Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktisch Bestuursrecht €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktisch Bestuursrecht

 10 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van het boek Praktisch Bestuursrecht.

Aperçu 4 sur 36  pages

  • Oui
  • 7 janvier 2024
  • 36
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
H1 – kennismaking met het bestuursrecht

Bestuursrecht = het juridisch functioneren van het openbaar bestuur en zijn relatie tot de burger.

Openbaar bestuur  de overheid bij het uitvoeren van bestuurstaken, waarbij zij het algemene
belang behartigen.

Regels in het bestuursrecht  rechtsnormen:
- De organisatie van het openbaar bestuur
- Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
- De rechtsnormen waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van die
bestuursbevoegdheden
- Rechtsnormen die gelden voor de burger en regels voor de handhaving ervan
- De juridische bescherming van de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur

Het bestuursrecht valt onder het publiekrecht, maar het openbaar bestuur kan ook privaatrechtelijke
handelingen verrichten

Legaliteitsbeginsel = het openbaar bestuur mag alleen als openbaar bestuur optreden als dit is
vastgelegd in de wet (wetmatigheid van bestuur) (art. 8 Gw).

Wet in formele zin = wet gemaakt door de regering en Staten-Generaal (formele wetgever)
Wet in materiele zin = een besluit dat gericht is tot een onbepaalde, niet met name genoemde groep
burgers

Omgevingsvergunning  de toestemming van het openbaar bestuur voor het uitvoeren van
projecten in de fysieke leefomgeving die zijn genoemd in art. 5.1 Ow/art. 2.1 en 2.2 Wabo.

Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb)  instemming van een ander bestuursorgaan voor het
verlenen van de omgevingsvergunning. Zonder de verklaring van geen bedenkingen kan het bevoegd
gezag de omgevingsvergunning niet verlenen.

Specialiteitsbeginsel = een bestuursorgaan mag alleen de belangen afwegen die vallen binnen het
kader van een bijzondere wet

Bronnen van het bestuursrecht:
- Wet- en regelgeving en verdragen
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht (algemene beginselen van behoorlijk bestuur)

Hiërarchie van wetgeving:
1. Verdragsbepalingen
2. Grondwet
3. Wetten in formele zin
4. Algemene maatregel van bestuur
5. Ministeriële regelingen
6. Provinciale verordeningen
7. Gemeentelijke verordeningen
*hoog gaat voor laag

Verdragen = afspraken tussen staten, geldt onmiddellijk binnen de nationale rechtsorde van elke
lidstaat

,Europese verordeningen = regeling van de Europese Unie, geldt onmiddellijk binnen de nationale
rechtsorde van elke lidstaat

Europese richtlijnen = schrijft een bepaald resultaat voor wat binnen een bepaald termijn moet zijn
aangepast in de nationale wetgeving

Algemene maatregel van Bestuur (AMvB) = als de regering alleen een wet uitbrengt
Ministeriële regeling = regeling van de minister individueel
Provinciale verordening = regels vanuit de provincie
Gemeentelijke verordening = regels vanuit de gemeente (APV)
Waterschapsverordeningen = regels vanuit het waterschap

Beleidsregel  eigen richtlijnen voor het openbaar bestuur (art. 1:3 lid 4 Awb), ze geven aan hoe een
bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan zal worden uitgevoerd.

Vergunningvoorschriften  normen die gelden in het individuele geval: voor mensen aan wie de
vergunning is verleend

Gelede normstelling  normen voor een bepaald geval worden (mede) bepaald door normen in
verschillende regelingen die in hiërarchische verhouding tot elkaar staan

Algemeen bestuursrecht = bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van
toepassing zijn (bijv. regels voor het toekennen van bevoegdheden aan bestuursorganen) Bijv. Awb,
Wob

Bijzonder bestuursrecht = regelt de inhoud van een specifieke bestuurstaak.  Bijv. ruimtelijke
ordening (Wabo), immigratie (VW 2000)

Coördinatiewet  bepalingen uit het bijzonder bestuursrecht worden bij elkaar gebracht
- Sociale zekerheid – Wet financiering sociale verzekeringen
- Belastingen – Algemene wet inzake rijksbelastingen + Invorderingswet
- Omgevingsvergunning – Wabo
- Fysieke leefomgeving – Omgevingswet

Doelen Awb (invoering 1994):
 Bevorderen van eenheid binnen de bestuurswetten
 Vereenvoudigen van de bestuurswetgeving
 Codificeren van ontwikkelingen in de jurisprudentie
 Regeling van algemene voorzieningen
*belangrijk: de gelaagde structuur in de Awb

Gelaagde structuur  de wet is opgebouwd uit verschillende lagen, waarbij eerst de algemene
bepalingen worden genoemd en daarna de bijzondere bepalingen

Aanbouwwet = wet waarbij er steeds meer delen aan toe wordt gevoegd (bijv. Awb)
Tranches = een fase binnen de aanbouwwet

Regels van het algemeen bestuursrecht zijn in beginsel steeds van toepassing op die van het bijzonder
bestuursrecht, maar deze kan hiervan afwijken.
*bijzondere wet gaat voor algemene wet*

,H2 – spelers in het veld van het bestuursrecht

Het openbaar bestuur:
1. overheidsorganisaties (provincies/gemeenten)
2. organisaties of personen met overheidstaken die niet tot de overheid behoren (bijv. DUO)

Gedecentraliseerde eenheidsstaat  de centrale overheid voert een deel van haar taken zelf uit en
een ander deel heeft overgedragen aan lagere overheden

Openbare lichamen (art. 123 Gw e.v.):
1. De staat
2. De provincies
3. De gemeenten
4. De waterschappen
Deze openbare lichamen vormen het openbaar bestuur voor het grondgebied (territorium) of
taakgebied (functie) waarvoor zij zijn ingesteld. Zij worden territoriale of functionele openbare
lichamen genoemd.

