HOOFDSTUK 2: Reptielen
• = vertebraat groep welke aangepast is aan leven op droge plaatsen op lan d
Wetgeving
• Vlarem
o Meldingsplicht
▪ Vanaf 1 reptiel
▪ Niet voor schildpadden
o Vlarem 2
▪ Vanaf > 30 reptielen
▪ Potentieel gevaarlijke reptielen (giftige slangen en hagedissen, grote varanen en
wurgslangen, krokodillen)
• CITES
o Regelt handel in bedreigde planten- en diersoorten
o Categorie 1, 2, 3: export en importvergunning nodig
o Europese lijsten A, B, C, D: aanvulling
o Indien
▪ Cites 2 of B
• Bewijs van legale herkomst: factuur, kweekbewijs, …
• Inventaris bijhouden
▪ Cites 1 of A
• Volledig handelsverbod op wild gevangen exemplaren
• Praticulieren: enkel nakweek houden/ kopen
• Ondubbelzinnige identificatie
o Transponder
o Foto-identificatie
• Inventaris+ register aankomst/vertrek
• Habitatrichtlijnen
o Richtlijn 92/43/EEG
o Habitats en soorten beschermen
o Europees netwerk van beschermde gebieden
o Bijlage IV: inheemse herpetofauna → strikt beschermd
o Bewijs van nakweek nodig !!
• KB 1980 inheemse soorten
o Alle wildlevende reptielen en amfibieënsoorten= strikt beschermd
o Doden, vangen, verstoren= verboden
o In Vlaanderen: wel houden indien legaal verkregen (nakweek)
o In Nederland onmogelijk
• Positief lijst
o Sinds 2019
,2.1 Inleiding en systematiek
• 11.940 soorten momenteel
• 4 orden
o 1. Squamata
▪ Sauria: hagedissen / hagedisachtigen
• 4 poten
• Oogleden
• Uitwendig trommelvlies
• Sterke variatie in grootte
▪ Serpentes: slangen
• Pootloos
• Geen oogleden
• Geen uitwendig trommelvlies
• Tot gifklieren geëvolueerde speekselklieren
• Sterk variërend in grootte
▪ (amphisbaenia: wormhagedissen)
• Gravende soorten
• Meestal pootloze reptielen
• Leven in warme streken
o 2. Chelonia (testudines): schildpadden
▪ Cryptodira: halsbergers
▪ Pleurodira: halswenders
▪ Sterke variatie in grootte
▪ Land/ water
▪ Zoet/ zout water
o 3. Crocodylia
▪ = grote, semi-aquatische reptielen
• Leven in warme streken
▪ Crocodylidae: krokodillen
• Meestal boven en ondertanden zichtbaar
▪ Alligatoridae: kaaimannen en alligators
• Meestal enkel boventanden zichtbaar
▪ Gavialidae: gavialen
o 4. Rhynchocephalia: brughagedissen
▪ 1 soort
▪ Primitieve hagedisachtige reptielen, levende fossielen
▪ Tuatara: stekelige rug
▪ Enkel nieuw zeeland
o Er worden dagelijks nieuwe soorten ontdekt → systematiek verandert continu
,2.2 Anatomie en fysiologie
• Algemene kenmerken
o Huid
▪ Schubben
▪ Beenplaten
▪ Verhoornde uitsteeksels
▪ Vervellingen
▪ Thermoregulatie
o Koudbloedig
▪ Poikilotherm
▪ Ecotherm
▪ PBT
▪ Thermoregulatie
▪ Winterslaap
o Longen
▪ Meestal 2
▪ Geen middenrif
▪ Gasuitwisseling
o Ovipaar
▪ Meeste soorten
▪ Land, broedzorg
o Gif
▪ Gifslangen, korsthagendig & gilamonster
o Voeding
▪ Herbi – carni – pisci – omni – insectivoor
▪ Ook voedselspecialisaties
o Communicatie
▪ Zwaaien
▪ Knikken
▪ Houdingen
▪ Kleuren
o Verdediging
▪ Verbergen
▪ Camouflage
▪ Staart
▪ Nagels
▪ Bijten
▪ Autotomie
▪ Scherpe stekels
▪ Sissen, blazen, kraag, schild, anale klieren, dood houden, gif, mimicry,…
, 2.2.1 Huid
• Droge verhoornde klierarme huid, niet slijmerig en meestal bedekt met schubben
o De droge hoornachtige huid beschermt deze dieren tegen uitdrogen
• Epidermis en dermis
o Epidermis→ eenlagig kiemlaag, waaruit matrix cellen vormen die naar de opp schuiven
en daar verhoornen
▪ Schilden (verhoorning naast elkaar)
▪ Schubben (verhoorningen bedekken elkaar deels)
▪ Korrels
o Dermis → beenplaten (osteoderm)
• Welke soort
o Schubben
▪ Anders dan die van vissen
▪ Vb. slang
o Beenplaten
▪ Vb. skink
▪ Bij schildpadden vormen beenplaten het schild
• Dorsale deel → carapax
• Ventrale deel→ plastron
o Verhoornde uitsteeksels, knobbels en de ratel (bij ratelslangen)
▪ Vb. baardagaam
▪ Dienen ter verdediging
• Vervellingen (ecdysis)
o Meermaals per j
▪ Afhankelijk van tal van factoren (soort, leeftijd, groei, hormonen, voedingaanbod,
…)
o In delen of in 1 deel
▪ Hagedissen → in flarden
▪ Slang → in 1x
▪ Schildpadden→ schilferen af
o Bij naderende vervelling → wordt de bril eerst troebel
o In de afgeworpen huid ziet men ook de schubben
o Er komt vocht tussen de oude en nieuwe huid→ waardoor deze de oude kan afwerpen
• Functie
o Bescherming
▪ Isolatie→ tegen waterverlies
• De slijmvliezen laten wel vocht af
o Geen ADH
o Geen huidklieren
▪ Bij slangen 2 anaalklieren bij cloaca
• Ter Verdediging of balts
o Thermoregulatie
▪ Opname infrarood stralen
o Opname vit D
• Kleur
o Bij sommige hagedissen veranderen OIV → licht, warmt en sociaal aspect
▪ Bv: kameleons en anolissen