Opname en verloskundig
onderzoek
Kwaliteiten die een vroedvrouw moet bezitten bij de opname:
• begrip voor menselijke reacties
• sociale vaardigheden
• zelfvertrouwen
• zelfstandigheid
• begrip voor socio-economische en culturele toestanden/verschillen
• kennis van vaardigheden
• verwachtingen proberen invullen
• zorg op maat
• evalueer
• …
KCE-richtlijnen
• Het optimale tijdstip voor opname in de kraamafdeling kan
worden gedefinieerd als het begin van de actieve
ontsluitingsfase (regelmatige pijnlijke weeën en
progressieve ontsluiting van de baarmoederhals vanaf 4
cm). Er is echter geen evidentie dat dit een invloed heeft
op de maternale of foetale uitkomsten.
• Een vroege beoordeling door een vroedvrouw vòòr opname
in de kraamafdeling, vergeleken met een vroege opname in
de kraamafdeling, lijkt het aantal medische interventies te
doen dalen.
Tijdstip (= wanneer vertel je een vrouw dat ze
mag blijven en wanneer dat ze best weer naar
huis gaat?)
Een primigravida houden we in het ziekenhuis als:
• verlies vruchtwater
• weeën om de 5min van ongeveer 1min die al een uur duren
• abnormale verschijnwelen (bijv. bloedverlies, verminderde
kindsbeweging, …)
• ongerustheid
• gebroken vliezen
Een multigravida houden we in het ziekenhuis als:
• verlies vruchtwater
• weeën om de 10min
• abnormale verschijnwelen (bijv. bloedverlies, verminderde
kindsbeweging, …)
, • ongerustheid
• gebroken vliezen
Taak als vroedvrouw
Onthaal en administratie
Als vroedvrouw zijn we verantwoordelijk voor de administratie. Een goede
kennismaken is hierbij dan ook zeer belangrijk. We vragen bij aankomst
steeds naar de behandelende arts en de reden van opname.
Vervolgens gaan we de vrouw gaan installeren op de verlos- of
arbeidskamer en geven we uitleg over de accommodatie, oproepsysteem,
mogelijkheden en beperkingen.
Als laatste verzamelen we in deze stap alle nodige documenten zoals de
identiteitskaart van moeder en/of vader, erkenning van aangifte,
trouwboekje, bloedgroepkaart en moederboekje.
Verzamelen gegevens
Opnamegesprek
Hier vragen we naar de:
• verloskundige anamnese
G, P, A
vermoedelijk bevaldatum
weeën
foetale beweging
prenantale controles
datum vorige bevalling
verloop vorige zwangerschappen, bevallingen en
postpartumperiodes
toestand van andere kinderen
verloop huidige zwangerschap
…
• huidige zwangerschap
eerste kindsbeweging (primigravida 18-20w & multigravida
16-18w)
bloedverlies
bloeddruk (te hoog urineonderzoek pre-eclampsie?!)
urine
gewichtstoename
oedeem
aandoeningen
klachten
onderzoeken
therapieën
prenatale voorbereiding
afspraken voor de bevalling
beleving van de zwangerschap
…
, • gynaecologische anamnese
cyclus
aandoeningen
ingrepen
anticonceptie
…
• algemeen medische anamnese
aandoeningen zoals hartziekten, longziekten, diabetes, …
ingrepen
ongevallen
huisdieren
transfusies
slaapmiddelen of antidepressiva?
…
• familiale anamnese
gezondheidstoestand van ouders, directe familieleden
meerlingen
congenitale afwijkingen
erfelijke aandoeningen
allergiën
…
KCE-richtlijnen
• Het is aanbevolen om de zwangere vrouw bij wie de arbeid
niet actief is, gerust te stellen en haar te informeren
wanneer ze zich opnieuw moet melden.
• Het is aanbevolen om de zwangere met empathie te
ontvangen bij haar aankomst op de kraamafdeling, haar
geleidelijk te informeren over de verschillende fasen van
de bevalling en haar te vragen naar haar verwachtigen,
haar keuzes, en haar eventuele geboorteplan
• Op het ogenblik dat de zwangere vrouw op de
kraamafdeling aankomt, is het aanbevolen om het medisch
dossier te lezen en een bijkomende anamnese te doen. Het
klinisch onderzoek omvat minstens : gewicht, bloeddruk,
temperatuur, hartritme van de moeder en foetus,
urineonderzoek (proteïne, glucose), abdominale palpatie,
fundushoogte en inwendig onderzoek (indien vliezen niet
gebroken zijn). Zo kan beoordeeld worden in welke fase
van de arbeid de vrouw zich bevindt.
• Bij opname is het aanbevolen de toestand van de foetus te
evalueren door zijn hart gedurende minimum één minuut
onmiddellijk na een contractie te ausculteren. (1 B) Deze
evaluatie mag gerealiseerd worden door middel van een
cardiotocografie (CTG). Deze praktijk houdt geen verhoogd
risico in voor de foetus, maar wel een licht verhoogd risico
op een instrumentele bevalling. (GCP)
, opname-onderzoek
• algemeen onderzoek
RR
P
T°
urine-onderzoek
algemene lichaamsbouw (kleine vrouw vaak klein bekken &
grote vrouw vaak groter bekken)
algemene gezondheidstoestand
opsporen oedemen
klachten
psychische instelling t.o.v. partus
…
• verloskundig onderzoek
inspectie
palpatie
auscultatie
vaginaal onderzoek
Het doel van een vaginaal onderzoek is om de POVASI te
bepalen.
- P (= portio)
Hier kijken wen naar de verstrijking, consistentie en
lokalisatie.
De verstrijking drukken we uit in centimeters.
De consistentie drukken we uit in stug, matig of
week.
De lokalisatie drukken we uit in sacraal, centraal en
ventraal.
- O (= ontsluiting)
De uitsluiting drukken we ook uit in centimeters.
- V (= vliezen)
De vliezen drukken we uit in gebroken of bewaard,
puilende, slaphangende of platte vochtblaas.
Een functionele vochtblaas is een vochtblaas die
druk geeft naar de cervix toe en de ontsluiting gaat
bevorderen.
Een afunctionele vochtblaas is een vochtblaas die
geen druk geeft naar de cervix toe en de
ontsluiting dus niet bevordert. Hierbij kan men de
vliezen breken zodat de caput druk kan geven als het
hoofdje daalt, maar als het hoofdje niet daalt dan
moet men een sectio doen.
- A (= aard van het voorliggend deel)
Het voorliggend deel kan een caput, stuit of niks
zijn (= dwarsligging).
- S (= stand van het voorliggend deel)
De stand van het voorliggend deel benoemen we
zoals gezien in de vorige les.
- I (= indaling)