Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting International Economics and International Economic Organisations, master Internationale Betrekkingen en Diplomatie, universiteit Antwerpen, €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting International Economics and International Economic Organisations, master Internationale Betrekkingen en Diplomatie, universiteit Antwerpen,

 18 vues  1 fois vendu

Nederlandstalige samenvatting International Economics and International Economic Organisations, master Internationale Betrekkingen en Diplomatie, universiteit Antwerpen,

Aperçu 10 sur 85  pages

  • 9 janvier 2024
  • 85
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
Lori28
Samenvattin


International Economics and
International Economic Organization

Universiteit Antwerpen, 2023-202

1. Introduction (10/10/2023
Thema 1: International Finance (Danny Cassimon
2. The case for free capital mobility (17/10/2023
3. Exchange rate economics (23/10/2023
4. (International) nancial crisis (31/10/2023
5. International monetory system (19/12/2023
Thema 2: International Trade (Dirk De Bièvre & George Mavrostas
6. The WTO (Dirk de Bièvre 14/11/2023
7. Trade, trade policy & globalization (28/11/2023
8. The political economy of trade policy (05/12/2023
9. The trade growth nexus and Covid-19 and Ukraine war effect (12/12/2023




fi g
)
)
)
)
)
)
)
)
)
4
)
)
s


, 1. Introductio

(Pure) public good

Publieke/collectieve goederen

Een publiek/collectief goed is een goed waarvan mensen die er niet voor betalen niet kunnen
worden uitgesloten, en waarbij consumptie door de ene niet ten koste gaat van consumptie door
de andere. In de praktijk worden collectieve goederen ruimer gede nieerd als 'goederen die door
de overheid worden betaald en onderhouden, maar die de burger gratis kan gebruiken'.
Collectieve goederen onderscheiden zich van private goederen door hun niet-uitsluitbaarheid
(men kan niemand uitsluiten van de consumptie ervan) en hun niet-rivaliteit of ondeelbaarheid
(de consumptie ervan gaat niet ten koste van de hoeveelheid).


Per de nitie zijn publieke goederen non-excludable en non-rival
• Non-exclusion: eens het goed gecreëerd is (hoeft niet materieel te zijn), kan men niemand
uitsluiten er gebruik van te maken. Dit betekent dat het normale prijs-mechanisme niet werkt
als wijze van toegang tot het goed
• Non-rivalry in consumption: iemands consumptie van het goed, sluit niet uit dat een ander
het goed nog kan consumeren. Het goed vermindert dus niet door consumptie (bvb TV
signaal: door er gebruik van te maken, vermindert de toegang ertoe niet voor iemand anders)

Deze goederen zijn erg gewild op het niveau van een samenleving! Maar: private markten schieten
tekort in het aanleveren van publieke goederen door het probleem van free riding! Men kan
mensen niet dwingen om ervoor te betalen! Men kan dus niet uitgaan van marktmechanismen om
ze te produceren! (bvb gezonde lucht, straatverlichting). Het markt mechanisme kan enkel
aangewend worden om deze goederen op ef ciënte wijze te bevoorraden. Publieke goederen
zullen niet optimaal geproduceerd worden door een vrije markt tenzij institutionele afspraken het
free riding probleem omzeilen. Er is dus een interventie nodig van een publieke actor die bvb
belastingen heft om resources op te halen voor het produceren van publieke goederen


Free-rider probleem

Het free-rider probleem of vrijbuitersprobleem is het sociale dilemma dat mensen gebruik
kunnen maken van een goed of dienst zonder ervoor te betalen of bij te dragen aan de
instandhouding ervan. Het dilemma doet zich alleen voor bij collectieve goederen.


Publieke goederen zijn tegengesteld aan private (market produced goods): het private markt
mechanisme zegt dat als je iets wilt consumeren, je daarvoor moet betalen. Door een goed te
consumeren kan het onbeschikbaar worden voor anderen. Private goederen worden geproduceerd
door het markt mechanisme dat de productie en consumptie van deze goederen reguleert volgens
een supply-demand chain

In praktijk zijn er weinig ‘pure’ publieke goederen
• Quasi public goods: bezitten 1 van de 2 bovenstaande karakteristieken (bvb club good NATO
membership voldoet aan non rivalry, maar het lidmaatschap is wel exclusief)
• Joint products: voldoen aan en worden geproduceerd door het markt mechanisme, maar met
een publieke karakteristiek (bvb openbaar vervoer)




fi n
.
s
.
fi :
.
:
fi .
.

.


, In globale context: global public goods (GPG’s). Om underprovisioning door staten te voorkomen,
zijn interventies nodig op een globaal niveau

Sommige problemen zijn altijd globale problemen geweest (bvb vervuiling stopt niet bij grenzen).
Door globalisatie ontstaan nieuwe globale problemen doordat sommige publieke goederen globale
publieke goederen geworden zijn. Omwille van deze cross-border transacties is er nood aan
internationale overeenkomsten, instituten en regels om underprovisioning te voorkomen
Voorbeelden van Global public goods
• Rules on trade: de WTO creëert globale regels voor handel, die beschikbaar zijn voor iedereen
en waarvoor geen rivaliteit is
• International nancial stability: het IMF en WB promoten internationale nanciële stabiliteit,
hetgeen non-excludable en non-rivalrous is

Provisionin

Er zijn verschillende technieken voor provisioning
• Summation: de som van alle individuele contributies, bvb vervuiling wordt geproduceerd
door summation, dus elke inspanning is belangrijk en zal een effect hebben op de aggregate
supply. De totale reductie van afval is de som van alle individuele inspanningen, hoe meer
iedereen doet, hoe beter de resultaten. Deze interventies targetten iedereen, want iedereen is
belangrijk en elk klein stukje telt. De totale productie van het gewenste public good (gezonde
lucht) is dus de eenvoudige som van alle bijdrages
• Weakest Link: de aggregate supply wordt bepaald door de bijdrage van de zwakste schakel
(de laagste bijdrage), bvb als de zeespiegel stijgt en iedereen op een eiland bouwt zelf een dijk
langs zijn stuk land (en er zijn verder geen muren tussen de percelen, cfr globalisatie), dan zal
de totale bescherming tegen het stijgend zeewater dat van de laagste muur zijn. Zie bvb ook
een globale nanciële crisis (global public bad) die in één land begint met een spill over naar
andere landen. Ieder land tracht zijn binnenlands nancieel systeem te beschermen, maar de
globale bescherming is die van de weakest link (zie recente crisis: VS was weakest link en
hadden nanciële relaties met anderen. Als de weakest link beter wordt, verbetert de totale
aggregate supply). Men moet er dus voor zorgen dat elk nancieel systeem veilig en
gecontroleerd is, want door globale verstrengeling kan het zwakste systeem tot crisis leiden.
Een interventie is ef ciënt wanneer ze gericht is op de zwakste schakel
• Best Shot: het tegenovergestelde van de weakest link, wanneer de totale aggregate supply van
Global public goods bepaald wordt door de sterkste link, bvb productie van Covid-19 vaccins
door resources te geven aan zij die de hoogste kans hebben om een met een oplossing te
komen, aan degenen die het ‘best shot’ hebben. Men kan niet iedereen geld geven, dus dan is
het verstandig om de fondsen te investeren in diegene met de hoogste kans op succes

Verschillende types van problemen leiden tot verschillende types van oplossingen

Toepassing in internationale economi

• Rules on trade
• Internationale nanciële stabiliteit als een globaal publiek goed, optimal capital provision

Optimal capital provision: op wereldniveau wil men de zwakkere landen toegang geven tot
nanciële resources om te groeien en te ontwikkelen (als ze zelf niet over deze middelen
beschikken). Hiervoor kun je niet op het markt mechanisme vertrouwen, want privé instituten
zullen deze resources niet aanleveren! Er is dus een publiek interventie mechanisme nodig. Zie




fi fi fifi.
fi
g
fi .
:
.
.
e
:
.
fi fi .
fi !
.
.
.


