Griekenland <-> Rome
“De architectuurculturen van de Griekse en de romeinse oudheid worden vaak
dezelfde genoemd en min of meer gelijkgesteld”
- Als we kijken naar de 18de eeuw dan wordt de architectuur van de romeinse
oudheid vaak beschouwd als een flauw afkooksel en een minder waardevol
kopie van de architectuurcultuur van het oude Griekenland.
Dit is een misvatting!
Gelijkenissen tussen de architectuurculturen:
1) Bouwtechnische evoluties: In beide architectuurculturen vinden we een
typisch element terug namelijk de zuil, deze komt van de antiek Griekse
architectuur en werd overgenomen door de romeinse architectuur. Hierin
wordt er een variant ontwikkeld die verder ook de architectuur van de
romaanse periode, de renaissance en vanaf de renaissance de hele
architectuurlandschap en architectuuronderwijs tot aan het einde van de
19de eeuw domineert (Griekse zuil is niet hetzelfde als romeinse zuil)
2) Aandacht aan indeling van de antieke tempel:
➔ Kleurgebruik: beide architectuurculturen worden gekenmerkt door polychromie
komt continu in contact met andere culturen. Ze moeten daar zorgen dat er
een samenhang is en dat het bestuurbaar is en moeten zich dus mengen met
deze culturen. We zien verschillend architectuurculturen mengen
➔ 2 totaal verschillende tradities: Griekse architectuur bouwt voor op de
vroegere Griekse invloeden (zuil, architraaf,…) dus opstaand element die
een balk draagt. Terwijl de romeinse architectuur onder invloed van
Etruskische en lokaal Italische culturen snel gebruik maakt van muren die
gewelven draagt.
Griekenland: lineaire architectuur, eenvoudige structuren , perfectie opzoeken, zuil
architraaf, monogroom zuiver kleuren palet, ideaalbeelden van Griekse cultuur.
Romeinse rijk: zet in op grote structuren, volumes, complexe ruimtes en variaties
3) (veelkleurig). Het beeld dat we hebben van het mooie witte marmer uit hun
architectuurculturen is een verkeerd beeld zowel de romeinen als de Grieken
hielden ervan om hun bouwwerken met felle rijke kleuren te gaan
beschilderen. Dit werd door archeologisch onderzoek in de 19de eeuw
ontdekt
1
,De diversiteit kun je samenvatten als spanningsveld tussen pure esthetiek (Grieks) en
ingenieurskunst (romeins). Beide componenten zijn natuurlijk wel in beide culturen
aanwezig
- Griekse architectuurcultuur: Esthetiek en vervolmaken van ontwerp staat
centraal
- Romeinse architectuurcultuur: vernieuwen in technieken en het gebruik van
materialen staat centraal
➔ De Griekse stadstaten waren veel kleiner dan het grote romeinse rijk: er
gelden andere vereisten, de architectuur bij de romeinen werd ingezet om
het rijk bestuurbaar te maken. Dus waren grote infrastructuurwerken
noodzakelijk (ingenieurskunst).
➔ Grote culturele verschillen: Griekse architectuur vloeit voort uit 2 Griekse
culturen de gedachtegang van de Griekse architecten waren het
perfectioneren en niet zozeer het zoeken naar vernieuwing <-> Romeinse rijk
breidt heel de tijd uit en
2
,Tekeningen Winckelmann en Piranesi.
Tekening tempel van Paestum: Ze hebben allebei een tekening gemaakt van deze
tempelsite. De twee tekeningen zijn echter gemaakt van uit een andere lens
bekeken.
Greek revival: dit ontstaat in de 18de eeuw, we zien dat de interesses van de
architecten steeds verdere gebieden gaat bestuderen en er steeds meer interesse
komt in de Griekse architectuur.
Winckelmann:
- stelt de Griekse architectuur als het toppunt van de westerse beschaving voor
omwille van het pure uitgezuiverde ideaal van de Griekse architectuur.
- Tekening:
1) stelt tempelsite voor met de twee Hera’s op de voorgrond.
2) toont gebouw in zijn landschappelijke context daarbij streeft hij naar de
ideale weergave van de harmonie tussen architectuur en natuur.
3) Besteed veel aandacht aan het lineaire aspect
4) Licht en schaduwspel tussen zuil en diens openingen (intercollumnië)
5) Diagonaal van op de hoek: zelfde manier waarop Griekse
stedenbouwkundige architecten over monumentale architecturen dachten
(zicht op voorgevel als zijgevel)
3
,Piranesi
- Is een grote uitzondering: mislukte architect maar maakt fantastische
tekeningen,
- Word gedreven door een extreme nostalgie naar de grootheid van het
romeinse rijk, hun ingenieurskunst, hun groten massieve structuren
- Tekening:
1) Zoomt in op de structuur
2) Geeft beeld van een massieve muur
3) Toont in detail opbouw van de met verticale groeven
4) Relatie tussen gebouw en natuur: een gebouw die door de tijd heen werd
overgenomen door de natuur
Beide tekeningen tonen
- Twee 18de -eeuwse verbeeldingen van dezelfde tempelsite
- Legt kenmerken van de twee architectuurculturen bloot
4
,Sleutelwoorden
Griekse architectuurcultuur:
Realisme: de Griekse cultuur/architectuurcultuur vertrekt vanuit het realisme :
weergeven zwaartekracht, oorsprong bouwkundige elementen, … .