Volgens art. 134 Gw kan er in een bijzondere wet nog andere openbare lichamen worden ingesteld 
openbare lichamen voor beroep en bedrijf en andere openbare lichamen (deze maken ook deel uit
van de overheid!).
- Openbaar lichaam voor beroep = taken die gericht zijn op bepaalde beroepen of
ondernemingen, bijv. de Nederlandse orde van advocaten (art. 17 lid 1 Advocatenwet)
- Openbaar lichaam voor bedrijf = taken die gericht zijn op een bijzonder bestuurlijk gebied,
Sociaal Economische Raad (SER) (art. 41 Wet op de SER)
*alle openbare lichamen worden dus ingesteld door de Grondwet of een bijzondere wet!

Art. 2:1 BW kent aan alle openbare lichamen rechtspersoonlijkheid toe, hierdoor kan een openbaar
lichaam feitelijke handelingen en rechtshandelingen verrichten. Openbare lichamen zijn dus
publiekrechtelijke rechtspersonen met organen die zelfstandig (rechts)handelingen kunnen
verrichten.

Op 10 oktober 2010 zijn 3 openbare lichamen ingesteld in de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba (WolBES). Deze BES-eilanden waren vroeger koloniën van Nederland en zijn nu een
soort gemeente buiten Nederland in de vorm van openbare lichamen op grond van art. 134 Gw.
(in plaats van burgemeester, wethouder en gemeenteraad zijn er een gezaghebber,
eilandgedeputeerde en eilandsraad)

Zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen  de overheid roept nieuwe overheidsorganen in het
leven voor een specifieke taak op centraal niveau. Ze behoren wel tot de overheidsorganisatie maar
zijn geen organen van traditionele openbare lichamen. En vallen onder een minister/staatssecretaris
maar zijn daaraan NIET ondergeschikt. (bijv. het CBR)
*er is GEEN sprake van decentralisatie want de overheidsmacht blijft op centraal niveau.

Zbo = zelfstandig bestuursorgaan

Privaatrechtelijke organisaties of personen  worden aangewezen door de regering (in een AMvB) of
door een minister om een bepaalde bestuurstaak uit te voeren (behoren NIET tot de overheid).

Bestuursorgaan (art. 1:1 Awb) =
1. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (a-orgaan)
2. Een ander persoon of college dat met enig openbaar gezag is bekleed (b-orgaan)

, In lid 2 worden bepaalde organen genoemd die NIET als bestuursorgaan worden aangemerkt.

A-orgaan  openbare lichamen en de zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen. De staat,
provincies, gemeenten, waterschappen en andere openbare lichamen.
- Organen van de centrale overheid
- Organen van de decentrale overheid
- Publiekrechtelijke zbo’s voor bepaald gebied van bestuurszorg

Staat Regering Ministerraad Ministers Staatssecretarissen
Art. 42, 44, 45, 46
Provincie Provinciale Gedeputeerde Commissaris van
Art. 125 Staten Staten de Koning
Gemeente Gemeenteraad College van Burgemeester
Art. 125 Burgemeester en
Wethouders
Waterschap Algemeen Dagelijks bestuur Voorzitter
Art. 133 bestuur
Overige openbare Algemeen Dagelijks bestuur voorzitter
lichamen bestuur
Art. 134

Ook speciale diensten/instanties die onder gezag van een minister/staatsecretaris staan zijn a-
organen, bijv. DUO.
*deze speciale diensten/instanties zijn GEEN zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen want
deze speciale diensten/instanties zijn WEL ondergeschikt aan een minister/staatssecretaris*

Ook bepaalde ambtenaren kunnen op grond van een wettelijke regeling als bestuursorgaan optreden
en zijn dan ook A-organen want zij behoren tot het openbaar lichaam ‘staat’, bijv de Inspecteur der
belastingen

Ambten  het is niet de persoon zelf die een bestuursorgaan is maar de functie (ambt) die hij
bekleedt.

Deconcentratie  het spreiden van overheidstaken binnen hetzelfde overheidsniveau over
verschillende diensten, inspecties en ambten van de overheid.

Burgers kunnen zitting nemen in wijkraden, adviescommissies of bezwaarcommissies om zo te
adviseren, meebeslissen of toezicht te houden op het openbaar bestuur.
*omdat deze organen zijn van de openbare lichamen zijn ze in jurisprudentie als a-organen
aangemerkt (voor zover het de uitvoering van hun bestuurlijke taken betreft).

Publiekrechtelijke zelfstandige bestuursorganen (zbo’s)  zijn GEEN orgaan van een openbaar
lichaam en geen diensten, inspecties of ambten van de overheid. Ze vallen officieel wel onder een
minister/staatssecretaris maar zijn NIET aan hen ondergeschikt. Alle zbo’s worden beschreven in het
zbo-register. Voorbeelden:
- Het CBR
- Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers
- Het Commissariaat voor de Media
- De Sociale Verzekeringsbank (SVB)
- Het UWV
*dit zijn a-organen met bevoegdheden op een bepaald gebied van de overheidszorg*

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Simooonxx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73091 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter