1
FYSIEKE REVALIDATIE – KINDEREN MET EEN FYSIEKE BEPERKING
KINDEREN MET EEN FYSIEKE BEPERKING
Cerebral palsy (Cerebrale parese)
‘Cerebral palsy (CP) refers to a group of disorders in the development of motor control and posture,
occurring as a result of a non-progressive impairment of the developing central nervous system. The
motor disorders of cerebral palsy can be accompanied by disturbances of sensation, cognition,
communication, perception, and/or seizure disorder.’
(Can Child, 2020)
‘CP is defined as a permanent movement and posture disorder caused by a disturbance in the fetal or
developing brain. The underlying brain disturbances do not progress over time, but usually lead to
limitations in activity for the child.’
(Can Child, 2020)
o Waar komt de stoornis tot uiting?
Motorische stoornis door problemen in de hersenen
o Welke bijkomende problemen kunnen zich voordoen?
Storing van sensoriek, cognitie
o Wanneer wordt de aandoening veroorzaakt?
Wordt veroorzaakt tijdens de ontwikkeling van het jonge brein,
voor geboorte, tijdens en na (eerste levensjaar)
1. Ergotherapie en kinderen met cerebrale parese
o Wanneer starten we best met de behandeling?
o Waarop ligt onze focus?
‘The occupational therapy practitioner working with young children with cerebral palsy recognizes
the importance of encouraging them at an early age to take responsibility, be self-reliant, and
eventually become assertive in directing their own lives’.
Het is belangrijk dat een jong kind verantwoordelijk wordt voor zijn daden bv. Zeggen tegen een kind
dat ze moeten opruimen
o Zelfstandig: iets zelf doen en weten dat je het kan!
o Autonoom: beslissing nemen om iets te doen
https://www.canchild.ca/en/resources/265-what-is-cerebral-palsy-video
o Waar moeten wij volgens Prof. Dr. Rosenbaum op letten?
Communicatie, activiteiten, het is minder belangrijk hoe ze de activiteit uitvoeren
o Kan je wat hij zegt linken aan de taak van de ergotherapeut
2. F – words
We streven als ergotherapeut naar deze F – woorden
Lees onderstaande info over gezondheid
o Waarop leggen Huber en collega’s de nadruk?
Zoë Rydant
, 2
FYSIEKE REVALIDATIE – KINDEREN MET EEN FYSIEKE BEPERKING
Gezond zijn gaat niet alleen over het ziek zijn, maar vooral over hoe je met de
ziekte omgaat en hoe je ermee verder kan leven
o Hoe past deze definitie binnen de visie van ergotherapie?
Kunnen we mensen ondersteunen om zelf uitdagingen aan te gaan?
‘The WHO definition of health as complete wellbeing is no longer fit for purpose given the rise of
chronic disease. Machteld Huber and colleagues propose changing the emphasis towards the ability
to adapt and self manage in the face of social, physical, and emotional challenges’.
o De zes F-woorden
Zes Engelstalige woorden beginnend met de letter F
- Function, Family, Fitness, Friends, Fun, Future
Gebaseerd op het ICF
Het resultaat van kritische houdingen ten aanzien van gezondheid
- Ze gingen de gezondheid in een veel bredere context bekijken
Een manier om te werken met kinderen en ouderen. Om een holistische kijk te creëren
bekijk de slides
over de F-woorden
aandachtig.
o Wat wil je
als
ergotherapeut zeker meenemen in je behandeling en waarom?
o Wie zullen naast je client en het clientsysteem je partners zijn en waarom?
Doel: 6 F-woorden
Wat doen mensen en op welke manier?
o De zes F-woorden zijn toegankelijker voor kinderen, jongeren en
cliëntsysteem.
Mee nadenken over de te ondernemen acties
Betrokkenheid vergroten van cliënt en cliëntsysteem
Rekening houden met deze zes belangrijke elementen
1. Function / Functie
Wat doen mensen en op welke manier?
o Wat doen mensen?
o Hoe functioneren mensen?
Voor de therapeut:
Zoë Rydant
, 3
FYSIEKE REVALIDATIE – KINDEREN MET EEN FYSIEKE BEPERKING
o Holistische benadering is belangrijk
Kind bekijken in alle aspecten
o Normale ontwikkeling is een leidraad, niet de norm
o Stimuleren om activiteiten uit te voeren
Niet iedere activiteit moet op een ‘normale manier’ uitgevoerd worden
- Niet iedereen moet iets perfect kunnen, we gaan ernaar streven
2. Family / Gezin
Het gezin vormt de essentiële omgeving van kinderen en jongeren met een beperking.
o Klachten, bezorgdheden en realiteiten binnen het gezin worden zelden in kaart gebracht.
o Samen werken met het gezin is een must.
Kennen het kind / de jongere het best
3. Fitness / Fitheid
Kinderen en jongeren met een beperking zijn minder fit dan hun leeftijdsgenoten zonder beperking.
o Welke factoren of omstandigheden vergemakkelijken of bemoeilijken fysieke activiteiten?
(Rosenbaum & Gorter, 2011)
o Lage mate van fysieke fitheid wordt geassocieerd met een aantal aandoeningen.
( de Greef, 2009)
o Fysieke fitheid verbeteren
Vermoedelijk door duurzame lichamelijke activiteitenµ
- In de context van het kind
4. Friends/vrienden
Sociale ontwikkeling, waaronder het aangaan en onderhouden van vriendschappelijke relaties of
vriendschappen, is onmisbaar in de vorming van een eigen persoonlijkheid.
(Rosenbaum & Gorter, 2011)
o Kinderen en jongeren met CP nemen in beperkte mate deel aan activiteiten die niet
gekenmerkt zijn door familiale verwantschappen.
( Kan et al., 2010).
o Sociale ontwikkeling stimuleren van bij de start van de behandeling.
(Rosenbaum & Gorter, 2011)
o Virtuele omgevingen zijn op vlak van sociale participatie betekenisvol geworden voor
kinderen en jongeren met een beperking.
Kinderen en jongeren bewust leren omgaan met virtuele omgevingen.
5. Fun / Plezier
Het beleven van plezier is verbonden met een bepaald niveau van participeren.
(Rosenbaum & Gorter, 2011)
o Nagaan wat kinderen willen doen.
o Activiteiten kenbaar maken en promoten.
(Rosenbaum & Gorter, 2011)
o Factoren die deelname aan vrijetijdsactiviteiten beïnvloeden.
Persoonsfactoren
Gezinsfactoren
Zoë Rydant