Perfectionisme: tegelijkertijd vertrekt men vanuit een ProtoGrieks (oudere Grieks)
model en perfectioneert dit.
Zuil en architraafbouw: deze eenvoudige bouw blijft men behouden en
perfectioneert dit.
Inplanting gebouwen: dit gebeurd diagonaal op de hoek
Homogene en zuivere architectuurstijl: men creëert deze stijl en verspreid zich in de
Griekse stadstaten en koloniesteden.
Harmonie en proportie: staat centraal in de architectuurstijl
- Harmonie: samenvoegen, verbinden en in elkaar passen
- proportie: grootte object tov het beeld
Integratie in landschap: staat centraal in deze architectuurstijl
Situering antieke Griekenland: lichte en donkere paarse vlekken, we zien dat
Griekenland koloniesteden had aan de kusten van Italië, Spanje, Frankrijk en ook
Noord-Afrika. Deze koloniesteden functioneren wel autonoom (zelfstandig,
onafhankelijk)
5
,Cultuur in Stadstaten kolonies: belangrijk voor de architectuur te snappen.
- gemeenschappelijke taal: antieke Grieks
➔ Grieks sprekenden: Hellenisten vs niet Grieks sprekenden: Barbaroi
➔ Gemeenschappelijke taal zorgt voor zelfde mythologie, godsdienst en filosofie
Pan Helleense stadstaten:
- ontstaat door gemeenschappelijke taal, cultuur en godsdienst.
- Dit zijn plaatsen waar de goden van de Olympus aanbeden worden door
alle Grieken van verschillende stadstaten.
- Hier word ook de gedeelde oorlogsschatkist van die stadstaten bewaard.
- In tijden van oorlog zijn dit ook onderhandelsplaatsen
➔ Door al deze culturele contacten krijgen wee een homogene antiek Griekse
architectuurcultuur die voortgroeid uit protogriekse beschavingen en
evolueert verder in de Archaïsche fase en klassieke fase maar dooft uit in de
Hellenistische fase.
Archaïsche fase: trial and error, men gaat voortbouwen op die protogriekse
elementen en probeert die te vervolmaken dit is een lang proces waar men
dingen gaat uitproberen
Klassieke fase: Men bereikt het ideaal en ze gaan verder gaan standaardiseren
6
,Hellenistische fase: In deze fase word de Griekse cultuur beïnvloed door andere
culturen: oosterse culturen, romeinse cultuur. In deze fase gaan de Grieken
zich ook over de grenzen van Hellas gaan exporteren dit komt door militaire
contacten: Alexander De grote die Griekse stadstaten gaat innemen en de
romeinse invallen
Proto-Griekse erfenis
Minoïsche beschaving:
- Kreta
- 2000 v.C. tot 1100 v.C.
- Ontdekt door Arthur John Evans die opgravingen ging doen in Kreta omdat hij
zich liet leiden door de mythologie van Homerus
Homerus: maakt deel uit van de Griekse culturele bagage, schrijft de
oorsprongsmythes van de antieke Grieken neer.
Minotaurus: 1 van zijn verhalen over de minotaurus die zich afspeelt op Kreta. In dit
verhaal staat er dat er in Knossos een paleis is gebouwd die er uit ziet als een
Labyrint
Link Griekse Architectuur: Het feit dat Homerus over dit paleis schrijft betekend dat
de antieke Grieken ervan bewust waren dat hun architectuur rechtstreeks afstamde
vanuit deze Minoïsche cultuur
Teruggevonden Paleis: dit is een polychroom gebouwencomplex waarbij de
decoratie een doorgedreven realisme getuigd en harmonie met de natuur. Het
paleis heeft een megaron (langgerekt gebouw met de deur aan een van de korte
wijden en daarvoor een voorportaal met twee zuilen) grondplan.
7
, Wanneer we dit complexe grondplan meer in detail gaan bekijken dan zullen we
verschillende ruimtes vinden die rond het megaron grondplan zijn opgebouwd.
Megaron grondplan: dit zijn
grondplannen die we in de
protogriekse woonbouw
tegenkomen deze vinden we in
knossos in meerdere
exemplaren terug
Bestaat uit:
- Halfopen voorhal
- Grote centrale ruimte
- Gesloten ruimte
achteraan
Kenmerk: aanwezigheid van
twee zuilen in antis
Pro-style: enkel zuilen aan de voorzijde van de tempel
Peristyle: één zuilenrij rondom rond
Dipteraal: dubbele rij zuilen
De vorm van de eerste tempels was
geïnspireerd op de woningbouw met als
onderscheidende kenmerken het
megaronplan, de zuilen in antis, architraafbalk
en het driehoekige tympanon .
Myceense beschaving:
- Grieks schiereiland
- 1250 v.C.
- Ontdekt door avonturier Heinrich Schliemann
- Gevonden muur leek op de cyclopenmuur (Homerus)
- Basis van Griekse bouwprincipes (zuil, architraaf,
tympaan)
➔ We vinden dus in de Myceense architectuur veel
elementen terug van de latere Griekse architectuur
8