SYSTEMISCH DENKEN EN
HANDELEN
Ine Van Gestel
,D1: HULPVERLENING AAN CLIËNT EN ZIJN
CONTEXT
HST 1-4: HET BEGRIP CONTEXT
Context is de totale omgeving van de cliënt waarin betekenis wordt gegeven aan gevoelens, gedrag, gedachten,
situaties, relaties, …
De context omvat zowel personen, netwerken, organisaties en het ruimer maatschappelijk kader.
- Een familiaal netwerk. In dit netwerk zijn de betrokkenen met elkaar verbonden via geboorte,
huwelijk/relatie, ouderschap, siblings, …
- Een sociaal netwerk is een netwerk van mensen die elkaar kennen vanuit een gemeenschappelijke
omgeving bv. Buurt, school, werk, sportclub, …
Begrip context bekijken vanuit:
- Microniveau: gezin, familie, vrienden
- Mesoniveau: school, werk, instelling, buurt
- Macroniveau: maatschappij, cultuur, religie, sociaal-economische status
HST 2: SDH IN DE HULPVERLENING: UITGANGSPUNTEN
- Niet enkel de aangemelde cliënt maar ook anderen, waarmee hij/zij een relatie heeft, worden
betrokken in de hulpverlening.
- Inhoud van de hulpverlening zijn de onderlinge relaties.
- SDH helpt om de onderlinge relaties tussen mensen te omschrijven en meer tastbaar te maken
- Micro, messo en macro niveau zijn met elkaar verbonden en hebben invloed op elkaar
- Doel is om het functioneren van het individu in zijn context en/of het systeem te verbeteren
- Rekening leren houden met ieder heet zijn waarheid/zijn perspectief
o De verscheidenheid aan werkelijkheden en perspectieven in een gezin herkennen
En/of de meerzijdige paartijdige houding begrijpen, leren gebruiken
o Iedereen kijkt op een eigen manier naar de wereld
HST 3: HET SYSTEEMPENTAGRAM
Opvoeder- begeleider houdt rekening met de 5 systemen van het systeempentagram:
- De cliënt/elk individu is een eenheid (van organen, lichaam en geest. Van meerdere relaties)
- Het gegeven dat de volwassenen in een kerngezin zowel ouders zijn als partners
- Het gezin, breng de/hun relaties in kaart om zicht te krijgen op hun krachten, invloeden en loyaliteiten
1
, - Het belang van het suprafamiliaal systeem. Dit belang en hoe je dit doet wordt in hst 5 aangegeven
- Ook elementen (personen, situaties, instanties) uit de context (messo en macro-niveau) kunnen
invloed hebben op en aanleiding geven tot problemen
HST 4: HUIDIGE TENDENS IN HULPVERLENING = BREDE SAMENWERKING MET
CLIËNT/CLIËNTENSYSTEEM EN CONTEXT
Werken met systeempentagram
- Geen hiërarchische volgorde (men begint gewoonlijk bij de aanmelding van de cliënt)
- Rekening houden met (eigen professionaliteit inzicht en ervaring, keuze cliënt, regelgeving/keuze van
je organisatie)
Vraag-gestuurd en aanbod-gestuurd werken
- Vraag-gestuurd werken op cliëntniveau betekent:
o Aansluiten bij vragen, behoeften, belevingen, ervaringen en oplossingen van cliënten
o Versterken van de mogelijkheden, vaardigheden en de eigenwaarde van cliënten
o Activeren van cliënten in hetzelfde verbeteren van de situatie
o Samenwerken met cliënten bij alle stappen in het hulpproces
o De realiteit van de cliënt en/of cliëntsysteem ook een plek geven in hun perspectief/hun
waarheid
- Aanbod-gestuurd werken op cliëntniveau:
o Het aanbod van de dienst of organistie bepaalt de hulp of de zorg die cliënt krijgt
o Rekening houden met de mogelijkheden van de organisatie
Vaak zie je een evolutie naar een evenwicht tussen de beide manieren van sturingen en zeer veel organisaties.
HETHAALVRAGEN
- Wat is systemisch denken? Leg uit.
- Beschrijf het begrip context.
- Welke netwerken omvat de context van cliënten?
- Geef 2 belangrijke uitgangspunten voor de hulpverlening volgens het systemisch denken?
- Wat is een systeempentagram? Waaruit bestaat het?
- Verklaar het nut van het systeempentagram voor de hulpverlening?
- Hoe gebruik je een systeempentagram?
2