Taal 1
1. WEGWIJS IN HET TAALONDERWIJS OP KLEUTER EN HOGESCHOOL: DOELEN EN
VISIES? = LEZEN
1.1 VIESIE OP TAAL EN NEDERLANDS BINNEN DE BELEIDINGSNOTA ONDERWIJS
● Als school volgen we wat er aangeraden opgelegd wordt vanuit het kabinet van onze
onderwijsminister
● Ben Weyts is voor de komende tijd onze minister van onderwijs.
● Doordat er diverse debatten omtrent de talige scholing lopen moet je als toekomstige
leerkracht deze zo goed mogelijk volgen.
1.2 WELKE TALIGE DOELEN BINNEN DE LERARENOPLEIDING NASTREVEN?
Referentiekader voor taalcompetenties van leraren
1. Gesprekken voeren met leerling 7. Vertellen
2. Beoordelen en toegankelijk 8. Voorlezen
3. Mondeling opdrachten geven 9. Gesprekken Voeren
4. Schriftelijk vragen en opdrachten 10 .Een presentatie houden met
formuleren schriftelijke ondersteuning
5. Een uiteenzetting geven met 11. Schrijven
schriftelijke ondersteuning 12. Lezen
6. Een schriftelijke ondersteuning geven. 13. Innoveren en Professionaliseren
1.3 TAAL IN DE BAKO- OPLEIDING
1.3.1 TALIGE COMPETENTIES BINNEN ONZE OPLEIDING: TOL = Taalontwikkeling
1. De student in interactie met kinderen.
2. De student in interactie met peers/mentoren en externen.
3. De student als lerende (innoveren en professionaliseren); (Taalkloof als vertrekpunt)
● Taal is in alle OPO’S
● Tol kan enkel slagen als het onderwijsproces voldoet aan 3 voorwaarden om studenten in
hun taalvaardigheid te stimuleren.
1. Je hebt een betekenisvolle/functionele taalcontext nodig
- dus geen losse oefeningen, werkblaadjes die uit het niets lijken te komen,
- maar wel taken die als zinvol/nuttig/bruikbaar/als voldoende uitdagend
worden ervaren
2. Als leerkracht voorzie je minstens 1x feedback/taalsteun want dat is nodig op een
mondelinge of schriftelijke taak om te kunnen groeien
3. Je bouwt tijdens je contactmomenten interactie in met een leerkracht of klasgenoten
door vraagstelling, instructies, … voldoende spreekkansen
1
,3 cirkels van een krachtige leeromgeving voor het taalvaardigheidsonderwijs
Centrum voor Taal en Onderwijs:
In een taakgerichte leeromgeving staat het idee
centraal dat studenten al doende leren.
1. In een veilige leeromgeving.
2. Betekenisvolle functionele taken uit te voeren.
3. Door met elkaar en met docenten in interactie te
gaan.
2. MET EEN GOED KINDERBOEK IN ELKE HOEK = TAALHOEKEN
● Als ze naar de kleuterschool komen, hebben de meeste kinderen al belangrijke elementen
van hun taalvaardigheid ontwikkeld.
● Kinderen in jouw stageschool zijn de hele dag op een speelse manier met taal bezig. De
klas en de school zijn een ware taalspeelplaats.
● Taal is er de hele dag = kleuters luisteren naar de instructies bij een spel, maken een
behoefte of wens duidelijk, geven aan hoe ze iets in elkaar geknutseld hebben, vertellen
over zichzelf, luisteren naar een verhaal
🡪 In een rijk talig milieu stippelen kinderen hun eigen leerweg uit.
- Eigen tempo en interesses
🡪 Door nieuwsgierigheid en exploratiedrang komen kinderen spontaan tot actief leren
🡪 Ontdekken, ervaren, beleven → Begrijpen en interpreteren → Verwoorden
= buitenste cirkel taalvaardigheid = zelf met taal allerlei dingen doen, taal
ervaren, ervan genieten, ermee spelen, erover nadenken
🡪 in een positieve, veilige en rijke leeromgeving
A. HOEKEN GERICHT OP TAAL ALS INSTRUMENT
= Door te handelen leert een kind taal en andersom kan taal als instrument handelingen
ondersteunen
● Hard op denken
● taal om jezelf te organiseren
● Samenwerking
● socialen aspect
Hoeken = Blokkenhoek, constructiehoek, knutselhoek, zandhoek, waterhoek, luisterhoek,
puzzelhoek.
🡪 Worden taalmateriaal, werktuig
2
, B.HOEKEN GERICHT OP SCRIPT
= Een hoek waar dagdagelijkse dingen worden geoefend
= Het inoefenen van het leven
● Functionelen rollen spel
Hoeken = Poppenhoek, winkelhoek, doktershoek, kappershoek, bakkershoek, verkleedhoek.
🡪 Hier wordt een script uitgeoefend
= een reeks van samenhangende gebeurtenissen met min of meer vaste spelers en min of meer
vaste handelingen.
🡪Bv: Resi perfectioneert steeds meer haar script ‘winkelen’ en leert elke dag weer
een beetje meer taal. Resi weet steeds beter welke taalhandelingen bij een
bepaalde communicatieve, functionele/ betekenisvolle situatie horen.
C.HOEKEN GERICHT OP ONTLUIKENDE GELETTERDHEID
= Kinderen van jongs af aan laten kennismaken met geschreven en gedrukte letters, het gaat om
een besef dat geschreven en gesproken taal met elkaar zijn verbonden.
Hoeken = boekenhoek, leeshoek, stille hoek, lekker-liggen-lezen-hoek, stempelhoek ,letterhoek
🡪 alles wat te maken heeft met leren lezen en schrijven
2.1 BOEKENHOEK OF LEKKER-LIGGEN-LEZEN-HOEK
● Kinderen zijn van nature gretige lezers (kijken, luisteren naar verteller of voorlezer). Ze
lezen omdat dat zo plezierig is ‘lekker lezen’. Voorlezen, vertellen en het ‘lezen’ van
prentenboeken zijn de eerste kennismaking van kinderen met literatuur.
● Een boekenhoek die moet er gewoon zijn!
🡪 Niet alleen als toevluchtsoord voor kinderen die hun andere activiteit vroegtijdig afronden
🡪 Maar vooral ook als volwaardige keuzeactiviteit .
● Door de permanente aanwezigheid van een boeiende, aantrekkelijke boekenhoek is de
drempel meestal laag genoeg om kinderen spontaan naar een boek te doen grijpen.
● Bij het creëren van zo’n boeiende leesomgeving moet je wel rekening houden met enkele
punten.
PUNTEN OM REKENING TE HOUDEN MET EEN BOEIENDE LEESOMGEVING
2.1.1 INHOUDELIJKE CRITERIA = HET LEESVOER
🡪 Zorg voor een ruim, gevarieerd en actueel aanbod zodat iedereen het boek vindt dat bij hem of
haar past.
● Variatie qua interessepunten
● Variatie qua ontwikkelingsniveau
● Variatie qua genre: realistische verhalen, informatieve verhalen, fantasie, poëzie,
kleutertijdschriften
🡪 Ook boeken die niet specifiek voor kleuters zijn, kunnen wel eens
Bv: een kunstboek bij 4-5 jarigen.
3