Anatomie en Radiologische Anatomie – ANATOMIE
H1: inleiding in de anatomie
1. Wat is anatomie?
Uit het Oud-Grieks: anatomé
- Ana: open
- Tomé: snijden
Andreas Vesalius
= grondlegger van de moderne anatomie
De humani corporis fabrica libri septem: 7delige uiteenzetting over de humane anatomie
= eerste volledige werk over menselijk lichaam
Microscopische en macroscopische anatomie
- Microscopische: studie van weefsels (histologie) en cellen (cytologie)
- Macroscopische: bouw van het lichaam (hetgeen met het blote oog waar te nemen), ontleed
met mes en pincet
Verschillende manieren van kijken
- Topografische anatomie: elke regio van het lichaam wordt afzonderlijk bestudeerd met alle
betrokken aspecten, houdt zich vooral bezig met de beschrijving van ligging van deze
structuren tov elkaar
Vb thorax: bloedvaten, spieren, botten en organen
- Systematische anatomie: elk lichaamssysteem wordt in zijn geheel apart bestudeerd
doorheen het volledige lichaam; start traditioneel met skelet (osteologie) als basis, waarna
later ligamenten en spieren worden toegevoegd
Vb cardiovasculair systeem met hart en bloedvaten
Anatomische terminologie
Terminologica anatomica van FIPAT
= lijst van termen met als hoofddoel artsen en wetenschappers wereldwijd dezelfde amen te laten
gebruiken voor anatomische structuren
Opgesteld in Latijn en gepuurd uit Nomica Anatomica (19 e eeuw), bevat ook equivalente Engelstalige
begrippen
2. Oriëntatie
Anatomische positie
Bij beschrijving van de anatomie wordt er steeds vanuit gegaan dat het lichaam in een standaard
positie staat
- Rechtop
- Voeten bij elkaar met tenen naar voor
- Handen langs het lichaam met handpalmen naar voren gericht
- Hoofd is rechtop: ondergrens van de oogkas en bovengrens van orkaan liggen hierbij op 1
horizontale lijn = Frankfurt doorsnede
- Mond gesloten en ogen open (gericht op een punt in de verte)
- Neutrale gelaatsuitdrukking
Pagina 1 van 22
,Lichaamsvlakken
Vooral gebruikt wanneer men kijkt naar doorsnedes (bv radiologie) of om anatomische bewegingen
weer te geven
- Transversaal of horizontaal vlak
o Superior/inferior
o Craniaal/caudaal
- Frontaal of coronaal vlak
o Anterieur/posterieur
o Ventraal/dorsaal
- Sagittaal vlak
o Links/rechts
o Mid- en parasagitaal
Assen
- Cranio-caudale of longitudinale as: loodrecht op transversaal vlak
- Dorsoventrale (of sagittale) as: doorheen op frontaal vlak
- Laterolaterale of transversale as: loodrecht op sagittaal vlak
Richtingen
- Mediaal (<medius): orgaan aan midden, richting midden
<-> lateraal: aan de zijde van het lichaam, richting buitenkant
- Proximaal: lichaamsonderdelen dichtbij axiaal skelet
<-> distaal: lichaamsonderdelen verder van axiaal skelet
- Ventraal (< venter) of anterior: aan de voorkant of kant van buik
<-> dorsaal of posterior: aan de achterkant of kant van rug
- Craniaal: naar het hoofd toe
<-> caudaal: richting benen
3. Beweging
Termen van beweging
Het lichaam kan bewegen in alle richtingen door de actie van verschillende gewrichten over de assen
in hun respectievelijke vlak. Door deze bewegingen een specifieke term toe te kennen, kunnen alle
klinici elkaar begrijpen.
3.1. Algemene termen
Flexie en extensie
zijn complementaire bewegingen in het sagittale vlak
- Flexie: de beweging die de hoek tussen de lichaamsdelen doet afnemen
< flectere: buigen
- Extensie: de beweging die de hoek tussen de lichaamsdelen doet toenemen, een abnormale
overstrekking wordt hyperextensie genoemd
< extensio: strekken
Deze bewegingen komen oa voor in de volgende gewrichten: elleboog en knie
- Elleboog:
wnn je je elleboog buigt, verklein je de hoek tussen je bovenarm (en de humerus) en je
onderarm (radius en ulna) en breng je deze in flexie
Wnn je je arm weer strekt, vergroot je deze hoek = extensie
- Knie:
Bij het plooien of buigen van je knie, verklein je de hoek tussen je bovenbeen (femur) en
Pagina 2 van 22
, onderbeen (tibia en fibula) = flexie
Wnn je je been weer strekt, vergroot de hoek = extensie
Abductie en adductie
zijn tegenovergestelde bewegingen in het frontale vlak, weg van, of juist naar de centrale as toe
- Abductie: beweging die de hoek tussen de lichaamsdelen doet toenemen
< abducere: wegvoeren
- Adductie: beweging die de hoek tussen de lichaamsdelen doet afnemen
Deze bewegingen komen oa voor in de heup, maar ook in vingers en tenen
- Heup:
In het frontale vlak wegduwen = abductie
Beweging naar je centrale as = adductie
- Vingers
Verspreiden van vingers = abductie
Terug vingers samen = adductie
! Duim is een uitzondering: abductie van de duim is de voorwaartse beweging van de duim waarbij
die een loodrechte positie bekomt tov handpalm, adductie brengt de duim weer in anatomische
positie naast de wijsvinger
Endorotatie en exorotatie
zijn complementaire bewegingen in het transversale vlak om de longitudinale as, soms kan je ook de
termen mediale en laterale rotatie tegen
- Endorotatie: beweging naar binnen
< endo: in
- Exorotatie: beweging naar buiten
< exo: uit
Deze bewegingen komen oa voor in de schouder en heup
- Schouder
Elleboog naar buiten bewegen en hand naar binnen = endorotatie
Elleboog naar binnen bewegen en hand naar buiten = exorotatie
- Heup:
Heup beweegt naar binnen, naar de middellijn toe = endorotatie
Heup beweegt naar buiten, weg van de centrale as = exorotatie
Circumductie
= de draaiende beweging van een extremiteit (hand, vinger, voet, been) waarbij 1 uiteinde (relatief)
gefixeerd blijft
Hierbij worden verschillende spiergroepen 1 voor 1 aangesproken: adductoren, abductoren, flexoren
en extensoren
3.2. Specifieke termen
Pronatie en supinatie
In de onderarm laat de specifieke skeletstructuur een draaibeweging toe waarbij de radius draait
binnen het ligamentum annulare
- Pronatie: mediale beweging waarbij (vanuit de anatomische positie) de handpalm naar
achteren draait, hierbij draait radius in het ligamentum annulare en komt deze kruislings te
liggen over de ulna (kruising van radius en ulna)
- Supinatie: om terug in anatomische positie te komen —> ezelsbrug: soep
Plantairflexie en dorsiflexie
Om de juiste hoekverkleining aan te duiden, bij voeten (gezien vanaf anatomische positie)
Pagina 3 van 22
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eliengeerts1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.