledig instemt
In aanloop naar uiteindelijke eindbeslissingen zijn er tussenstations waar aanvraag /
vraag tot benoeming door moet,
Vb. oordeelscommissie voor aanwerving
o Vaak bij complexe administratieve rechtshandelingen
o Voorwaarden:
De documenten waarnaar verwezen wordt zijn zelf afdoende gemotiveerd
Het bestuur maakt duidelijk die motieven tot de zijne
“wij sluiten ons daarbij aan” = zijn nu onze motieven
De betrokkene heeft kennis van de stukken waarnaar verwezen wordt
Document waarnaar verwezen toevoegen aan beslissing
Motivering moet “in de akte” zijn opgenomen (art. 3, eerste lid)
- In de veronderstelling dat er een akte is
- Impliceert dat verplichting tot formele motivering niet geldt voor:
o Louter mondelinge beslissingen
= snel ingrijpen, dus geen tijd voor schriftelijke beslissing
In de schrift geen enkel spoor niet onderworpen aan motivering
In loop van tijd omgezet tot schriftelijk motieven opnemen
o Fictieve beslissingen
= beslissingen bestaan eigenlijk niet, maar aannemen dat ze er zijn
Niet onderworpen aan motivering
stilzwijgende weigeringsbeslissingen : bestuur moet binnen bepaalde termijn beslissen
indien er geen beslissing is wordt geacht geweigerd
- Geen geschrift = geen formele motivering
Motivering bestaat uit “juridische en feitelijke overwegingen […] die aan grondslag liggen v beslissing”
- “Juridische overwegingen”:
o Op welke rechtsregels steunt het bestuur zijn beslissing?
o OV neemt beslissing, maar kan enkel doordat hij daartoe gemachtigd is door normatieve tekst
o Verwijzing naar bepaling uit die tekst opnemen in beslissing
- “Feitelijke overwegingen”:
37
, o Welke feiten lokken de toepassing van deze regel uit?
o Welke feiten beïnvloeden de beoordelingsbevoegdheid van
o Het bestuur?
o Alles wat OV ertoe bracht om bepaalde rechtsregel toe te passen op een bepaalde situatie alle
feitelijke omstandigheden opnemen die aan grondslag liggen van beslissing
o Vb. tuchtprocedure: welke straf? Waarom die straf?
Motivering moet “afdoende” zijn (art. 3, tweede lid)
- Inhoudelijk bestuderen van motieven : zijn motieven juist of fout?
o Formele motiveringswet: puur vormelijk het moet er staan
o Bijkomend: afdoende grenst aan materiële motiveringsplicht: inhoudelijke beoordeling
De opgegeven motieven moeten de beslissing kunnen dragen:
- Duidelijk, ondubbelzinnig, geen twijfel laten
o Beslissing dragen / verantwoorden begrijpen waarom beslissing genomen werd
o Onduidelijk: motief wordt gelijkgesteld aan geen motief
o Dubbelzinnig: ruimte voor interpretatie, strekking motief is onduidelijk
- Niet tegenstrijdig
o Tegenstrijdige motieven heffen elkaar op = afwezigheid van motieven
- Juist
o Onjuist: beslissing is niet op jou van toepassing
o Vb. tuchtprocedure: je krijgt beslissing die niet op jou van toepassing is maar beslissing voor ander
personeelslid voor andere tuchtfeiten niet inhoudelijk beoordelen over juistheid
o Niet jouw zaak = niet jouw motieven
o Materieel: zijn beslissingen correct?
- Pertinent, relevant
o Moeten met de beslissing te maken hebben
o Vereist bepaalde inhoud, moet beslissing dragen
- Precies en concreet (geen stijlformules)
o Geen passe-partout die in elke beslissing gebruikt kan worden
o Vb. we hebben de bezwaren gelezen, maar overtuigen ons niet
o Stijlformules die nietszeggend zijn
Evenredigheid tussen het gewicht van de beslissing en de motivering
- Omvang van motivering is afhankelijk van het belang, de aard en het voorwerp van de beslissing
o Aard beslissing kan ervoor zorgen dat motiveringsverplichting in ene geval zwaarder doorweegt
dan andere nood aan evenredigheid / proportionaliteit tussen gewicht beslissing en motivering
- Vb. tuchtsanctie van ontslag vs. tuchtsanctie van de blaam
- Vb. omvang van discretionaire beoordelingsbevoegdheid van bestuur
o Bestuur h veel mogelijkheden / discretionaire bevoegdheid om te beslissen
o Hoe ruimer, hoe strenger motiveringsplicht w beoordeeld
- Vb. ligt beslissing voor de hand of wijkt bestuur af van eerdere beslissing?
- Vb. wijkt bestuur af van (niet-bindend) advies?
o Respecteren ingesteld deskundig advies
o Afwijken van dit advies kan, maar niet op ongemotiveerde wijze
38