Ruimtelijke ordening / planning is een van de NL culturen.
Cultuur = Geheel van kennen, kunnen en gewoonten van een samenleving en omvat alle
verschijnselen van die samenleving. Zoals: bestuursvormen, geschiedenis, waarden & normen en
economische structuren → ze beïnvloeden elkaar allemaal.
Na 1000 zijn de kustgronden ingedijkt → landbouwgrond winnen door inpoldering. Dit en de
ordening in Nederland is een morele geografie: Het zelfgemaakt land symboliseert een mentaliteit.
Politieke geografie: Het ontstaan van een land/gebieden door overeenkomsten, oorlogen, etc.
12e eeuw: de graven van Holland sloten een samenwerkingsovereenkomst met de waterschappen
en (polderbesturen voor toestemming voor de bouw van dijken, inpoldering en andere stadsrechten.
Graaf Floris V richtte een ambtelijke bestuursorganisatie op in de de volkstaal, geleid door burgers en
leunde op de staatsorganen (het maatschappelijke middenveld) met hun eigen belangen.
Maatschappelijk middenveld = Het geheel van particuliere organisaties, samenwerkingsverbanden
en afspraken, die proberen invloed uit te oefenen op de publieke sector.
Voor 1544 (Karel V) bestond het bestuur uit gewesten en steden. Het lokaal bestuur was autonoom.
Voor stadsuitbreiding of drooglegging → wel toestemming vragen hogerop. Door stadsrechten
hoefden steden bepaalde dingen niet toestemming te vragen, zoals een stadsmuur.
{Steden / Gewesten → Staten generaal → Raad van staten}
Ruimtelijke ordening = de planmatige regeling van grond en ruimtegebruik (de indeling van ruimte
door de mens), plaats- en tijdsgebonden, zodra ze deel uitmaken van de maatschappelijke omgeving,
veroorzaken zij zelf ook dingen (causaliteit).
Grond & ruimtelijke veranderingen door:
● Natuurlijke oorzaken (kort of lange termijn)
● Verandering in omvang van sociale / dagelijkse activiteiten (productie, consumptie en alles
wat daarvoor nodig is → landbouw, wonen, onderwijs, industriële producten, verkeer, etc)
Verandering in de omvang/locatie van sociale praktijken → veranderingen in ruimtelijke
behoefte.
● Slijtage door gebruik: Toepassing van uitvindingen → lagere economische levensduur.
Bijvoorbeeld een oude haven of textielfabriek → minder productief door nieuwe werkwijze
→ Herstructurering.
Door steeds betere technieken, kunnen we veranderingen beter neutraliseren.
Sociale markteconomie = Een stelsel van ondernemingsgewijze productie waarin burgers door
sociale verzekeringen worden beschermd tegen negatieve effecten van dit stelsel.
Locaties / accommodaties niet meer voldoen → degradatie → functieverlies → sociale spanningen.
Bv. vervallen periodes: 1800 (economische stilstand), 1930 (de grote depressie), 1940-1945 (WO2).
,Verandering in sociale activiteiten → ruimtebehoefte.
1. Materiële oorzaken
→ Bevolkingsgroei, economische krimp, efficiëntere productieproces, wijziging in mobiliteit.
2. Veranderende normen en waarden
Een ruimtelijk plan is een politiek instrument → elk besluit, plan of beschikking wordt vastgesteld
door een bestuurslichaam → oefenen macro-waarden automatisch invloed uit op de plannen.
Plan: Een voorstelling van een toekomstige inrichting van een gebied, waarin alles bij elkaar komt:
● Hoofdlijnen van een beleid
● Overwegingen van keuzes
● Theoretische opvattingen
● Praktische voorstellen voor de inrichting / vormgeving van een gebied
Plannen → gebruikt om (toekomstige) problemen op te lossen.
Ordening: In een groep (staat, samenleving, bedrijf, etc) de verdeling van taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden aan te duiden. Grondwet = een ordeningswet.
Ruimtelijke ordening:
1. De manier waarop grond / ruimtegebruik volgens de wet wordt geregeld.
2. De beleidsinhoud van plannen, de inrichting van steden, polders en dorpsuitbreidingen.
Voor 1940 werd overheidsplanning gezien als een inbreuk op de vrijheid van ondernemen. Na 1945
(wederopbouw) werd het gezien als wijs beleid.
1945: Oprichting centraal plan bureau (CPB) 1e directeur Tinbergen (Nobelprijs)
Plan: Kaart met toelichting en regels
Planning: De uitvoering van het plan
Door de eeuwen heen Stadsplanning:
● 17e eeuw: Het stedenbouwkundige plan krijgt een veelomvattende inhoud → hoofdlijnen
worden gebruikt voor plannen, er kwamen regels voor grondgebruik en esthetische
aanwijzingen voor de vormgeving.
● 1e helft 20e eeuw: Nieuwe elementen erbij: Wetenschappelijke analyses, regionalisering van
stadsontwikkeling, landschapsplannen en bescherming van natuurgebieden.
● Na 2000: duurzaam ruimtegebruik, herwinbare energie en vermindering stikstofuitstoot →
nieuwe thema's
Plannen zijn opgebouwd uit een standaard model:
1. Probleemstelling
2. Onderzoek
3. Ontwerp
4. Besluitvorming
5. Uitvoering
, De gekozen overheidsbesturen mogen bij wet beslissen over de ruimtelijke ordening. De wet bepaalt
hierin op welke manier dit gaat en wat wel en niet mag. Ook in de wet: de bevoegdheden van
burgers. Bv. bezwaar te maken tegen plannen.
Wanneer eens een plan is bevestigd, kunnen alle actoren niet meer terug, ook de overheid zelf niet.
De overheid voert 2 soorten grondbeleid
1. Actief grondbeleid: de gemeente / overheid voert alle fasen van de grondexploitatie zelf uit
→ eigen risico ligt bij de gemeente / overheid
2. Passief en faciliterend grondbeleid: particulieren mogen eigen plannen voeren en risico's
dragen binnen de gemeentelijke polisvoorwaarden.
Tijdens de economische crises van 1980 en 2008 heeft de gemeente renteverlies geleden over de
aangekochte grond, die niet verkocht werd.
Overheid voert een grondprijsbeleid uit, voor verschillende functies zijn er verschillende
grondprijzen (naargelang de kwaliteit van een locatie). Doelen:
1. Wenselijke bestemming op de aangewezen locatie
2. Maximale grondopbrengsten
Institutie: Een sector in de samenleving die gekenmerkt wordt door een herkenbaar geheel van
waarden, normen, ongeschreven regels. Dit kunnen zijn: organisaties, instellingen, bedrijven,
particulieren, huishoudens.
Instituties zijn constant in beweging door interne & externe factoren. Bijvoorbeeld door verandering
in cultuur of opvattingen.
Op een volgende stad discoursen 1945-2020:
1. 1945-1970: domminatie van de economische doelen:
a. Herinrichting + vernieuwing stadscentra
b. Het centrum bereikbaar maken voor auto's
c. Veel nieuwbouw (kantoren, parkeergarages)
d. Bewoners verhuizen naar nieuwbouw en de stadsrand
2. 1970-1995: domminiatie van sociaal-democratische doelen
a. Renovaties woningen
b. Gericht op lage-inkomens
3. 1995-2020: Domminatie van sociale doelen
a. Bouwen en herstructureren van woningen voor alle soorten sociale lagen
b. Voorkomen van groeiende segregatie
c. Financiering door verkoop sociale huurwoningen
Woningwet (1e NL wet op grond van stedenbouw) 1901. Daardoor ontstaan veel nieuwe plannen en
ontstaan van stedenbouwkundige adviesbureaus. 1930 ontstonden er procedures en regels → de
instructie legt de ruimtelijke planning door haar eigen regels keuzebeperking op.
Paradigma, framing en discours: bepaalde manieren om naar problemen te kijken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lolakoersthuis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.