Fiscale wetgeving – Examen juni:
Module 1
1. Inleidende begrippen:
-Lijst van afkortingen:
*ABI Afzonderlijk belastbaar inkomen *AJ Aanslagjaar
*BP Belastingplichtige *BT Belastbaar tijdperk
*BV Bedrijfsvoorheffing *BVS Belastingvrije som
*EW Eigen woonhuis *FA Forfaitaire aftrek
*FS Feitelijke samenwonenden *GAV Gemiddelde aanslagvoet
*GBI Gezamenlijk belastbaar inkomen *HQ Huwelijksquotiënt
*KI Kadastraal inkomen *KIi Geïndexeerd kadastraal inkomen
*NBI Netto beroepsinkomen *NBM Netto bestaansmiddelen
*NDI Netto divers inkomen *NOI Netto onroerend inkomen
*NRI Netto roerend inkomen *OG Onroerende goederen
*OV Onroerende voorheffing *RG Roerende goederen
*TNI Totaal netto inkomen *WA Woningaftrek
*WG Werkgever *WN Werknemer
*WOBO Woonbonus *WS Wettelijk samenwonenden
2. Wie is onderworpen aan de personenbelasting:
-‘‘Rijksinwoners’: de natuurlijke personen die:
* In België hun woonplaats hebben gevestigd
* Of indien ze niet in België hun woonplaats hebben, hun zetel van fortuin hebben gevestigd.
-> Zetel van fortuin: plaats waar belastingplichtige zijn vermogen (OG, gedeponeerde gelden, …)
beheert
* Fiscale woonplaats is de feitelijke woonplaats
->Woning waar de belastingplichtige (BP) met zijn gezin werkelijk woont
->Mogelijk niet de woonplaats waar de BP gedomicilieerd is. (= burgerlijke woonplaats)
->Bepaalt de te volgen wetgeving: in de personenbelasting hebben 3 partijen hun eigen
bevoegdheden:
§ Federale overheid |§ De gewesten | § De gemeente
Pagina 1 van 59
,3. Welke inkomsten zijn belastbaar in de personenbelasting:
-Wereldwijd inkomen:
*Belgische + buitenlandse belastbare inkomsten:
->Dubbelbelastingsverdragen: om dubbel belasten van buitenlandse inkomsten te vermijden
*Belastbaar inkomen = netto-inkomsten
->Netto onroerende inkomsten (NOI) vbn: kadastraal inkomen, huur
->Netto roerende inkomsten (NRI): vbn: inkomsten van belegde kapitalen, intresten spaarboekje, …
->Netto beroepsinkomsten (NBI) vbn: bezoldigingen, pensioenen, vervangingsinkomen
->Netto diverse inkomsten (NDI) vbn: ontvangen alimentatiegeld, prijzen,…
4. Belastbaar tijdperk en aanslagjaar:
* Inkomstenjaar / belastbaar tijdperk (BT): 2020
* Aanslagjaar (AJ): 2021
5. Individuele of gemeenschappelijke aanslag:
5.1 Echtgenoten/gehuwden:
*Gemeenschappelijke aanslag en meestal 1 gemeenschappelijke aangifte
*Verschillend geslacht: man linkerkolom, vrouw rechterkolom
*Hetzelfde geslacht: oudste partner linkerkolom, jongste partner rechterkolom
*2 aanslagbasissen
*Te betalen/terug te geven bedrag is som van beide resultaten
5.2 Wettelijk samenwonenden (WS):
*Op fiscaal gebied gelijkgesteld met gehuwden onder stelsel van scheiding van goederen
*Verklaring afgelegd voor de ambtenaar van burgerlijke stand of via een notarieel
samenlevingscontract (regeling overeenkomen over hun goederen en inkomsten)
*Voorwaarden:
-> slechts 2 personen, meerderjarig, niet gehuwd…: vbn. 2 broers, 2 vrienden, moeder en zoon, …
*Beëindiging door oa: overlijden, huwelijk, schriftelijke verklaring voor ambtenaar burgerlijke stand
* Verklaring van ontbinding wordt fiscaal gelijkgesteld met echtscheiding
* Feitelijke scheiding van 2 wettelijk samenwonenden wordt fiscaal gelijkgesteld met feitelijke
scheiding van gehuwden
Pagina 2 van 59
,5.3 Alleenstaanden:
-Afzonderlijke aangifte, vult linkerkolom in en één belastbare grondslag
-Wie?
-> Partners voor het jaar van het huwelijk of de verklaring van de wettelijke samenwoning
*Als 2 wettelijke samenwonenden (WS) beslissen om te huwen: gemeenschappelijke aanslag, tenzij
de wettelijke samenwoning en het huwelijk in hetzelfde jaar plaatsvinden
-> Gehuwden voor het jaar van de echtscheiding (datum van overschrijving in de bevolkingsregisters)
-> WS voor het jaar van de beëindiging v/d wettelijke samenwoning.
-> Partners voor het jaar dat volgt op het jaar van de feitelijke scheiding tss gehuwden of WS (geen
vonnis, feitelijke scheiding moet door de ex-partners worden bewezen)
-> Gehuwden/WS voor het jaar van het overlijden van 1 der echtgenoten/WS
* in principe alleenstaanden, maar langstlevende partner kan opteren voor gemeenschappelijke
aanslag via de aangifte
* indien overlijden beide partners in hetzelfde jaar, erfgenamen kunnen opteren voor
gemeenschappelijke aanslag via de aangifte
-> Feitelijke samenwoners
*niet gehuwd en geen WS
5.4 Inkomsten van de kinderen:
- RI, OI van kinderen worden bij de belastbare inkomsten van de ouders gevoegd zolang kinderen
minderjarig zijn
- Ouders hebben wettelijk genot (OG/RG te gebruiken, genieten v/d inkomsten) over de inkomsten
van de minderjarige kinderen en moeten deze aangeven en worden er dus ook op belast
- RI, OI komen niet in aanmerking als bestaansmiddel v/h minderjarig kind
- BI en onderhoudsgeld wel bestaansmiddel van het kind, kinderen (ook minderjarigen) moeten deze
inkomsten zelf aangeven
6. Volledig decumul:
-Elk individu wordt belast op de totale netto-inkomsten:
* Eigen BI, na toepassing huwelijksquotiënt (HQ)
* Persoonlijke DI (oa. prijzen, ontvangen onderhoudsgelden, …)
* Inkomsten die eigen zijn op basis van het vermogensrecht (OI, RI)
* 50% v/d gezamenlijke inkomsten van gehuwden (WS)
Pagina 3 van 59
, 6.1 Netto onroerend inkomen en het vermogensstelsel:
-Het vermogensstelsel bepaalt bij wie de OI belastbaar zijn:
-Voorbeeld:
Joren en Maaike hebben naast de gezinswoning nog een OG in eigendom. Het NOI van dit OG
bedraagt € 1.000,00. Maaike is voor 75% eigenaar en Joren voor 25%.
->De aangifte:
*Als Joren en Maaike gehuwd zijn onder wettelijk stelsel:
Joren: € 500,00
Maaike: € 500,00
* Als Joren en Maaike gehuwd zijn onder stelsel van scheiding van goederen:
Joren: € 250,00
Maaike: € 750,00
* Als Joren en Maaike wettelijk samenwonend zijn:
Joren: € 250,00
Maaike: € 750,00
* Als Joren en Maaike feitelijk samenwonend zijn:
Joren: € 250,00
Maaike: € 750,00
In aparte aangifte
Pagina 4 van 59