Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Goederenrecht samenvatting €5,49   Ajouter au panier

Resume

Goederenrecht samenvatting

 2 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van de leerdoelen voor het tentamen van goederenrecht. Hogeschool Utrecht jaar 1 Hbo Rechten.

Aperçu 3 sur 21  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 8 janvier 2024
  • 21
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Goederenrecht

Week 1
1.De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, zaken, (natuurlijke en
burgerlijke) vruchten, registergoederen en goede trouw in een casus.
Goederen:
Art. 3:1 BW bepaalt dat goederen alle zaken en alle vermogensrechten zijn. Hieruit
kunnen we afleiden dat er kennelijk twee soorten goederen bestaan:
1. Zaken
2. Vermogensrechten

Zaken:
Volgens art. 3:2 BW zijn zaken ‘de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke
objecten. Uit dit artikel blijkt dat een zaak aan twee criteria moet voldoen:
1. Voor menselijke beheersing vatbaar
Iets is voor menselijke beheersing vatbaar wanneer we het kunnen vastpakken en er
macht of controle over kunnen uitoefenen.
2. Een stoffelijk object
Een stoffelijk object wil zeggen: een voorwerp dat bestaat uit een bepaald materiaal,
een bepaalde stof.
Voorbeelden van zaken: een auto, een huis, een boek en een stuk grond.

Vermogensrechten:
Vermogensrechten worden omschreven in art. 3:6 BW. Een vermogensrecht is een
recht met vermogenswaarde. Dat wil zeggen: een recht met een bepaalde waarde
die in geld is uit te drukken. Het artikel bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn
2. Rechten die ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen
3. Rechten die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld
stoffelijk voordeel

Natuurlijke vruchten:
Art. 3:9 lid 1 BW omschrijft natuurlijke vruchten als ‘zaken die volgens
verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt.’ Uit dit artikel
volgt dat er twee vereisten zijn om te kunnen spreken van natuurlijke vruchten:
1. Het zijn zaken.
2. Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken
aangemerkt. (hier wordt er gesproken over de verkeersopvatting. Hiermee wordt
weer het maatschappelijk verkeer bedoeld. We moeten dus als samenleving bepalen
welke zaken als vruchten van andere zaken worden beschouwd.

Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op het moment dat deze wordt
afgescheiden (art. 3:9 lid 4 BW). Laten we deze regel eens toepassen op de
voorbeelden die we hebben gezien:
-Wanneer een appel van de appelboom valt (of wordt geplukt), dan is de appel een
zelfstandige zaak geworden.

,-Op het moment dat de puppy wordt geboren, is het een (zelfstandig) dier (een
puppy is immers geen zaak).

Burgerlijke vruchten:
Dit zijn rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden
aangemerkt (art. 3:0 lid 2 BW). Hier zijn ook weer twee vereisten:
1. Het zijn rechten.
2. Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen aangemerkt.

Met die rechten worden in dit geval vermogensrechten bedoeld. Dat zijn rechten die
op geld waardeerbaar zijn en die kunnen worden overgedragen.
Volgens het tweede vereiste moeten deze rechten in het maatschappelijk verkeer
worden gezien als vruchten van goederen.
We kijken weer naar enkele voorbeelden:
-De rente over een geldbedrag dat op een spaarrekening staat. Er is een recht op
rente (vereiste 1). Volgens verkeersopvatting wordt het recht op rente als vrucht van
een goed (het geldbedrag dat op de spaarrekening staat) aangemerkt (vereiste 2).
Dit is in het maatschappelijk verkeer bepaald.
-De huuropbrengst van een woning. Er is een recht op betaling van de huur (vereiste
1). Dit recht wordt volgens verkeersopvatting als vrucht van een goed (de woning)
aangemerkt (vereiste 2).
Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het moment dat deze opeisbaar
wordt (art. 3:9 lid 4 BW).
Met betrekking tot de hiervoor genoemde voorbeelden betekent dat het volgende:
-Op het moment dat de rente over een geldbedrag opeisbaar is (bijvoorbeeld aan het
einde van een kalenderjaar), is het een zelfstandig recht.
-Wanneer de huuropbrengst opeisbaar is (bijvoorbeeld aan het einde van de maand),
dan is dit een zelfstandig recht geworden.


Registergoederen:
Goed waarvan de overdracht of de vestiging in de daartoe bestemde openbare
registers moet worden ingeschreven.
Overdracht wil zeggen dat het goed van de ene persoon overgaat op de andere. Met
vestiging wordt bedoeld: het vestigen van een bepaald recht. Openbare registers zijn
registers die voor iedereen toegankelijk zijn en die dus iedereen kan raadplegen. Art.
3:16 BW bepaalt dat er openbare registers zijn om feiten die voor de rechtstoestand
van registergoederen van belang zijn op te nemen.
Hoe weten we nu of voor de overdracht of vestiging van goederen inschrijving in de
openbare registers noodzakelijk is? Dat regelt de wet. Daarin staat van welke
goederen de overdracht of de vestiging in de openbare registers moet worden
ingeschreven.

, Onroerende zaken zijn altijd registergoederen. Voor de overdracht ervan is
inschrijving in de openbare registers namelijk noodzakelijk. Wanneer je bijvoorbeeld
een huis koopt, dan moet dat worden ingeschreven in de openbare registers.
Het Kadaster is de instantie die de openbare registers voor onroerende zaken
bijhoudt en die ervoor zorg draagt dat de gegevens van overdracht worden
ingeschreven.
Behalve onroerende zaken zijn vliegtuigen en bepaalde categorieën schepen ook
registergoederen.
Voorbeelden van registergoederen zijn:
Onroerende zaken
Teboekgestelde luchtvaartuigen, zee- en binnenvaartschepen
Beperkte rechten op registergoederen
Appartementsrecht
Een huis
Een bedrijfsgebouw
Een stuk grond
Grote schepen
Vliegtuigen
Goede trouw:
Eigenschap van iemand die handelt terwijl hij niet wist en redelijkerwijs niet kon
weten dat feiten of het recht waarop de goede trouw betrekking heeft niet juist waren.
In art. 3:11 BW wordt uitgelegd dat goede trouw van een persoon in de volgende
gevallen ontbreekt:
-Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft
kende.
-Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft
behoorde te kennen.
Van het eerste geval is sprake wanneer iemand weet dat er iets niet in orde is, maar
niets met die wetenschap doet. Stel, je koopt een tweedehands mobiele telefoon
terwijl je weet dat die gestolen is. Dan ben je niet te goeder trouw. Je weet immers
dat de telefoon is gestolen, maar dat weerhoud je er niet van om de telefoon te
kopen.
In het tweede geval gaat het erom dat iemand had moeten weten dat er iets niet
klopte, maar niets heeft ondernomen om dat uit te zoeken. Is er sprake van een
situatie waarin onderzoek niet mogelijk is, dan betekent dat niet automatisch dat je te
goeder trouw bent. Ook in dat geval geldt dat je de feiten had behoren te kennen.
Iemand is dus te goeder trouw wanneer hij niet wist en niet hoefde te weten dat
feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft niet juist waren.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur feline5. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter