Hoofdstuk 1
Europees recht= het geheel van juridische feiten, structuren,
feiten en besluiten ivm met doelstellingen van de EU. Deze Unie
dient de welvaart, vrede en welzijn van burgers en lidstaten te
bevorderen.
Politieke doelstellingen van de Unie=
1. de inwendige structuur= hoe is het gezag verdeeld?
2. De materieelrechtelijke lading= hoeveel en welke regels
gelden er?
3. De uitwendige structuur= hoe de unie pr te benoemen, is ze
een federatie of confederatie of een staat in wording?
Recht dient ertoe=
1. politiek= De Eu landen sterker aan elkaar te laten binden
2. historisch= de grote en kleine stappen vast te leggen in
verdragen, wetgeving en rechtspraak.
3. instrumenteel= de gestelde doelen na te streven met
regelgeving
4. confictoplossend= geschillen en crises oplossen.
5. sociaal-economisch= uitwisseling van goederen, diensten,
kapitaal en personen om welvaart in de EU te bevorderen.
6. individueel= burgers tegen elkaar en tegen overheden
beschermen.
4 grote kernbronnen=
1. primaire wetgeving= verdragen
2. secundaire wetgeving= wetgeving
3. rechtspraak
4. politieke praktijk
1951: oprichting EGKS
soevereiniteit: het laatste woord van de staat over zijn
samenleving en economie uitgeoefend met plitieke, juridische,
fysieke en fnanciele middelen.
supranationaal= internationaal orgaan met een zekere
,autonomie en eigen bindende bevoegdheden over de lidstaten.
De EU heeft geen grondwet. Unie heeft wel gezag. De EU is geen
staat.
2007: Verdrag van Lissabon EG werd de Eu.
1963= zaak van Gend en Loos: directe werking
1964= Costa/Enel: De EU is een autonome rechtsorde, heeft
eigen autonomie boven die van de lidstaten.
rechtsorde= een afzonderlijk stelsel van recht, dat zijn eigen
ontwikkeling beheerst via juridische procedures.
Het hof heeft de Unie zelfs trekken van een rechtsstaat
toegekend.
Overheidsgezag heeft het karakter van een rechtsstaat
als=
1. legaliteit: alle dwingende uitoefening van
overheidsbevoegdheden is op de wet te herleiden.
2. De grondwet en andere fundamentele vrijheden dienen
gerespecteerd te worden.
attributiebeginsel: art 5 Unieverdrag
- geheel van beperkingen
- beleidsterreinen die niet voorkomen in de verdragen zijn niet
bindend.
1. De meeste bevoegdheden zijn gedeeld met de lidstaten: art 4
WV
2. pre-emption: blokkeringsefect
3. coordinerende en aanvullende bevoegdheden: art 5 en 6 WV.
Beperkingen van EU-bevoegdheden:
1. subsidiair zijn: art 5 UV
2. evenredigheidsbeginsel: art5 lid 4 UV
Vier vrijheden van het verkeer:
1. goederen 3. kapitaal
2. diensten 4. personen
,De hoofdregel is dat EU-gr alleen gericht zijn tot de Unie:
- bij strijd met grondrechten kan een besluit van een Unie-
instelling worden vernietigd.
De werkingssfeer is ruimer dan de sfeer van de bevoegdheden.
Tegen een aantal besluiten van de Unie is beroep bij het
hof uitgesloten:
- art 24 UV.
De legaliteit van de Unie hangt ook af van de mate waarin het EU
parlement aansluiting vindt bij de mensen namens wie het
spreekt.
Het moderne rechtsdenken gaat uit van hierarchie: art 4
UV
Volgens deze bepaling moet enerzijds de Unie de lidstaten het
best beschouwen als een van wederzijdse autonomie.
De Unie en haar lidstaten zijn wezenlijk autonoom.
Zie blz 34 en 35 schema van verdragen en toetredingen.
Hoofdstuk 2 Instellingen en rechtsbronnen: overzicht en
ontwikkeling.
De EU is geen staat en wordt dat ook niet.
Institutioneel gezien is de Unie op afstand de verst
ontwikkelde van alle bestaande internationale
organisaties=
1. De Europese Raad
2. Raad (van ministers) van de EU.
2.1 Institutionele verhoudingen in de Unie
De institutionele structuur van de Unie is gebaseerd op:
- institutioneel evenwicht= zeker evenwicht tussen de
bevoegdheden van de instellingen.
De uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement
zijn ten koste gegaan van de wetgevende positie van de Raad.
2. De Europese Raad en zijn voorzitter
EU raad= richtinggevend lichaam van de Unie bestaat uit de
, politieke leiders van de lidstaten en de voorzitter van de EU-2,5
jaar - art. 15 Unieverdrag
Doel= geeft Unie een gezicht en consensus en samenhang in de
EU te vergroten.
2.2 Taken en bevoegdheden
De EU Raad heeft geen wetgevingstaak, bepaalt:
1. De algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten- Art. 15 UV.
2. Strategische bepalingen en doelstellingen vaststellen voor het
optreden van de Unie- art. 22 UV.
2.3 Institionele positie
De meeste wetgevende besluiten in de Unie vormen de formele
uitwerking van politieke akkoorden tussen de politieke
groeperingen.
3. De Raad van de Europese Unie
3.1 Grondslag en samenstelling
De raad is uitvoerende en wetgevende macht
- art 13 en 16 Unieverdrag.
In de raadvergaderingen waarin besluiten worden genomen,
heeft elk land een lid met de rang van ministers.
- De Raad vertegenwoordigt de lidstaten en de nationale
belangen in het EU besluitvormingsproces.
3.2 Taken en bevoegdheden
De Raad heeft twee functies=
1. samen met het Europees parlement de wetgevingstaal en
begrotingstaak- art 16 lid 1
2. onderhandelen- art 16 lid 2
Verschillende nationale vergaderingen en Raad= vakmatige
karakter van de Raad
3.3 Institionele positie
Oorspronkelijk was de Raad het zwaarste orgaan.
De twee functies van de Raad=
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Fixen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €155,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.