Algemene Psychologie
Psychologie = wetenschappelijke benadering van menselijk gedrag & verschillende
factoren die het gedrag van mensen bepalen.
Gedrag is reactie op prikkels & uit zich in doen/zeggen & Voelen/denken
Interne persoonsgebonden & externe omgeving gebonden factoren
Benaming
- Klinisch (neuro) psycholoog
- Psychiater
- Psychotherapeut
- Coach
- Varia: consulenten, levenscoach, homeopathie, healers,…
Intuïtie = innerlijk zien of spontaan ‘weten’
Iedereen beetje psycholoog:
- Ervaring, vaststelling, opvoeding, -> gedrag van andere voorspellen, anticiperen,
beïnvloeden
- Uit zich vaak in veralgemeningen, vooroordelen, uitdrukkingen,…
Gelijkenissen:
- intuïtie, observatie, interesse… ligt aan basis van wetenschapsbeoefening
- doel is gelijkaardig
- werkwijze: zintuigelijke waarneming & ervaring
Objectiviteitsbeginsel
- Objectiveren aan hand van betrouwbare & gevalideerde instrumenten of testen.
- Intersubjectiviteit bij beschrijven van observaties ( verschillende onafhankelijke
waarnemers die tot eenzelfde observatie komen)
- Subjectieve interpretatie minimaliseren
- Beperking: enkel beroepen op betrouwbare & controleerbare observaties
Men mag wel logische conclusies afleiden die niet objectief waarneembaar zijn o.b.v
objectieve waarnemingen
Toeval: wat toevallig in het oog springt omwille van vooringenomenheid o.b.v
voorgevoel, selectieve waarneming
- Aandacht voor wat we al weten, wat we verwachten, voor wat opvalt,…
- Onbetrouwbare & niet onderbouwde conclusies
Systematisch betekent hier planmatig, veelvuldig & ontdaan van verteleningen (bv:
veel casussen onderzoeken)
Ongecontroleerd wil zeggen dat er factoren aanwezig kunnen zijn die invloed
hebben op uitkomst & daardoor uitkomst mee bepalen
Gecontroleerd wil zeggen dat
, - Men zoveel mogelijk ongekende of onverwachte invloeden zal trachten uit te
sluiten
- Of onderzoek verschillende malen zal verrichten onder dezelfde omstandigheden
Intuïtie kan aanvullingen bieden waar wetenschappelijke kennis of technieken
ontoereikende zijn
- Voorlopig & hypothetisch tot dat er wetenschappelijk empirisch bewijs is
Intuïtie kan inspiratie zijn voor nieuwe onderzoeksvragen
Wetenschap kan intuïtie controleren, bevestigen of corrigeren
Methodes binnen wetenschappelijke psychologie
Doel: wetmatigheden inzake gedrag ontdekken
Causale verbanden ontdekken om verloop & processen te begrijpen, verklaren &
later eventueel te beïnvloeden.
Menselijk gedrag is complex & onder invloed van vele factoren & daarom moeilijk te
onderzoeken
Daarom aspectgewijs werken om ‘gecontroleerd’ te onderzoeken door enkele
factoren te isoleren en te onderzoeken (& andere uit te sluiten of constant te
houden)
Stap 1: onafhankelijk & afhankelijke variabelen omschrijven
- Verscheidenheid aan observatie & meettechnieken
- Observatieschalen, psychometrische testen,…
- Deze meten vaak enkel een deel van ruimer gedrag
- Operationaliseren: te onderzoeken fenomeen verengen tot een
meet/waarneembaar aspect
- Conclusie is in eerste instantie enken van toepassing o wat
gemeten/waargenomen werd
- Bv welbevinden: mentaal, fysiek & sociaal welbevinden
Stap 2: verband tussen variabelen bepalen
- A: experimentele methode
Zoveel mogelijke variabelen controleren
Enkel onafhankelijke variabele manipuleren of toedienen
Experimentele groep & controle groep
Verschillen tussen groepen meten is (causaal) effect
Meerdere factoren of multifactoriële opzet
Betrouwbaar (positief)
Kunstmatige context (negatief)
- B: differentiële of cor relationele methode
Meerdere groepen vergelijken die verschillen op OV &/of AV & op andere
factoren gelijkaardig zijn
Vervolgens bekijkt men in welke mate OV & AV covariëren
Hieruit kan men een correlatie berekenen
-
- C: beschrijvend onderzoek
2
, Bestuderen van AV op basis van beschrijving van kenmerken, ervaringen,
gebeurtenissen & aandoeningen
Onderzoeker of arts interpreteert & analyseert & vormt zo een conclusie
Door complexiteit van fenomeen is andere aanpak soms niet mogelijk
Vaak bij klinische-diagnostisch werk
Stap 3: veelvuldig toetsen van verband -> wetmatigheid
Stap 4: wetmatigheid verklaren vanuit een verklaringsschema of theorie
Stap 5: toepassing algemene theorie op nieuwe te onderzoeken relaties. Eventueel
theorie aanpassen of verwerpen indien theorie nieuwe relaties onvoldoende kan
voorspellen.
Lang & herhalend proces waarbij wellicht niet alle gedragingen zich laten vatten in
wetmatigheden
Paradigma’s
Set van regels, onderwerpen & methoden om naar werkelijkheid te kijken
Meerdere theorieën onder 1 paradigma
Meerdere paradigma’s binnen psychologie
Soms tegenstrijdig, vaak complementair
Paradigma’s zijn
- Historisch- cultureel bepaald
- Reageren op elkaar
- Volgen slingerbeweging
- Bouwen verder op eerdere inzichten
Gedrag als onderwerp van psychologie
Def gedrag
Doen, zeggen, denken, voelen, beslissen
3