SLIDES OOK BEKIJKEN , ERNAAST LEGGEN + alle ‘toetsen’ in de leerpaden opnieuw maken!! Heel
handig
De marginale technische substitutievoet
Inputs: bv Machines, Arbeid, Staal, Energie
Productie:
Functie van al de inputs = algemene productiefunctie
Wij nemen aan: productie enkel afhankelijk van de ingezette hoeveelheid arbeid en ingezette
hoeveelheid machines(=kapitaal).
Arbeid (L, x-as) & Kapitaal (K, y-as): Productiefactoren
Isokwant:
Toont alle combinaties van arbeid en kapitaal die bij optimaal gebruik tot dezelfde hoeveelheid
output leiden! De isokwant heeft een dalend verloop. Dit betekent dat als je bv minder inzet van 1
productiefactor, en je toch evenveel wil produceren, je meer van de andere productiefactor moet
inzetten!
Hoe hoger de output/productie, hoe verder de isokwant naar rechtsboven ligt.
TSV, Technische substitutievoet: ΔK/ΔL
ΔK/ΔL = 25/-10 = -2.5 wanneer we 10 eenheden arbeid vervangen door 25 eenheden kapitaal terwijl
we de productie (q) constant houden!
Deze verhouding is de helling van de rechte die de 2 punten van de curve verbind met elkaar. (om Bv
van punt A naar punt B te gaan vervangen we 10 eenheden arbeid door 25 eenheden kapitaal). (zie
slides)
MTSV, Marginale Technische substitutievoet:
We maken de verplaatsing van een punt naar een ander punt heel klein, dus een heel kleine
verandering, bij constante productie.
=helling van de raaklijn aan de isokwant.
=de afgeleide van de isokwant
➔ Geeft aan hoeveel kapitaal er extra moet worden ingezet per eenheid arbeid die minder
wordt ingezet om de productie constant te houden.
Toepassing: we zien dat de absolute waarde van de MTSV het grootste is hoe hoger ze op de curve
ligt (hoe meer naar links).
Isokwant = convex t.o.v. oorsprong (convex is holle grafiek zie wiskunde: kan water houden,
isokwant volgt deze lijn)
= betekent: de helling van de raaklijn daalt wanneer we naar rechts opschuiven op de curve, de
MTSV van kapitaal voor arbeid daalt dus wanneer er meer arbeid wordt ingezet.
Dus bij hoge inzet van arbeid zal de onderneming minder kapitaal nodig hebben om 1 eenheid te
vervangen dan bij een lage inzet van arbeid.
Perfecte complementen:
Kijk slides: om een fiets te maken heb je 2 rubber en 1 staal nodig. Dus met 200 rubber en 100 staal
kan je 100 fietsen maken. Dus als de fietsenmaker 200 staal voorziet, kunnen nog altijd maar 100
, Thomas Mariën HIR
fietsen gemaakt worden. Ook als hij 400 rubber voorziet ipv 200 en maar 100 staal, kunnen er nog
altijd maar 100 fietsen gemaakt worden. Zo ontstaat er een L-vormig verloop
Als we dus meer eenheden staal/rubber inzetten zal dit er dus NIET voor zorgen dat er minder
rubber/staal moet worden gebruikt!!! De MTSV is gelijk aan 0 of -oneindig.
Perfecte substituten:
De MTSV is altijd constant, het is een dalende rechte (geen verticale kijk slides) dus een constante
helling. Dit geldt zo voor elk productie niveau (hoeveelheid).
Bij voorbeeld studenten en pros is de MTSV = -3/5 bij elk productieniveau, daarom zijn de studenten
en pros perfecte substituten.
Isokwanten liggen tussen deze verlopen van de Perfecte complementen en substituten:
(tussen het L-verloop en de dalende rechte)
Een krommere isokwant lijkt dus meer op geval van perfecte complementen. Beide factoren zijn dus
eerder complementen van elkaar!
Rechtere isokwanten wijzen erop dat beide productiefactoren eerder substituten van elkaar zijn!
Productie op korte termijn
Op korte termijn kan een onderneming haar hoeveelheid kapitaal niet aanpassen. Ze kan haar
productie enkel veranderen door meer of minder arbeid in te zetten.
Kapitaal bestaat namelijk uit machines, werktuigen, computers, gebouwen etc… Deze kunnen op
korte termijn niet ineens verhoogd worden.
Dus op korte termijn:
Variabele factor L
Vaste factor K (met streep boven)
Als het Kapitaal dus vast staat, vinden we een verband (en een curve) die het verband beschrijft
tussen de productie en arbeid. Er is een positief verband, want hoe meer arbeid, hoe meer productie.
Alle mogelijkheden/punten onder de q(L)-curve (=productiefunctie) zijn beschikbaar voor de
producent.
Maar het efficiëntste zijn de punten op de curve!
Gemiddelde product van arbeid:
Drukt uit hoeveel er geproduceerd wordt per eenheid ingezette arbeid. Bv als er met 5 arbeiders 10
Totale productie
auto’s worden geproduceerd, dan is het gemiddelde product = 2 =
𝐼𝑛𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑 𝑎𝑟𝑏𝑒𝑖𝑑
GPL = q / L
= voerstraal door het bepaalde punt (= lijn vanuit oorsprong tot het punt)
In een bepaald punt is het gemiddelde product van arbeid gelijk aan de helling van de voerstraal door
dat punt.
Als we van punt A naar punt B gaan, is de extra productie per extra werknemer = b2-a2/b1-a1
= helling van lijn die punt A en B verbindt!
Gemiddeld product van Kapitaal is dus q / K
Marginale product van arbeid
Verandering in hoeveelheid arbeid heel klein maken. Geeft weer hoe groot de toename in productie
per extra eenheid arbeid is voor een hele kleine toename van de hoeveelheid arbeid
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur thomasmarien. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €0,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.