Samenvattin
International Economics and
International Economic Organization
Universiteit Antwerpen, 2023-202
1. Introduction (10/10/2023
Thema 1: International Finance (Danny Cassimon
2. The case for free capital mobility (17/10/2023
3. Exchange rate economics (23/10/2023
4. (International) nancial crisis (31/10/2023
5. International monetory system (19/12/2023
Thema 2: International Trade (Dirk De Bièvre & George Mavrostas
6. The WTO (Dirk de Bièvre 14/11/2023
7. Trade, trade policy & globalization (28/11/2023
8. The political economy of trade policy (05/12/2023
9. The trade growth nexus and Covid-19 and Ukraine war effect (12/12/2023
fi g
)
)
)
)
)
)
)
)
)
4
)
)
s
, 1. Introductio
(Pure) public good
Publieke/collectieve goederen
Een publiek/collectief goed is een goed waarvan mensen die er niet voor betalen niet kunnen
worden uitgesloten, en waarbij consumptie door de ene niet ten koste gaat van consumptie door
de andere. In de praktijk worden collectieve goederen ruimer gede nieerd als 'goederen die door
de overheid worden betaald en onderhouden, maar die de burger gratis kan gebruiken'.
Collectieve goederen onderscheiden zich van private goederen door hun niet-uitsluitbaarheid
(men kan niemand uitsluiten van de consumptie ervan) en hun niet-rivaliteit of ondeelbaarheid
(de consumptie ervan gaat niet ten koste van de hoeveelheid).
Per de nitie zijn publieke goederen non-excludable en non-rival
• Non-exclusion: eens het goed gecreëerd is (hoeft niet materieel te zijn), kan men niemand
uitsluiten er gebruik van te maken. Dit betekent dat het normale prijs-mechanisme niet werkt
als wijze van toegang tot het goed
• Non-rivalry in consumption: iemands consumptie van het goed, sluit niet uit dat een ander
het goed nog kan consumeren. Het goed vermindert dus niet door consumptie (bvb TV
signaal: door er gebruik van te maken, vermindert de toegang ertoe niet voor iemand anders)
Deze goederen zijn erg gewild op het niveau van een samenleving! Maar: private markten schieten
tekort in het aanleveren van publieke goederen door het probleem van free riding! Men kan
mensen niet dwingen om ervoor te betalen! Men kan dus niet uitgaan van marktmechanismen om
ze te produceren! (bvb gezonde lucht, straatverlichting). Het markt mechanisme kan enkel
aangewend worden om deze goederen op ef ciënte wijze te bevoorraden. Publieke goederen
zullen niet optimaal geproduceerd worden door een vrije markt tenzij institutionele afspraken het
free riding probleem omzeilen. Er is dus een interventie nodig van een publieke actor die bvb
belastingen heft om resources op te halen voor het produceren van publieke goederen
Free-rider probleem
Het free-rider probleem of vrijbuitersprobleem is het sociale dilemma dat mensen gebruik
kunnen maken van een goed of dienst zonder ervoor te betalen of bij te dragen aan de
instandhouding ervan. Het dilemma doet zich alleen voor bij collectieve goederen.
Publieke goederen zijn tegengesteld aan private (market produced goods): het private markt
mechanisme zegt dat als je iets wilt consumeren, je daarvoor moet betalen. Door een goed te
consumeren kan het onbeschikbaar worden voor anderen. Private goederen worden geproduceerd
door het markt mechanisme dat de productie en consumptie van deze goederen reguleert volgens
een supply-demand chain
In praktijk zijn er weinig ‘pure’ publieke goederen
• Quasi public goods: bezitten 1 van de 2 bovenstaande karakteristieken (bvb club good NATO
membership voldoet aan non rivalry, maar het lidmaatschap is wel exclusief)
• Joint products: voldoen aan en worden geproduceerd door het markt mechanisme, maar met
een publieke karakteristiek (bvb openbaar vervoer)
fi n
.
s
.
fi :
.
:
fi .
.
.
, In globale context: global public goods (GPG’s). Om underprovisioning door staten te voorkomen,
zijn interventies nodig op een globaal niveau
Sommige problemen zijn altijd globale problemen geweest (bvb vervuiling stopt niet bij grenzen).
Door globalisatie ontstaan nieuwe globale problemen doordat sommige publieke goederen globale
publieke goederen geworden zijn. Omwille van deze cross-border transacties is er nood aan
internationale overeenkomsten, instituten en regels om underprovisioning te voorkomen
Voorbeelden van Global public goods
• Rules on trade: de WTO creëert globale regels voor handel, die beschikbaar zijn voor iedereen
en waarvoor geen rivaliteit is
• International nancial stability: het IMF en WB promoten internationale nanciële stabiliteit,
hetgeen non-excludable en non-rivalrous is
Provisionin
Er zijn verschillende technieken voor provisioning
• Summation: de som van alle individuele contributies, bvb vervuiling wordt geproduceerd
door summation, dus elke inspanning is belangrijk en zal een effect hebben op de aggregate
supply. De totale reductie van afval is de som van alle individuele inspanningen, hoe meer
iedereen doet, hoe beter de resultaten. Deze interventies targetten iedereen, want iedereen is
belangrijk en elk klein stukje telt. De totale productie van het gewenste public good (gezonde
lucht) is dus de eenvoudige som van alle bijdrages
• Weakest Link: de aggregate supply wordt bepaald door de bijdrage van de zwakste schakel
(de laagste bijdrage), bvb als de zeespiegel stijgt en iedereen op een eiland bouwt zelf een dijk
langs zijn stuk land (en er zijn verder geen muren tussen de percelen, cfr globalisatie), dan zal
de totale bescherming tegen het stijgend zeewater dat van de laagste muur zijn. Zie bvb ook
een globale nanciële crisis (global public bad) die in één land begint met een spill over naar
andere landen. Ieder land tracht zijn binnenlands nancieel systeem te beschermen, maar de
globale bescherming is die van de weakest link (zie recente crisis: VS was weakest link en
hadden nanciële relaties met anderen. Als de weakest link beter wordt, verbetert de totale
aggregate supply). Men moet er dus voor zorgen dat elk nancieel systeem veilig en
gecontroleerd is, want door globale verstrengeling kan het zwakste systeem tot crisis leiden.
Een interventie is ef ciënt wanneer ze gericht is op de zwakste schakel
• Best Shot: het tegenovergestelde van de weakest link, wanneer de totale aggregate supply van
Global public goods bepaald wordt door de sterkste link, bvb productie van Covid-19 vaccins
door resources te geven aan zij die de hoogste kans hebben om een met een oplossing te
komen, aan degenen die het ‘best shot’ hebben. Men kan niet iedereen geld geven, dus dan is
het verstandig om de fondsen te investeren in diegene met de hoogste kans op succes
Verschillende types van problemen leiden tot verschillende types van oplossingen
Toepassing in internationale economi
• Rules on trade
• Internationale nanciële stabiliteit als een globaal publiek goed, optimal capital provision
Optimal capital provision: op wereldniveau wil men de zwakkere landen toegang geven tot
nanciële resources om te groeien en te ontwikkelen (als ze zelf niet over deze middelen
beschikken). Hiervoor kun je niet op het markt mechanisme vertrouwen, want privé instituten
zullen deze resources niet aanleveren! Er is dus een publiek interventie mechanisme nodig. Zie
fi fi fifi.
fi
g
fi .
:
.
.
e
:
.
fi fi .
fi !
.
.
.
, World Bank die de nodige nanciële middelen biedt aan landen die ontstoken zijn van publiek
kapitaal. Ontwikkelingshulp wordt dan gezien als remedie voor uitsluiting
Instituten die toezien op het globale public good van nanciële stabiliteit
• International trade issues: WTO
• International Finance: IMF / WB
Balance of Payment
Balance of Payments (BOP)
Balance of Payments: de boekhouding (in monetaire termen) van alle transacties van goederen,
diensten, inkomsten en nanciële assets tussen binnenlandse huishoudens, bedrijven, de
regering van een bepaald land en de inwoners van de rest van de wereld gedurende een
bepaalde periode (bvb 1 jaar). De BOP is dus de som van alle cross-border transacties binnen een
bepaalde periode (dus geen binnenlandse transacties!).
De BOP is een belangrijke indicator voor de toestand van de economie van een land, aangezien het
een beeld geeft van de transacties met de rest van de wereld
Traditioneel bestaat de BOP uit 2 delen (current account en capital account) die samen optellen tot
0, aangezien elke transactie bestaat uit 2 tegengestelde boekingen (+ en -). Er kunnen de cits of
surplussen zijn in de onderdelen, maar het totaal moet altijd 0 zijn. Tegenwoordig heeft het IMF
een derde deel geïntroduceerd in de BOP: de capital account is nu onderverdeeld in capital
account en nancial account, in die laatste werd veel overgeheveld werd vanuit de capital account
Bij een export transactie gebeuren er 2 dingen die in het BOP tegen elkaar weg geboekt worden
(zelfde bedrag, maar tegengesteld teken, + en -)
• Goederen verlaten het land
• In ruil voor die goederen komt er geld binnen in het land
Conceptueel moet de BOP dus altijd in balans zijn (sum to zero), een BOP surplus of de cit kan
dus niet bestaan door het systeem van dubbele boeking
• 1e boeking: de ‘aard’ van de transactie
• 2e boeking: het foreign exchange gevolg (forex in ox of forex out ow)
BOP-identity: current account + capital (& nancial) account = 0. Theoretisch gezien zou de BOP
moeten optellen tot 0, dus de assets (credits, iets wat je bezit) en liabilities (debits, iets wat je
verschuldigd bent) zouden in balans moeten zijn. Dit betekent dat het current account dus in
evenwicht moet zijn tov van capital en nancial accounts. Er is een 4e balancerende item in de
BOP: ‘Net errors and omissions’ waarin bvb fouten opgenomen worden zodat de som altijd 0 blijft
(verschil van praktijk versus theorie). Hoe groter de fouten, hoe meer dit zegt over de kwaliteit van
het systeem en over illegale transacties (bvb iemand reist naar Tanzania met een koffer vol USD en
geeft die daar uit)
De BOP bestaat uit 3 delen
• Current account: de stroom van goederen en diensten in en uit het land
• Financial account: boekhouding van nanciële transacties tussen het land en de rest van de
wereld, bvb buitenlandse investeringen, aankoop of verkoop van buitenlandse aandelen en
obligaties en internationale bank leningen
fi .
:
fi.
fis
.
.
fi
.
fi.
fi :
fl fi !
.
.
fl .
.
:
.
fifi .