Algemene orthopedagogie: Hoofdstuk 1; De identiteit
van de orthopedagogiek
4. Orthopedagogiek VS. pedagogiek
-> pedagogiek: wetenschap van de opvoeding die je bestudeert
-> gericht op ‘het normale’ kind
-> kinderen ontwikkelen zoals het zou moeten (zoals verwacht wordt)
binnen de juiste tijdspanne, cultuur, religie…
-> in de gewone, dagdagelijkse opvoeding: tal van problemen voordoen
-> vaak kleine problemen: puberen, zindelijkheid… (= situaties van tijdelijke
aard, verdwijnen snel)
-> met goede raad slagen de meeste ouders erin om deze ‘moeilijk’ situaties aan
te pakken -> soms zijn de problemen echter te groot…
-> orthopedagogiek: de wetenschap die de bijzondere opvoeding als object heeft
(0 – 100 jaar) -> ortho = Grieks voor ‘recht’/’juist’
-> ped = in Grieks: ‘pais’, voor ‘kind’
-> agogiek: in Grieks: ‘agogein’, voor ‘leiden’/’brengen’/’gidsen’
-> letterlijk: het rechttrekken van wat scheef loopt in de opvoeding, ombuigen
naar het gewenste
5. Orthopedagogiek VS. ortho-agogiek
-> orthopedagogiek: kijk bovenstaande uitleg
-> ortho-agogiek: specifieke groep van volwassenen/ ouderen
-> ortho = ‘recht’/’juist’
-> agogiek= ‘leiden’/’gidsen’/’brengen’
-> ouderen in de samenleving, community care (inclusie), (intercultureel werk)
-> het uitgangspunt van ortho-agogiek: het handelen, begeleiden en
ondersteunen bij veranderingsprocessen en dit vertrekt vanuit een meer
gelijkwaardige relatie tussen hulpverlener en cliënt
-> veranderingsprocessen, bv; NAH (niet aangeboren hersenletsel, vanaf 18 jaar)
6. Met of zonder K? OrthopedagogieK VS. orthopedagogie
-> orthopedagogieK: de wetenschap, theorieën, literatuur… (theorie)
-> het theoretische aspect van de hulpverlening benadrukken
-> orthopedagogie: het handelen, het werkveld in gaan (praktijk)
-> het handelen in bijzondere opvoedingssituaties, wanneer het gaat over de
praktijk
7. Algemene orthopedagogiek VS. bijzondere orthopedagogiek
-> algemene orthopedagogiek: algemene thema’s (overkoepelende ideeën)
-> voor iedereen met ondersteuningsnoden, bv; verschillen tussen pedagogiek
en orthopedagogie
-> bijzondere orthopedagogiek: specifieke problematiek van een doelgroep
-> specifieke problematieke, beperkingen staan centraal
-> bijzonder = voor de persoon met zijn beperking en/of stoornis
1
,-> bv; ASS, AD(H)D, visuele/auditieve beperking, verstandelijke/lichamelijke
beperking… -> Wanneer spreken we
ervan? Wat zijn de kenmerken ervan? …
8. De orthopedagogiek als wetenschap
-> maakt het ons mogelijk ons professioneel handelen te onderbouwen
-> zijn voorzien van een batterij van theoretische kennis en reeds uitgeteste
methodieken -> wetenschap biedt ons een kader waar
we ons denken en handelen kunnen aftoetsen ->
blijvend op zoek te gaan naar wetenschappelijke onderbouw
-> zelf praktijkkennis moeten omzetten naar praktijktheorie
-> blijvende reflectie hierover = NOODZAKELIJK!!!
8.1 De relatie theorie & praktijk binnen het orthopedagogisch werkveld:
praktijkkennis – praktijktheorie – theoretische kennis
-> theorie is onlosmakelijk verbonden met praktijk (werkveld) en ontleent zelfs
bestaansreden aan
-> dus: altijd al een praktijk geweest voor de orthopedagogiek zonder dat we die
zo hebben genoemd
-> praktijkkennis: (subjectief/persoonlijk) kennis zelf gehaald uit de praktijk
-> praktijktheorie: kennis die getoetst is door te reflecteren/bespreken/kritisch
bekijken, theorie die we bewaren voor de praktijkkennis
-> zich als hupverlener bewust worden van deze voorkennis, ze expliciteren,
erover in dialoog gaan (kan leiden tot ‘praktijktheorie’)
->
-> theoretische kennis: beschrijving van de werkelijkheid ‘evidence-based’ (=
gebaseerd op bewijzen)
-> er is bewijs van, er zijn onderzoeken naar gedaan
-> je hebt deze kennis nodig om wetenschappelijk onderbouwde lessen te leren
-> een wetenschappelijke theorie geeft een beschrijving/samenhangende
verklaring van de werkelijkheid, maar valt er NIET mee samen
8.2 Orthopedagogiek is een praktijkwetenschap
-> vanuit een nood uit de praktijk dat de orthopedagogiek als wetenschap
ontstaan is
8.3 Orthopedagogiek is een dialooggestuurde wetenschap
-> verhouding hulpverlener – cliënt wordt gekenmerkt door dialoog en samenspel
-> de orthopedagogiek gesteund op gelijkwaardigheid tussen hulpverlener en
cliënt, op een echte dialoog tussen beide partijen die elk een gelijkwaardige
positie innemen -> = een wetenschap die
versterkt wordt door insidersperspectief/ervaringsdeskundigheid van cliënt of
cliëntensysteem
-> deskundigheidsmodel: wij weten wat u nodig heeft <-> dialooggestuurd = u
weet het meeste over uw eigen leven
(insidersperspectief/ervaringsdeskundigheid), we hebben elk onze eigen
deskundigheid (dialoog), ieder zijn inbreng = belangrijk (gelijkwaardigheid)
2
, 8.4 Orthopedagogiek is een eclectische en integratieve wetenschap
-> eclectisch: vanalles, we gaan overal een beetje uithalen bij orthopedagogiek
en deze gaan we integreren
-> verschillende methodes combineren en de beste kiezen
-> integratief: kaders samenvoegen zodat ze een geheel vormen
8.5 Orthopedagogiek is een handelingswetenschap
-> handelingswetenschap: alle theorieën die we nodig hebben is in functie van
het handelen -> gericht op het handelen = hulpvraag
staat voorop/verbeteren van kwaliteit van leven
-> hermeneutische methode = terugkijken naar de situatie (voorkomen),
verklaring van ‘het waarom’ achtergrond, het begrijpen voorgrond
-> holistische benadering = zicht op het geheel (niet enkel persoon, maar ook de
context) -> pluralistische benadering = benadering van
de werkelijk is steeds het vertrekpunt
8.6 Orthopedagogiek is een reflectieve wetenschap
-> reflectieve wetenschap: voortdurende reflectie op eigen handelen
-> reflectie is hierbij onontbeerlijk
9. Orthopedagogie(k) vanuit een internationaal perspectief
-> anderen landen = andere termen
-> de term orthopedagogie zoals wij ze kennen, bestaan in vele andere landen
NIET -> België & Nederland is de term
orthopedagogiek ->
recentelijk in Zuid-Afrika ter vervanging van de term ‘geneespedagogiek’
Algemene orthopedagogie: Hoofdstuk 2; De definitie(s) van de
orthopedagogiek
1. Het studieobject van de orthopedagogiek verandert…
-> ‘Wat doet de orthopedagogiek?’ = het studieobject
-> ‘Wat wil de orthopedagogiek hiermee bereiken?’ = het doel
-> deze twee factoren vormen de definitie van de orthopedagogiek
3. Klassieke definitie
-> de orthopedagogiek volgt hierbij een medisch model: beschrijving van
symptomen diagnose (medische) behandeling of verzorging
Vb;
Hanselmann (1885-1960): “Heilpedagogiek” is de leer over de opvoeding, het
onderwijs en de maatschappelijke zorg met betrekking tot al die kinderen van
wie de lichamelijk-psychische ontwikkeling blijvend belemmerd wordt.
3