,World Bank die de nodige nanciële middelen biedt aan landen die ontstoken zijn van publiek
kapitaal. Ontwikkelingshulp wordt dan gezien als remedie voor uitsluiting

Instituten die toezien op het globale public good van nanciële stabiliteit
• International trade issues: WTO
• International Finance: IMF / WB

Balance of Payment

Balance of Payments (BOP)

Balance of Payments: de boekhouding (in monetaire termen) van alle transacties van goederen,
diensten, inkomsten en nanciële assets tussen binnenlandse huishoudens, bedrijven, de
regering van een bepaald land en de inwoners van de rest van de wereld gedurende een
bepaalde periode (bvb 1 jaar). De BOP is dus de som van alle cross-border transacties binnen een
bepaalde periode (dus geen binnenlandse transacties!).


De BOP is een belangrijke indicator voor de toestand van de economie van een land, aangezien het
een beeld geeft van de transacties met de rest van de wereld

Traditioneel bestaat de BOP uit 2 delen (current account en capital account) die samen optellen tot
0, aangezien elke transactie bestaat uit 2 tegengestelde boekingen (+ en -). Er kunnen de cits of
surplussen zijn in de onderdelen, maar het totaal moet altijd 0 zijn. Tegenwoordig heeft het IMF
een derde deel geïntroduceerd in de BOP: de capital account is nu onderverdeeld in capital
account en nancial account, in die laatste werd veel overgeheveld werd vanuit de capital account

Bij een export transactie gebeuren er 2 dingen die in het BOP tegen elkaar weg geboekt worden
(zelfde bedrag, maar tegengesteld teken, + en -)
• Goederen verlaten het land
• In ruil voor die goederen komt er geld binnen in het land

Conceptueel moet de BOP dus altijd in balans zijn (sum to zero), een BOP surplus of de cit kan
dus niet bestaan door het systeem van dubbele boeking
• 1e boeking: de ‘aard’ van de transactie
• 2e boeking: het foreign exchange gevolg (forex in ox of forex out ow)

BOP-identity: current account + capital (& nancial) account = 0. Theoretisch gezien zou de BOP
moeten optellen tot 0, dus de assets (credits, iets wat je bezit) en liabilities (debits, iets wat je
verschuldigd bent) zouden in balans moeten zijn. Dit betekent dat het current account dus in
evenwicht moet zijn tov van capital en nancial accounts. Er is een 4e balancerende item in de
BOP: ‘Net errors and omissions’ waarin bvb fouten opgenomen worden zodat de som altijd 0 blijft
(verschil van praktijk versus theorie). Hoe groter de fouten, hoe meer dit zegt over de kwaliteit van
het systeem en over illegale transacties (bvb iemand reist naar Tanzania met een koffer vol USD en
geeft die daar uit)

De BOP bestaat uit 3 delen
• Current account: de stroom van goederen en diensten in en uit het land
• Financial account: boekhouding van nanciële transacties tussen het land en de rest van de
wereld, bvb buitenlandse investeringen, aankoop of verkoop van buitenlandse aandelen en
obligaties en internationale bank leningen




fi .
:
fi.
fis
.
.
fi
.
fi.
fi :
fl fi !
.
.
fl .
.
:
.
fifi .


, • Capital account: kleinste deel! Boekhouding van transfers van gespecialiseerde types van
kapitaal, bvb de schenking van een ambassade gebouw of de grond waarop het gebouwd is
van residenten van het ene aan residenten van het andere land. Het gaat hier dus om niet-
nanciële assets en niet-geproduceerde assets zoals land of een mijn voor diamant extractie

Dus
• De current account meet goederen en diensten
• De capital en nancial account meten nanciële stromen


BOP: algemene regel

Everything leading to forex in ow is +, so forex in ow itself is
Credit (+): exports, income and current transfers received, decrease of foreign assets, increase of
foreign liabilities. Goederen verlaten het land (+) —> geld komt binnen in het land (-) (meestal in
foreign currency)
• Export transaction = + (current account
• Change in reserve assets = - ( nancial account, - is good!)

Everything leading to forex out ow is -, so forex out ow itself is
Debit (-): imports, income and current transfers paid, increase of foreign assets, decrease of
foreign liabilities
• Import transaction = - (current account
• Change in reserve assets = + ( nancial account, + is bad!)


Trade balance: het verschil tussen export en import van goederen en diensten. Dit kan een surplus
of een de cit vertonen.
• Als een land meer uitvoert dan invoert, spreekt men van een spreekt men van een surplus.
• Als een land meer invoert dan uitvoert, spreekt men van een de cit. Dit land verdient dus niet
voldoende aan haar export om te compenseren voor haar import. Het land gebruikt hiervoor
haar foreign reserves. Indien een land geen foreign reserve assets heeft, kan het enkel zoveel
invoeren als het uitvoert.




fi :
fi fi .
.

fififlfl fi)
)
.
fl fl .
-
fi +

.


, Current accoun

Current account

De current account meet alle huidige, niet- nanciële transacties van een land met de rest van de
wereld en bestaat uit 3 onderdelen die allen credit en debet componenten hebben
• Goods and services trade
• Earned income paid abroad and received from abroad = primary income
• Transfer payments made arboad and received from abroad = secondary income.


1/ International trade transaction

—> Netto import en export van goederen en diensten
—> Export staat in het BOP met een + teken, import met een - teken
—> + betekent surplus (het land exporteert meer dan het importeert
—> - betekent de cit (het land importeert meer dan het exporteert, verliest dus foreign exchange)
—> De tegengestelde boekingen zijn terug te vinden onder post 11 (change in reserve assets)

Voorbeeld
• Export +500 (+ omdat het leidt tot foreign exchange in ow) onder post 1. Onder post 11 komt
dan -500 (want de forex in ow zelf is -, het - teken is goed!)
• Import van -800 (- omdat het leidt tot foreign exchange outfow) onder post 1 en +800 onder
post 11 (want forex out ow zelf is +, het + teken betekent slecht!)
• De trade balance = import + export = -300.

2/Net income from abroa

—> Cross border transacties gelinkt aan arbeid of kapitaal
—> Compensatie voor werknemers die in een ander land wonen dan waar ze werken
—> Investment income: interest betalingen op bestaande cross-border investeringen. De transactie
om een obligatie te kopen dus niet, maar de interesten op de obligatie wel
—> De tegengestelde boekingen zijn terug te vinden onder post 11 (change in reserve assets)

Voorbeeld
• Totaal -100 (- omdat het leidt tot foreign exchange outfow) onder post 1 en +100 onder post 11
(want forex out ow zelf is +, het + teken betekent slecht!)

3/ Net current transfer

—> Cross-border betalingen niet voor goederen of diensten
—> Bvb mensen die in het buitenland werken en geld naar hun familie sturen (remittances)
—> Bvb ontwikkelingshulp in de vorm van een beurs

Voorbeeld
• Totaal +150 (+ omdat het leidt tot foreign exchange in ow) onder post 1. Onder post 11 komt
dan -150 (want de forex in ow zelf is -, het - teken is goed!)

4/ Current account balance = 1+2+

—> + = surplu
—> - = de ci




fi:
t
s
fl fi t
s
fl .
d
fl s
3

fi .
flfl .
.
.
.
.
.
.
.
!
:
.
.
.
.


, Capital accoun

Capital account

De capital account is een boekhouding van speciale kapitaal transfers. Omdat het transfers meet
en niet aankopen of verkopen, lijkt het wat op de categorie van secondary income uit de current
account, met dat verschil dat het om kapitaal transfers en geen inkomen transfers gaat.
Gewoonlijk is dit een klein item dat relatief weinig voorkomende activiteiten bevat zoals de
transfer van militaire basissen of ambassades tussen landen, debt forgiveness en de persoonlijke
assets die migranten mee over de grens dragen.


5/ Net capital transfer

—> Bvb debt forgiveness, obligaties die verschuldigd waren in de toekomst, maar gecanceld zijn

6/ Acquisition/disposal of non-produced, non- nancial asset

—> Bvb patenten en leases

7/ Capital account balance = 5+

Voorbeeld
• Totaal +80, wat betekent dat de capital account deels compenseert voor het current account
balance. De tegenboeking zal als -80 terug te vinden zijn onder post 11

Financial accoun

Financial account

De nancial account is een boekhouding van nanciële stromen tussen landen. In tegenstelling
tot de current account, die gaat over goederen, diensten en inkomsten stromen, gaat het nancial
account over alle types van nanciële assets die internationaal kunnen gekocht en verkocht
worden.


8/Net direct investmen

—> Foreign direct investment (= FDI) = equity
—> Bvb buitenlandse rma investeert in een rma door aandelen te kopen
—> Buitenlanders verwerven aandelen in een binnenlandse rma of richten een rma op
—> Doel is long term: een blijvende invloed in de rma waarvan men aandelen koopt
—> Creatie van liabilities/assets
—> Verschillend van portfolio investment door lange termijn bedoeling

9/ Net portfolio investmen

—> Equity of debt (loans). Cross-border short term volatiele investeringen
—> Aandelen kopen als investering, niet omwille van participatie (classi catie door OECD)
—> +10% van de totale aandelen wordt gezien als FDI, daaronder als portfolio investment
—> Secondary stock market, ook voor obligaties (bonds = leningen) is er een secundaire markt




fi :
t
t
fis
t
!
t
fi 6
.
fi.
fifi fi fis
.
!
fi .
.
fi .
fi.
.
.
!
.


, 10/ Net other investmen

—> Leningen van andere landen, zonder secundaire markt
—> Deposits: buitenlanders die geld op een bank van het land zetten

11/ Change in reserve asset

—> Forex, gold, SDR’s (special drawing rights),.
—> - is goed (vermeerdering!), + is slecht (vermindering!)

7/ Financial account balance = 8+9+10+1

Net errors and omission

—> Fouten, verschillen ex post
—> kan een maat zijn voor de kwaliteit van de statistiek of van de illegale transacties

Overall balanc

—> = Global balance
—> Current account + capital account + nancial account exclusief post 11 + net errors
—> Surplus betekent een vermeerdering van reserves
—> De cit betekent een vermindering van reserves
—> Above the line & below the line: post 11 wordt niet meegerekend

Voorbeeld
• Global balance = +70: dit is een surplus
• Below the line is 11, de change in reserve assets -70, wat betekent dat de reserves vermeerderd
zijn.
• Het current account de cit (-250) wordt overgecompenseerd door net nancial account
in ows die leiden tot een global surpuls (+70) en een opbouw van reserves (-70)

Er is een BOP probleem wanneer er een (structureel) overall/global de cit bestaat, wat betekent
dat het land foreign exchange reserves verliest en wanneer er geen substantiële forex reserves zijn
om het gat te vullen

Een teveel aan import (verlies van forex) kan gecompenseerd worden door net nancial account
in ows die leiden tot een globaal surplus (+70) en een reserve build-up (-70)

PS: verschil tussen loans en bonds
• Loans: leningen verstrekt door een bank
• Bonds: schuldinstrument dat wordt opgesteld door een regering of bedrijf om geld op te
halen. Bonds kunnen verkocht worden op de secundaire markt




fl
fi :
e
.
.
t
fi s
s
.
:
.
.
fi1
.
.
.
.
.
.
.
fi .
fi .
fi .
.


, 2. Capital account openness, capital ows and the link with
growth and crisi

De nitie en het meten van capital account opennes

Capital account openness

Capital account openness: mate waarin cross-border nanciële transacties mogelijk zijn. Hierbij
wordt gekeken naar transacties in wat voorheen het capital account genoemd werd, maar dus nu
het nancial account is. De mate waarin deze capital ows door een land worden toegelaten en
de mate waarin ze in praktijk plaatsvinden kunnen verschillen.


