er minder bloed in een keer komt bij het filtraat
Regulatie van Controle van waterreabsorptie
osmolariteit → hormoon vasopressine, AVP, ADH (=anti-diuretisch hormoon)
water blijft in het lichaam
→ zorgt ervoor dat waterkanaaltjes kunnen openen:
Hoe? Vasopressine veroorzaakt insertie van waterpories in de apicale
membraan.
1. Vasopressin (vanuit hypofyse) bindt aan de membraanreceptor.
2. Receptor activeert cAMP second messenger systeem
3. Cel insterteert AQP2 water pories in het apicale membraan.
4. Water wordt geabsorbeerd door osmose naar het bloed
→ hoe meer ADH of vasopressine, hoe meer H O in het bloed wordt
2
gehouden en hoe geconcentreeder de urine zal zijn.
→ ADH wordt gestimuleerd door plasma osmolariteit(belangrijkste
stimulatiefactor voor de aanmaak van ADH), bloedvolume en bloeddruk
en cicadiaans ritme (‘s nachts minder: daarom donkerdere urine)
Bij kinderen werkt deze ADH nog niet zo goed, daarom dat ze soms
bedplassen
FYSIOLOGIE VAN DE VERSLAVING
Begrip Uitleg
Verslavende stoffen Verslavende stoffen zijn:
Stoffen met een belonend karakter, dwz stoffen die
je een goed/aangenaam gevoel geven: EUFORIE
Stoffen waar mensen als ze ze eenmaal hebben
gehad bij voortduring aan moeten denken:
CRAVING
Stoffen waar sommige mensen als ze het eenmaal
kennen niet meer vanaf kunnen blijven:
CONTROLEVERLIES
Controleverlies leidt tot afhankelijkheid
Verslaving Verslaving is:
een progressieve aandoening
een ontwikkelingsstoornis
een neurobiologische aandoening
een (multi)genetische aandoening <> omgeving
aandoening
multiple pathways → zeer heterogeen fenotype
⇒ behandelbaar
Tabak Aanwezig in sigaretten
Nicotine → competitie met Ach op Ach-R effect op
neuronen en ook de prefrontale cortex dopamine wordt
vrijgesteld
Dopamine Dopamine is een verslavende stof die inwerkt of de frontale
cortex van de hersenen
Motorische deel
Beloningscentrum is gelinkt aan verslavende gedragingen
Noradrenerge Functie: attention, opwinding, wakker/slaap cyclus, leren,
geheugen, anxiety, pijn en humeur
54
, Neurons originate: locus coeruleus of the pons
Neurons terminate: cerebral cortex, thalamus,
hypothalamus, olfactory bulb, cerebellum, midbrain, spinal
cord
(Serotonerge ) Functie:
1. Lagere nuclei: pijn en voortbeweging
2. Bovenste nuclei: wakker/slaap cyclus, humeur en
emotioneel gedrag zoals agressie en depressie
Neurons originate: raphe nuclei langs hersen stem midline
Neurons terminate:
1. Lagere nuclei → ruggengraat
2. Bovenste nuclei → meeste van de hersenen
Dopaminerge (dopamine) Functie:
1. Motor control
2. Beloningscentrum gelinkt aan verslavings
gevoelens
Neurons originate:
1. Substantia nigra in de midbrain
2. Ventral tegmentum in de midbrain
Neurons terminate:
1. cortex
2. Cortex en delen van het lymfatisch systeem
Cholinerge Functie:
(Acetylcholine) Wakker/slaap cyclus, opwinding, leren, herinneringen,
sensorische informatie passeert langs thalamus
Neurons originate: Basis van het cerebellum, pons en
midbrain
Neurons terminate: cerebrum, hippocampus, thalamus
Beloningscentrum Pleasure circuit
→ dopamine drugs laat dopamine concentratie stijgen
high → productie stijgt → reabsorptie van NT daalt
Veel substanties blokkeren de absorptie van dopamine in
de hersenen:
cocaïne
amphetamines
Ritalin
nicotine
marijuana
Aantal dopaminereceptoren verlaagt bij verslaafde
personen homeostase overmaat aan dopamine in
hersenen er is een fout gaan compenseren door
receptoren uit te schakelen in prefrontale cortex die
gevoelig is voor dopamine
Waarom De prefrontale cortex is het laatste deel van de hersenen
jongvolwassenen dat zich ontwikkelt, en dus zijn de onvolgroeide hersenen
gevoeliger aan voor het van kinderen en adolescenten minder goed in staat zijn om
krijgen van een zowel de beslissingen die betrokken zijn in het beginnen
verslaving? van verslavingen en het vermogen om chemisch om te
gaan met verslavingen. Daarom, zodra een verslavende
stof wordt geïntroduceerd in de hersenen van de
adolescent, het dopamine pleasure circuit de neiging om
de besluitvorming te domineren.
Alcoholverslaving Effecten in de hersenen:
55