Het is een samenvatting van het boek "Integer en Gedreven" en de PowerPoints van Mr. Van Damme (docent plichtenleer). Het heeft een overzichtelijk structuur.
• Bertrand Russel: filosofie houdt het midden tussen de exacte wetenschappen en de
theologie
- Wetenschappen: beroep op de menselijke rede, veeleer dan op autoriteit
- Theologie: de neiging tot het speculeren over dingen waarover tot dusver nog
geen definitieve kennis is verkregen
à Vooral een tijdsgebonden begrip dat sterk veranderd doorheen de eeuwen
De Westerse filosofie: Griekse roots en ontstaan in het Middellands Zeegebied tussen 800 en
400 voor onze tijdrekening à de polis + ontstaan democratie (Pericles)
1.2.1.2. De academia
In die tijd kon je in een academie filosofie beoefenen: 3 grote kennisgebieden binnen de
filosofie
- Fysica (Hoe zit de wereld in elkaar?)
- Logica à ratio (Hoe kun je aan betrouwbare kennis komen?)
- Ethica (wat hoor je wel of niet te doen?)
1.2.1.3. Rationalisme vs. Empirisme
De bron van deze dualiteit: Parmenides (515-450 v.o.t.) en Herakleitos (540-480 v.o.t.) –
“phanta rei”: alles stroomt en niets blijft gelijk.
• Rationalisme: nadruk op de mogelijkheden van de menselijke rede (zintuiglijke ervaring
op 2de plaats)
à Methode: wiskundig en deductief redeneren
Voorbeeld:
“Alle mensen zijn sterfelijk” (algemeen)
“Socrates is een mens” (bijzonder)
“Socrates is sterfelijk” (conclusie)
Elias Laurent 1
,Plichtenleer en Ethisch Handelen Vastgoed 23/24
• Empirisme: nadruk op de ondervinding en de waarneming als basis voor betrouwbare
kennis
à Methode: inductief redeneren
Voorbeeld:
“Ik zie een bruine eend in het park” (waarneming 1)
“Ik zie een tweede bruine eend in het park” (waarneming 2)
“Ik zie een … bruine eend in het park (waarneming 3)
“Alle eenden in het park zijn bruin” (conclusie)
Rationalisme gevaren Empirisme gevaren
Meer algemene uitspraken, MAAR Nadeel dat als je je baseert op
risico voor te abstracte visies die ervaringsgegevens, is het moeilijk en
heel ver van de werkelijke wereld onduidelijk hoe je van daaruit naar
afstaan algemene uitspraken en wetten kan
komen à Inductie probleem
1.2.2. Ethiek
Ethos = gewoonte, gebruiken of zeden
Ethiek houdt zich bezig met de vraag welke menselijke handelingen goed of toelaatbaar zijn
en welke slecht of niet toelaatbaar
Het reflecteren over + onderzoeken van ethische waarden
à Waarom vind ik dit juist of fout?
à Wat is goed en wat is niet goed? Wat is te legitimeren/ rechtvaardigen?
GRONDLEGGER: Socrates
DOEL SOCRATES: om de burgers van Athene goed te laten nadenken over hun eigen waarden
en normen. Ze moeten zo veel mogelijk vanuit zichzelf nadenken over wat juist of fout is.
(Gevoel van zelfstandigheid aanbrengen)
1.2.3. Moraal
Moraal ≠ ethiek: moraal kan gaan over de morele biologische instincten die diep in onze genen
en menselijke natuur vervat zitten. Het is eveneens het geheel van normen en waarden van
een gemeenschap
à Hoeft niet altijd het goede te zijn à kan ethisch laakbaar zijn
Elias Laurent 2
,Plichtenleer en Ethisch Handelen Vastgoed 23/24
1.2.4. Moreel oordeel
Op dit ogenblik brengen we ethiek in de praktijk op het moment dat er een waardeconflict of
ethisch dilemma voorligt en er een keuze moet gemaakt worden.
- Handeling moreel juist = als er voldoende rekening gehouden wordt met de rechten en
wensen van betrokkenen
- Een tegenstelling tussen (professionele) waarden
- Proces met argumenten onderbouwt
à Een moreel oordeel is het antwoord op de vraag of een handeling of beslissing moreel
juist is
1.2.5. Ethisch handelen
Jeurissen: “Ethisch handelen is dat handelen dat in overeenstemming is met de waarden en
de normen waaraan we onszelf en anderen in redelijkheid gehouden achten.”
BELANGRIJK: notie van anderen à ethisch handelen is altijd ten koste van een anderen
Hoe sta ik hier tegenover?
Ethisch handelen op verschillende niveaus:
• Individueel niveau (micro)
• Organisatieniveau (meso)
• Economisch niveau (macro)
“Iedere partij wiens gerechtvaardigde belangen kunnen worden beïnvloed door de activiteiten
van de onderneming, of die zelf invloed op de gerechtvaardigde belangen van de onderneming
kan uitoefenen.”
1.2.6. Integriteit
= een karaktereigenschap van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk, oprecht en
niet omkoopbaar is (geen verborgen agenda)
“Integer je beroep uitoefenen, betekent dat je handelt vanuit de verantwoordelijkheden die bij
je taak en positie horen, met inachtname van de regels, richtlijnen, normen en waarden die
gelden, met oog op het welzijn, de belangen en rechten van alle betrokken.”
Wordt bepaald door:
- Regelgeving en ethisch (beroeps)codes
- Beperken van verleidingen (risico’s)
- Vaardigheid van moreel oordelen
- Houding vanuit intentie en openstaan voor
Individuele integriteit = doen wat je zegt, zeggen wat je doet, eerlijk- en oprechtheid,
betrokkenheid, geen emotionele veinzerij
Elias Laurent 3
, Plichtenleer en Ethisch Handelen Vastgoed 23/24
Sociale integriteit = verleidingen weerstaan uit je omgeving, machtspositie niet misbruiken
Of je streeft een integere houding na, of niet à beetje gaat niet
Realiteit is dat het steeds een evenwichtsoefening is om de eigen waarden en normen te
aligneren met dat van een bedrijf, de belangen en je eigen verantwoordelijkheden
Integriteit = geheel van gedragsvormen, kennis en attitudes om vertrouwen te creëren en te
behouden
1.2.7. Waarden
Waarden = wat is nastrevenswaardig als beginsel?
- Politiek
- Kunst- en cultuur
- Organisaties en bedrijven
- Subculturen
- Religie en levensbeschouwing
Waarden zijn een set van beginselen die richtinggevend zijn voor mensen die deze
waarden onderschrijven voor het oordeel dat ze hebben over zichzelf en de anderen
Normen = Uitdrukking van waarden, hoe we ze omzetten in de praktijk (wetten en regels)
- Concrete gedragsregels over wat verwacht wordt in een bepaald situatie (en wat niet)
- Bepaald door een voor een bepaalde groep mensen (sportclub, natiestaat, school, …)
- Normen zijn tijdsgebonden
- Het rechtssysteem is normatief, sommige beroepen zijn via beroepscodes ook
normatief geregeld
1.2.8. Juridische en morele rechten
Verstraeten en Van Liedekerke: “veel voorkomend misverstand is de reductie van ethiek tot
een kwestie van juridische aansprakelijkheid”
Elias Laurent 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eliaslaurent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.