Meten van capital account opennes

2 key concepten voor capital account openness ( nancial integration/ nancial globalization)
• ‘De jure’ betekent ‘formeel’ of ‘volgens het recht’. Het wettelijk perspectief geeft aan wat in
een land toegelaten is. Dit kan variëren van totale liberalisatie (alles is toegelaten) tot complete
closeness zoals bvb Noord-Korea. Laat een land toe dat buitenlanders (portfolio) investeren en
rekeningen openen? Een regering kan wetten opstellen over wat mag en niet mag. Het IMF
rapporteert hierover in AREARS met een cijfer per land tussen 0 en 1 (hoe hoger, hoe meer
open, zie Chinn-Ito Measure: KAOPEN). De jure zegt niets over de intensiteit van de cross-
border transacties van een land. Het gaat dus om de mate van afwezigheid van beperkingen
op cross-border transacties en controles op deze transacties (bvb taksen)
• ‘De facto’ is een term uit het Latijn die ‘in praktijk’ betekent. Het gaat hierbij dan over de
geobserveerde cross-border transacties, de werkelijke ows. Er zijn verschillende de facto
indicators
• Flow perspective (cross-border transacties binnen een bepaalde periode): deze informatie
is terug te vinden in het nancial account van de BOP
• Stock perspective (totale hoeveelheid op een bepaald moment, resultaat van alles wat tot
nu toe gebeurde, zie EWN database): stocks geven aan wat er op dit moment gebeurt.
Wat is het totaal van uitstaande buitenlandse leningen? Wat is de stock van uitstaande
schuld? Hoeveel van de bedrijven is in het bezit van buitenlandse investeerders
• Price based: parity relaties tussen in atie rates, exchange rates en interest rates in
verschillende landen. In het geval van nanciële integratie, betekent dit dat duidelijke,
xed relaties bestaan tussen bepaalde macro-economische variabelen. De mate waarin
deze parity relaties in praktijk gerealiseerd worden geeft een indicatie van hoezeer men
nancieel geïntegreerd is

De termen worden vaak samen gebruikt als de praktijksituatie afwijkt van de wet of regeling en
hoeven niet per se hoog te correleren. Het is niet omdat de deur open staat voor buitenlandse
investeerders, dat ze die kans ook zullen aangrijpen. Zo zijn veel Afrikaanse landen de jure relatief
open, maar de facto ontvangen ze weinig investeringen. Omgekeerd is bvb China de jure heel
streng, maar zijn er de facto veel cross-border transacties

PS: de indicators kunnen gemeten worden in netto of bruto termen, samen/beide zeggen iets over
de intensiteit van cross-border transacties
• Bruto (gross): sum of both inward + outward: foreign assets + foreign liabilities
• Netto (net): foreign assets - foreign liabilities




fi fifi :
fi.
s
fl fi :
.
s
fi .
fi
fl fl.
fl fi .
s
.
?
:


, PPS: EWN database (jaarlijkse inventaris, stock van buitenlandes assets en liabilities die een land
heeft in de rest van de wereld)
• Inward FD
• Outward FD
• Inward portfoli
• Outward portfoli
• Inward other investment
• Outward other investment

Dus
• Assets: iets wat je bezit, vermogen
• Liabilities: iets wat je verschuldigd bent, schuld
• wanneer een buitenlander een foreign liability creëert door bvb een inward FDI, dan ben je
iets verschuldigd

Elke inward transactie creëert een liability
Elke outward transactie creëert een asset

Totale som van foreign liabilities =
Inward FDI + inward portfolio + inward other investment

Totale som van foreign assets =
Outward FDI + outward portfolio + outward other investments + foreign exchange reserve

Gross/bruto: foreign assets + foreign liabilitie
Net/netto: foreign assets - foreign liabilitie

Global capital ow

Ontwikkelingslanden zullen meer liabilities hebben, mensen uit een arm land zullen minder vaak
investeren in het buitenland. Verhoogde ‘de jure’ leidt niet noodzakelijk tot meer ‘de facto’ in ows.

All countries:
Financial globalization is meer open
Chinn-Ito
over tijd, maar liberalisatie is niet
totaal. De facto gebeurt er mee dan
men verwacht van policies

Advanced economies
Meer de jure: bijna alle landen gaan
naar capital openness, ook de facto
ows stijgen

Emerging markets:
De jure nog steeds redelijk gesloten,
maar ontvangen de facto wel veel
ows

Other developing countries
De jure openness sterk toegenomen,
maar geen hogere observed ows




fl

:
.
I
.
I
o
o
.
fl
:
s
s
s
.
:
fl :

!
.

!
s
!
s
.
s
s
fl

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lori28. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter