Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
ZEER volledige notities van 12 hoorcolleges Europese Instellingen gegeven door Prof. Ann Pauwels €5,49   Ajouter au panier

Notes de cours

ZEER volledige notities van 12 hoorcolleges Europese Instellingen gegeven door Prof. Ann Pauwels

 10 vues  1 fois vendu

40 getypte pagina's aan notitie's van het van Europese Instellingen, gegeven door Prof. Ann Pauwels. Ik heb elk hoorcollege live gevolgd, alsook later herbekeken: m.a.w. vollediger kunnen deze notities niet zijn en hiermee hoef je niet meer naar de lessen te gaan. Deze notities zijn grotendeels nie...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 39  pages

  • 10 janvier 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Prof. ann pauwels
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
kennethdiseur
Europese instellingen


PPT 1: Historisch overzicht van de Europese integratie

Vlag Europese Unie
De sterren stelt de symboliek van verbondenheid tussen de leden voor en is niet gelijk aan het aantal
leden.

De Europese Unie is een eenheid
De EU is een verband van 27 lidstaten. Deze leden zijn lid van de internationale organisatie
‘Europese Unie’. De EU is uniek dankzij haar overwegend supranationaal karakter.

Wat maakt een internationale organisatie een organisatie?
- Internationale organisaties worden opgericht door staten d.m.v. een oprichtingsverdrag.
Oprichtingsverdragen kunnen enkel gesloten worden door de staten.
- Lidstaten kunnen nog steeds individueel functioneren.
- De internationale organisatie kan zelfstandig optreden en wordt beschouwd als een nieuw
rechtssubject/rechtspersoon: heeft rechten/privileges en plichten. De organisatie kan als
organisatie ook aansprakelijk gesteld worden voor het overtreden van regels.
- Nood aan organen/instellingen. Deze worden gecreëerd voor het functioneren van de
organisatie te garanderen en kunnen zelfstandig optreden als internationale organisatie en
NIET als spreekbuis van een lidstaat.
- Samenwerkingsverband tussen staten.


Voorbeelden: VN, OPEC, World Health Organisation, World Trade Organisation, EU, UZO,
IMF,…

Geen voorbeelden: FIFA, G20, Sovjet-Unie (=staat)

België is lid van zo’n 100 internationale organisaties, wereldwijd zijn er zo’n 1000.


Supranationale internationale organisatie vs. intergouvernementele internationale organisatie
Het afstaan door lidstaten van beslissingsmacht/soevereiniteit bij supranationale
organisaties. Op bepaalde domeinen staan de leden beslissingsmacht af aan de organisatie.
 Beslissingen worden genomen door de Europese instellingen.
 Een lid van de organisatie kan in bepaalde gevallen tegen zijn wil gebonden zijn.
- Vb. Beslissingen kunnen worden genomen door entiteiten die handelen in
functie van de organisatie en niet in functie van de lidstaten (vb. Europese
commissie bestaat niet uit vertegenwoordigers van de lidstaten) en
betrekken de lidstaten dus niet bij deze beslissing, maar lidstaten moeten
zich hier wel aan houden of deze beslissing naleven.
- Vb. Lidstaat dat tegen stemt, maar meerderheid stemt voor.
 Beslissing bij bepaalde vorm van meerderheid en de lidstaten moeten zich bij die
beslissing neerleggen. Beslissingen worden genomen hetzij door vertegenwoordigers
van de lidstaten, hetzij door onafhankelijke instellingen handelend in functie van de
organisatie.

, Europese instellingen


Bij intergouvernementele organisaties (DUS geen afstand van soevereiniteit) is men
nooit tegen zijn wil gebonden. Beslissingen zijn enkel bindend voor leden die PRO
stemden, voor diegenen die TEGEN stemden worden beslissingen aanbevelingen
genoemd. De meeste organisaties zijn intergouvernementeel. De EU is overwegend
supranationaal en dus uniek.

 Vaak zijn organisaties overwegend, maar niet volledig het één of het ander.

27 lidstaten (Te kennen)

1952 1973 1981 1986 1990 1995
België Ierland Griekenland Spanje Duitsland (DDR) Zweden
Italië Denemarken Portugal Finland
Duitsland (BDR) Verenigd Koninkrijk Oostenrijk
Frankrijk (2020)
Nederland
Luxemburg

2004 2007 2013
Slovenië – Malta Roemenië Kroatië
Letland – Hongarije Bulgarije
Estland - Polen
Litouwen - Tsjechië
Slowakije – Cyprus

 Het VK is slechts in 1973 toegetreden. Voordien werden 2 aanvragen geweigerd: Frankrijk wilde
niet dat het VK toetrad omdat ze geen macht wilden afstaan (ieder lid moet steeds akkoord gaan).
 Griekenland slechts in 1981, want voordien had het leger de macht overgenomen en was het dus
geen democratie.
 Portugal en Spanje slechts in 1986 want deze werden voordien geregeerd door dictatoren.
 Noorwegen is nooit lid geworden omdat de Noorse bevolking steeds heeft tegengestemd.
 Zwitserland is geen lid van de EU.

~ Uitbreidingsmoeheid in de EU?
- Hoe meer leden, hoe moeilijker de beslissingen.
- Hoe meer leden, hoe meer ‘extra’ problemen voor de EU. Men heeft gemerkt dat de
toetredingen in 2004/2007 nog steeds voor problemen zorgt op bepaalde beleidsdomeinen.
- Uitbreiding vergt veel financiële inspanningen.
- Wat is het voordeel van de toetreding van een bepaald land voor de EU?


Historische context EU
~ De EU is een relatief jonge internationale organisatie, maar de basis is voordien reeds gelegd
geweest in het kader van andere internationale organisaties die de EU zijn geworden.

 Wereldoorlog II leidt tot eerste samenwerkingsverbanden en het besef dat dit absoluut in de
toekomst vermeden moest worden. Verschillende initiatieven (meestal Europese organisaties)
werden genomen om een dergelijk gewapend conflict in de toekomst te vermijden. 3 voorbeelden
hiervan zijn:

, Europese instellingen


 Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEES, 1948)
= Voorloper van de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO, 1960)
- Intergouvernementeel initiatief.
- Opgericht om een vorm van samenwerking te creëren tussen Europese staten met
een economische doelstelling.
- In kader van Marshall-plan (VS, genoemd naar de toenmalige secretary of state van
Amerika, niet filantropisch, maar zeker ook voordelig voor de VS) voor heropbouw
van Europa en zijn economie na de verwoesting du WOII heeft meegebracht. Dit plan
moest gecoördineerd worden door een Europese organisatie  oprichting OEES.

* Belangrijkste geallieerden WOII: VS, Sovjet-Unie, Frankrijk, VK. Deze coalitie valt later uiteen: Koude
Oorlog tussen Rusland en de andere geallieerden. Dit zal ook gevolgen hebben voor de Europese
samenwerkingsinitiatieven. Het Marshall-plan zal er enkel zijn voor de West-Europese landen, de
Oost-Europese landen (die stilaan onder het bewind van de Sovjet-Unie vielen) kregen deze steun
niet.

 Raad van Europa (1949)
!!!Raad van Europa heeft niets te maken met de Europese Unie!!!
= Volledig Europees initiatief.
= Volledig onafhankelijke (van de EU) internationale organisatie die ouder is dan alle
voorlopers van de EU en de EU zelf.

- Opgericht op initiatief van het VK (Winston Churchill, eerste initiatief reeds in 1946)
met het idee dat Europese landen moeten samenwerken op verschillende domeinen.
- Samenwerking op basis van onze westerse fundamentele beginselen (respect voor
de rechten van de mens, democratie, vrijheid van meningsuiting, verbod op
foltering,…).
- Bestaat vandaag de dag nog altijd en is gevestigd in Straatsburg (een deel van het
Europees Parlement is hier ook gevestigd, niet te verwarren!).
- Beheert het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Intergouvernementeel initiatief.
- In eerste instantie nemen een 10-tal Westerse Europese landen deel.
- Vandaag zijn bijna alle Europese landen (46, veel meer dan EU) zijn lid:
° Rusland recentelijk uitgestoten (conflict Oekraïne)
° Wit-Rusland nooit lid geweest omwille van grove schendingen t.o.v. de
rechten van de mens.
° Kosovo ook niet want wordt niet als soevereine staat erkend door bepaalde
landen.

, Europese instellingen


 Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO, 1949)
= Geen pure Europese organisatie (VS is ook betrokken).
= Militair bondgenootschap: ‘Een aanval op 1 van onze leden, is een aanval op al
onze leden’.  recht op zelfverdediging.

- Samenwerking op militair vlak
- Opgericht uit vrees voor de mogelijke agressie uit Sovjet-Unie (Koude Oorlog)
- Intergouvernementeel initiatief.
- Hoofdkantoor in Brussel

 Jaren ’50: de eerste stappen in het Europees integratieproces. Nu komen de initiatieven die
dichter aanleunen bij de Europese Unie.

* De EGKS , de EEG en EURATOM zijn de 3 gemeenschappen die de basis hebben gelegd voor de
Europese Unie later.

 Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS, 1951)
~ Context: volop in Koude Oorlog!

- Voorstel (idee van Robert Schuman, toenmalig minister van buitenlandse zaken van
Frankrijk, wordt beschouwd als de grondlegger van de Europese Unie) tot veel
diepgaandere samenwerking op bepaalde domeinen om gewapende conflicten in de
toekomst te vermijden (zeker tussen de vijanden FR en DL).
 Hoe een toekomstige oorlog vermijden? Bepaalde beleidsdomeinen, die cruciaal
zijn voor oorlogsvoering, onder het gezag van een hogere autoriteit en niet van de
staten zelf.
 Eerste supranationale initiatief!!

- Kolen en staal waren een op dat moment een belangrijke grondstof, en dus cruciaal,
voor oorlogsvoering. Deze bevoegdheid werd onttrokken van de nationale
bevoegdheid en werd in de handen gelegd van een hogere autoriteit. Dit zorgt voor
een ONMOGELIJKHEID tot oorlogsvoering.
- Het idee werd in eerste instantie gelanceerd ten aanzien van Duitsland en zij
stemden hiermee in.
- Oprichters EGKS, en dus later de EU: België, Frankrijk, West-DL, Nederland,
Luxemburg, Italië

* Deze 6 landen gaan later voort op dit supranationaal elan met de EEG en EURATOM: uitbreiding
integratie. Deze (economische) integratie is altijd met als doel geweest om een gewapend conflict in
de toekomst te vermijden tussen deze leden (conflict wordt onmogelijk). Dit is vandaag de dag nog
steeds de basisgedachte van de EU.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kennethdiseur. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter