Welzijn en criminologie
HCO 1 (27/09/2023)
6 modules
1. Ontwikkeling van de verzorginsstaat
Meer politieke wetenschap en filosofie; normatieve aspecten
Wat is welzijn; aspecten zoals rechtvaardigheid etc.
Ontwikkeling van de welvaartsstaat
Verhouding tussen welvaart- en criminele staat
2. Uitzoomen vh organisatorische, naar sociologisch
3.
4.
5. Interventies in welzijnswerk
Hulpverlening: moet betrouwbaar zijn, beroepsgeheim
Organisaties die in welzijnszorg actief zijn
Examen: geen reproductievragen of vanbuiten leren openboek examen
Verbanden leggen, begrijpen
2/3 vragen, inzichtvragen + 1 bonusvraag over feitelijke zaken
Argumenteren is belangrijk: geen slechte meningen, wel slechte beargumentering
,Module 1:
Verzorgingsstaat als context waarin welzijnsinterventies gestalte krijgen
Teksten:
2008
2020 hoe is welzijn in Vlaanderen georganiseerd?
Verschillende beleidsniveaus en bijhorende actoren
Welzijn is een veelgebruikte term
Domeinen: fysiek welzijn (gezondheidstoestand, lichamelijke gezondheid, …), mentaal welzijn
(emotionele en psychologische gezondheid van een persoon), sociaal welzijn, economisch
welzijn, maatschappelijk welzijn (maatschappij als geheel), milieu welzijn
Wat is welzijnszorg?
Antwoord van de omgeving op de noodsituatie van een individu
Wat is een noodsituatie? Conflict of breuk tussen iemands noden en capaciteiten
Noden veranderen doorheen de tijd; naarmate mensen opgroeien, maar ook doorheen de
geschiedenis
welzijnsWERK: onbetaald werk is ook werk
Welzijnswerker in de klassieke zin: niet evident om te onderscheiden tussen professioneel en
informeel
Organisatie van welzijnszorg- en werk:
Centrale term: Solidariteit
Veronderstelt:
Solidariteit is per definitie relationeel; gaat over een relatie tussen ons
elkaar ondersteunen, gevoel van samenhorigheid
Opnemen van de verantwoordelijkheid voor belangen en keuzes en wensen van anderen
Is een relatie, dus is wederkerig (éénzijdig is hulpvaardig) solidariteit is wederkerig
Op basis van lidmaatschap: familie, land, mensheid
Speelt zich af op verschillende niveaus
Micro: mensen die concreet en individueel zijn
Macro: groter en abstracter; verantwoordelijkheid opnemen voor bv. armoede of uitbuiting
(bv. koloniale discussies)
Omvattende solidariteit: bereid om anderen te helpen, ongeacht de oorzaak (hoe ze id
problemen zijn geraakt; vaak bij familie, maar ook gezondheidszorg bv. arts)
Specifieke solidariteit:
Diachroon: tussen generaties (bv. Youth for Climate protest verantwoordelijkheid
opnemen voor de mensen die na ons komen, voor volgende generaties), zorg voor kinderen
Synchroon: in dezelfde tijd
,Verschillende netwerken van solidariteit: familiaal, tussen lotgenoten, groepsverbondenheid
(je verbonden voelen met anderen subjectieve belangengemeenschap)
Gemeenschap: nationalisme wij en zij
In kader van verzorgingsstaat: collectief, politiek verband
We dragen bij aan collectieve zorgsysteem (bv. belastingen)
Solidariteit en sociale zekerheid:
Sociale zekerheid in België gaat er van uit als je pech hebt (iets overkomen tijdens werk) dat
je kan terugvallen op het sociale vangnet
1.2 Ontwikkeling vd verzorgingsstaat en het welzijnsbeleid
Is het welvaartstaat of verzorgingsstaat?
Welvaart betreft economische zaken
Verzorging: meer om basisbehoeftes te waarborgen, sociale ondersteuning etc. om sociale
ongelijkheid verminderen
Verzorgingsstaat: definitie
De origines van de verzorgingsstaat:
Feodale tijd: agrarische feodale samenleving; vaststaande standen met specifieke normen en
waarden
Individu is sterk afhankelijk van de groep, van je collectiviteit
Manier waarop mensen in het leven staan wordt opgeslorpt in collectieve samenleving
Niet veel solidariteit in de zin hoe we ze nu kennen
‘Mechanische’ solidariteit (Emile Durkheim): vanzelfsprekende verbondenheid
Mensen werken hetzelfde, zelfde type van werk, collectief met elkaar verbonden, geen eigen
identiteit zoals nu, iedereen ongeveer op dezelfde hoogte
Maatschappij is dus zelf voorziend, tussen mensen onderling niet veel medeleven;
maatschappij wordt omschreven als één lichaam en overleven met zen allen
Nog geen sprake van verzorgingsstaat
, Les 2:
1.2. Ontwikkeling van de verzorgingsstaat en het welzijnsbeleid (vervolg)
Origines van de verzorgingsstaat:
Geleidelijke overgang van verticale zorgarrangementen (feodaal model, kerkelijke
liefdadigheid etc.) naar horizontale zorg
Horizontale zorg: meer onder de hoede van de overheid (bv. organisatie van meer structurele
initiatieven die ervoor eerder informeel waren)
Socioloog Emile Durkheim: van mechanische naar organische solidariteit
Solidariteit is een wederkerige relatie in de maatschappij
Mechanisch: premodern
Veel minder geïndividualiseerd; mensen doen ongeveer allemaal hetzelfde
Is mechanisch, vanzelfsprekend
Met de modernisering zien we een overgang naar organische solidariteit
Meer individuele verschillen tussen mensen; diversiteit (diverse jobs, woningen,
geloofsovertuiging etc.)
Maar hebben wel nog steeds bepaalde dingen nodig (politie, winkels etc.) , maar hebben
meer diverse waarden, functies etc.
De productiewijze verandert, maar ze blijven elkaar nodig hebben organisch
(verschillende organen ie lichaam, maar hebben elkaar nodig om te functioneren)
Door industriële revolutie (van handmatig naar meer machinaal), verstedelijking
Werken op het platteland valt deels weg, mensen gaan op zoek naar werk in steden
Productiewijze, economische organisatie heeft grote impact op gemeenschap etc.
Welzijnszorg evolueert van gunst naar een recht
Mensen gaan anders beginnen denken over zorg
Verlichtingsfilosoof Rousseau: sociaal contract (deel vd vrijheid afgeven, namelijk
eigenrichting om bepaalde rechten en vrijheden te beschermen)
Welzijnszorg wordt beïnvloed door die grote maatschappelijke veranderingen
Bij armoede wordt er meer en meer gekeken naar de maatschappij, niet meer perse de
schuld van de persoon
In de 19de eeuw opkomst van de eerste sociale kwesties: sociale bewegingen waarbij de
arbeiders zich gaan beginnen bewegen
Burgerij maakt zich zorgen: door humanistische bewegingen, maar ook door sociale spanning
(groeiende arbeidersbeweging)
Door opstanden etc. dreigt het systeem uiteen te vallen daarom eind 19de eeuw
eerste wetteksten waar bv. pensioen, werkloos zekerheid etc. worden geregeld
Arbeidsrechten breiden uit
Jaren 30: