LES 1............................................................................................................................. 2
info examen ................................................................................................................ 2
enkele willekeurige vragen vooraf................................................................................. 2
De chronologie als een etmaal (24u) bekijken ............................................................... 4
geschiedenis van de archeologie .................................................................................. 5
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding ......................................................................................... 6
A: De termen pre- & protohistorie ................................................................................ 6
B: De geschiedenis van de (prehistorische) archeologie ................................................. 6
C: de archeologische methode ..................................................................................... 6
D: Overzicht bronnenmateriaal & bewaringstoestanden ............................................... 7
les 2............................................................................................................................. 10
e: datering ................................................................................................................ 17
les 3............................................................................................................................. 20
hoofdstuk 2: mens en natuur ............................................................................................ 20
a: evolutie van het natuurlijk milieu .......................................................................... 21
b: anatomische evolutie van de mens (de acteurs) ...................................................... 27
- deel I: steentijden -........................................................................................................ 35
hoofdstuk 3: vroeg- en middenpaleolithicum (2,5 myr-40 ka) .............................................. 35
les 4............................................................................................................................. 35
A: vroegpaleolithicum in afrika .................................................................................. 35
b: vroegpaleolithicum in europa ................................................................................. 37
c: neanderthalers en het middenpaleolithicum ........................................................... 40
hoofdstuk 4: laatpaleolithicum in noordwest-europa (40-10 ka) .......................................... 45
a: context en algemene kenmerken van het laatpaleolithicum .................................... 45
B: laatpaleolithische culturen in NW europa .............................................................. 52
C: kunst en decoratie ................................................................................................ 59
2. Rotskunst ............................................................................................................. 63
laatpaleolithische kunst in belgië............................................................................... 68
D: Finaalpaleolithicum .............................................................................................. 69
les 7............................................................................................................................. 70
Hoofdstuk 5: mesolithicum (10.000-5.000 v.c.)................................................................... 70
A. Context en algemene kenmerken ........................................................................... 70
Einde van het mesolithicum: cohabitatie met neolithische gemeenschappen? ............. 83
Hoofstuk 6: neolithicum (10.000-2.000 v.C.) ...................................................................... 84
1
,Sofie Vandermarliere – BA3 Geschiedenis 2024
A. Ontstaan van landbouw en veeteelt ....................................................................... 88
B. Verspreiding van vroegneolithicum in Europa ........................................................ 91
middenneolithicum ................................................................................................... 99
D. Laatneolithicum ..................................................................................................109
-deel II: Metaaltijden- .....................................................................................................114
Hoofstuk 7: vroege en middenbronstijd (2300-1100 v.C.) ...................................................114
A. Aanvang van de metaaltijden ................................................................................115
B. vroege bronstijd in NW-Europa.............................................................................115
C. Vroege bronstijd in de Lage Landen ......................................................................119
D. Middenbronstijd (1700-1100 v.c.) .........................................................................120
Hoofdstuk 8: late bronstijd (1100-750 v.C.) ......................................................................128
a. Algemene context .................................................................................................128
B. Urnenveld en deposities .......................................................................................130
C. Andere kenmerken ...............................................................................................138
Hoofdstuk 9: vroege ijzeertijd: hallstatt (750-450 v.C.).......................................................139
les 9............................................................................................................................139
Nieuwe politieke structuren in het mediterraan gebied ..............................................140
de hallstattcultuur in centraal europa ......................................................................141
de vroege ijzertijd in de lage landen ..........................................................................144
les 10 ..........................................................................................................................147
Hoofdstuk 10: midden- en late ijzertijd: la tène (450-50 v.C.) .............................................148
A. Kelten .............................................................................................................148
B. Midden- en late ijzertijd in de lage landen .............................................................153
hoofdstuk 11: overgang naar de gallo-romeinse tijd (50 V.C. – 70 n.c.) ...............................161
A. Einde van de protohistorie? ..................................................................................161
B. Romeinse “verovering” ..........................................................................................161
C. Romeins wegennet, militaire kampen en baanposten ............................................162
D. Voortleven van lokale ijzertijdtradities ..................................................................165
1) Einde van de laatste ijstijd
o Pleistoceen eindigt 12 000 jaar geleden: nu holoceen (zitten we nu in het
antropoceen?)
2) Vroegste mensachtigen
o Mensachtigen = vanaf gebruik van werktuigen / artefacten
o Cultuur = leerproces, alles wat je aanleert buiten je instincten, cultureel
gedrag verwerf je in de loop van je leven (vogel leert niet hoe hij een nest moet
maken, doet dat vanzelf)
▪ Buiten wat genetisch wordt doorgegeven
▪ Andere soorten die cultureel gedrag vertonen! Bv. chimpansee
culturen – soms ook materiële cultuur
o 2,5 mln jaar geleden vroegste artefacten -> vroegste mensachtigen (hangt af
van criteria)
o Rechtop lopen werd al langer gedaan, bv. door Lucy (3,5 mln jaar geleden)
3) Uitsterven dino’s
o 65 mln jaar geleden door een inslag, meeste dino’s dood
4) Begin van ijzertijd bij ons
o 750 jaar v.c. (ongeveer bij de Galliërs en Kelten)
o Bronstijd ongeveer gelijk met protohistorie
o Steentijd 1000 keer langer dan protohistorie!
STELLINGEN
5) “Vroegste afbeeldingen zijn door neanderthalers gemaakt”
o nee
o homo sapiens grootste deel van zijn tijd geen beelden gemaakt! pas vanaf 40
000 jaar geleden
o Eerste afbeeldingen zijn op ongeveer hetzelfde moment gemaakt als wanneer
de neanderthaler uitsterft
o Maakte wel pigment & patronen, niet echt afbeeldingen
6) “De zeespiegel stijgt tijdens ijstijden”
o nee: gletsjers groeien, maar water komt niet snel genoeg terug (gaat enorm
hard! Je kon gewoon naar Engeland wandelen) – nu stijgt de zee wel
(opwarming van de aarde)
o Zeespiegel daalde 60 à 70 meter tijdens de laatste ijstijd”
7) “Konijnen werden bij ons in het neolithicum gedomesticeerd
o nee: neolithicum = overgang van jagers-verzamelaars naar landbouw &
veeteelt (dieren tot huisdier maken) konijnen = mediterrane dieren, pas sinds
middeleeuwen in West-Europa!!
o Domesticatie = dieren als huisdieren houden, ook vee etc.
8) “Via een callibratietebel en C14 kan je de exacte datum terugvinden”
o nee: standaarddeviatie, gemiddelde +-, altijd tussen A en B, nooit precieze
datum (meerdere kalenderjaren) nooit 1 jaar
3
, Sofie Vandermarliere – BA3 Geschiedenis 2024
9) “Dit is een vuistbijl”
o nee: vuistbijl is op een stok (gepolijste bijl hier, voor bomen om te hakken –
neolithicum: bomen hakken voor veeteelt) vuistbijlen zijn GEEN geslepen
objecten
Mens en dino hoort NIET samen, nooit samengeleefd
Pleistoceen: continue afwijking tussen ijstijden & geen ijstijden
o Fauna & flora veranderen hierdoor constant, maar mammoeten door mens
uitgestorven (grootste soorten, mega-fauna)
Verschillende soorten mensen met elk verschillende activiteiten
DE CHRONOLOGIE ALS EEN ETMAAL (24U) BEKIJKEN
Veralgemeend schema van de Prehistorie.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sofie7. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.