Week 2
Wie is belastingplichtig? Het belastingsubject.
Wat is de maatstaf van de heffing/heffingsgrondslag? Het belastingobject
Wat is het tarief? Progressief - oplopend of proportioneel (vast/evenredig)
box 1 art.2.10 wet IB jo. 3.1 wet ib
box 2 art 2.12 wet IB
box 3 art. 2.13 wet Ib
Aftrekposten
PGA de persoonsgebonden aftrek
- kosten partneralimentatie
- Ziekte kosten handicap
- Aftrekbare giften
- Kosten voor studie
Volgorde box 1 -> box 3 -> box 2, de box mag niet negatief gemaakt.
Per box het inkomen bepalen. -> per box de heffingskortingen eraf en de PGA.
In box 1 wordt een inkomen tot €37.149 belast met 36,93%. Hier kan de persoonsgebondenaftrek van
afgehaald worden, deze kan eerst in box 1, als deze box 0 euro is gaat deze van box 3 af en als laatste
van box 2 af. In schijf 2 word inkomen tussen de 37.149 euro belast met 36,93&. In schijf 3 word
inkomen boven de 73.031 belast met 49,5%. In box 1 schijf 1 moet nog een IB heffing van 9,28%
worden verrekend en een premieheffing van 27,65%
In box 2 wordt al het inkomen uit aanmerkelijk belang belast met 26,9%, dit is bijvoorbeeld inkomsten
uit aandelen.
In box 3 wordt belastbaar inkomen uit sparen beleggen belast met 32%.
, Van de boxen worden eerst de PGA afgehaald, dit zijn bijv. partneralimentatie, ziekte of zorgkosten,
kosten voor studie of aftrekbare giften.
Na de aftrek van het PGA volgt een belastbaar inkomen per box waarna deze met het bijbehorende
tarief belast word. Dit heeft het belastbaar inkomen.
Stappenplan berekening verschuldigde IB
1. Hoogte inkomen per box bepalen
2. Bepalen hoogte PGA - persoonsgebonden aftrekposten
3. PGA in aftrek op inkomen - box 1 - box 3 - box 2
4. Tarieven berekenen over de inkomens in de 3 boxen
5. Deze bedragen optellen
6. Heffingskortingen berekenen en optellen
7. Heffingskortingen eraf trekken
8. Voorheffing in mindering op nummer 7.(de loonheffing)
Het verschil tussen arbeidskorting en algemene heffingskorting is dat arbeidskorting
komt voort uit inkomen uit tegenwoordig arbeid.
Bij arbeidskorting reken je met arbeidsinkomen! Niet de belastbare winst.
De heffingskortingen staan van art. 8:10 - 8:19 wet IB.
Loonheffingskorting bestaat uit de algemene heffingskorting en arbeidskorting.
1. Aftrekposten pas je toe op de boxen -> 2. Heffingskortingen pas je toe op de
verschuldigde IB.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
art 8.14a
-> meer dan 5.547 arbeidsinkomen
-> art. 8.14a lid 1 onder 11, 11,45% van het arbeidsinkomen boven de 5.547 euro
Winst = omzet - kosten
Art 3.2 belastbare winst uit onderneming
Wanneer ben je ondernemer voor IB?
Art 3.4 wet IB stelt dat
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Rechtenlover1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,80. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.