10. Immobiliteit en vallen:
10.1 Inleiding
● Immobiliteit en vallen zijn twee nauw verbonden geriatrische syndromen. Ouderen die
immobiel zijn, hebben een groter risico op vallen, en omgekeerd kan een valincident
leiden tot immobiliteit bij ouderen.
● Vallen bij ouderen veroorzaakt niet alleen immobiliteit maar ook andere geriatrische
syndromen, zoals pijn en functionele afhankelijkheid, waardoor de kwetsbaarheid van
ouderen toeneemt.
● Valpreventie is essentieel om de levenskwaliteit van ouderen te bevorderen.
10.2 Prevalentie
● Wereldwijd staat vallen op de tweede plaats van dodelijke ongelukken, met ouderen
als de grootste slachtoffergroep.
● In Nederland overlijden dagelijks negen mensen van 65 jaar en ouder als gevolg van
een val, en elke vijf minuten belandt een oudere op de Spoedeisende Hulp (SEH) na
een val.
● Het aantal valincidenten neemt toe, vooral onder 85-plussers, en voorspellingen
tonen een verwachte stijging van 64% in sterfgevallen en 54% in ziekenhuisopnames
door vallen tot 2030.
● In 2016 was de incidentie van vallen in verpleeghuizen 10% en bij ouderen met
thuiszorg bijna 14%.
● Meer dan de helft van de valongelukken vindt plaats in en om het huis, maar de
precieze oorzaak is vaak onbekend.
● Verschillende soorten ongevallen worden vermeld, zoals privé- en verkeersongevallen
op straat, vallen op straat, enkelvoudige fietsongevallen, ongevallen met rollators en
scootmobielen.
10.2.1 Risicofactoren en patronen
● De kans op een val is het grootst bij vrouwen tot 84 jaar, terwijl boven 85 jaar
mannen het grootste risico lopen.
● Ongevallen met rollators komen vooral voor bij vrouwen van 80 jaar en ouder,
terwijl ongevallen met scootmobielen vaker voorkomen bij mannen van 85
jaar en ouder.
, ● Valincidenten kunnen plaatsvinden in ogenschijnlijk veilige omstandigheden,
zoals in de slaapkamer, waarbij jaarlijks 3.600 valincidenten plaatsvinden
doordat 55-plussers uit bed vallen.
10.2.2 Gevolgen van vallen:
● Valongelukken kunnen ernstig letsel veroorzaken, zoals heupfracturen en
hoofdletsel. Ongeveer 14% van de ouderen die zich op de SEH melden na een
val heeft een heupfractuur, en 25% van de mannen en 14% van de vrouwen
heeft hoofdletsel.
● Naast de dramatische effecten op de kwaliteit van leven en mortaliteit van
ouderen, leiden valincidenten tot aanzienlijke maatschappelijke kosten.
● In 2015 bedroegen de jaarlijkse totale directe medische kosten na
valongevallen met SEH-bezoek of ziekenhuisopname 912 miljoen euro,
waarbij bijna de helft van deze kosten betrekking had op slachtoffers van 85
jaar en ouder.
● De gemiddelde medische kosten voor het behandelen van de gevolgen van
een val bij ouderen liggen op 8.800 euro per incident.
● Naast de directe kosten zijn er ook indirecte lasten, zoals overbelasting van
families en mantelzorgers, die zich ziek melden of zorgverlof opnemen.
10.3 Anatomie en fysieke functies
10.3.1 Neurologisch systeem
● Vallen wordt geclassificeerd als een mobiliteitsprobleem volgens de
International Classification of Functioning (ICF).
● Oorzaken van vallen zijn divers, inclusief extrinsieke (bijv. losliggend kleedje)
en intrinsieke factoren (bijv. fysieke stoornissen zoals duizeligheid).
● Analyse van het lichamelijk functioneren kan worden gedaan door
verschillende orgaansystemen te onderzoeken: neurologisch systeem, brein,
motorisch systeem, cardiovasculair systeem en bloed.
10.3.2 Zintuiglijk systeem
● Het evenwicht wordt beïnvloed door zintuiglijke input zoals tastzin,
proprioceptie, visus en gehoor.
● Sensorische stoornissen, zoals bij polyneuropathie of een CVA, verhogen het
valrisico door verstoorde verwerking van informatie over de ondergrond.
10.3.3 Visus en gehoor
● Verminderde visus en gehoor, vaak voorkomend bij ouderen, dragen bij aan
het verlies van evenwicht en verhogen het valrisico.
● Oogziekten zoals cataract, maculadegeneratie en glaucoom kunnen het
valrisico vergroten.
10.3.4 Pijn