1. Introductie + instructie bij de 7 deelopdrachten
2. Kenmerken en kwaliteitseisen van kwalitatief onderzoek…………………………………..2-12
3. Interviewen en focusgroepen…………………………………………………………………………….13-25
4. Observeren…�...
Kwalitatief onderzoek
Inleiding
1. Introductie + instructie bij de 7 deelopdrachten
2. Kenmerken en kwaliteitseisen van kwalitatief onderzoek…………………………………..2-12
3. Interviewen en focusgroepen…………………………………………………………………………….13-25
4. Observeren………………………………………………………………………………………………………..26-33
5. Data-analyse………………………………………………………………………………………………………34-40
1
,1. Introductie + instructie bij de 7 deelopdrachten
Kijk leho
2. Kenmerken en kwaliteitseisen van kwalitatief onderzoek
Voorkennis uit Basis van onderzoek
Empirische cyclus
1. Observatiefase
a. Vaststellingen doen
2. Inductiefase
a. Vaststellingen geven aanleiding tot verklaring of hypothese die deel uitmaken
van een theorie
b. We brengen iets nieuws binnen
3. Deductiefase
a. Uit deze hypothese leiden we toetsbare voorspellingen af
4. Toetsingsfase
a. Confrontatie van de voorspelling met nieuw feitenmateriaal (=verzamelde
data)
5. Evaluatiefase
a. Is de oorspronkelijke hypothese/theorie van waaruit wordt vertrokken
houdbaar?
6. Bevestiging of verwerping van de hypothese/theorie
a. Hieruit wordt dan een nieuwe hypothese geformuleerd
Begrippen
Een onderzoek vertrekt steeds vanuit een
1. Probleemstelling
a. De achtergrond en context van waaruit de onderzoeksvraag voortkomt, een
goede analyse van het probleem, de vraag of nood (= de vaststelling of
observatie, zie empirische cyclus)
b. Bijv. vaststelling dat ouderen, vrouwen, werklozen, laaggeschoolden minder
participeren in de politiek
2
,2. Doelstelling
a. Waarom doe je het onderzoek? Twee soorten onderzoek qua doelstelling
i. Zuiver wetenschappelijk of fundamenteel onderzoek: louter
verzamelen van theoretische kennis
ii. Praktijkgericht onderzoek: praktisch of maatschappelijk probleem
aanpakken, cf. bachelorproef
1. Bijv. participatie van deze doelgroepen versterken (d.i.
praktijkgericht onderzoek)
3. Onderzoeksvraag
a. De vraag waarop het onderzoek een antwoord moet geven, een onderzoek
kan meerdere onderzoeksvragen hebben
b. Bijv. Hoe kunnen we de participatie aan politiek voor deze doelgroepen
verhogen?
4. Onderzoeksdoel
a. Beschrijvend
i. Onderzoek met als doel gedetailleerde beschrijvingen van wat zich
voordoet op een bepaald gebied
b. Explorerend of verkennend
i. Onderzoek naar frequenties of samenhangen met als doel tot een
theorie te komen (vaak bij kwalitatief onderzoek)
c. Toetsend
i. Onderzoek waarin vooronderstellingen worden getoetst, hypothese
toetsing (deductie), (vaak bij kwantitatief onderzoek)
d. Emancipatorisch
i. Onderzoek dat niet alleen gericht is op kennis opdoen maar op het
aanpakken van een sociaal probleem (vaak actieonderzoek)
5. Onderzoekseenheden
a. Personen, instanties of situaties waarover je op basis van je onderzoek
uitspraken wil doen bv. in onderzoek naar de beleving van armoede,
personen die leven in armoede
b. Populatie = alle eenheden; steekproef = deel van de populatie
6. Variabelen
a. De kenmerken van de onderzoekseenheden
b. Bv. de leeftijd van personen die leven in armoede, maar ook hun perspectief
op hun relatie met hulpverleners
7. Onderzoeksopzet of -design
a. Er zijn meerdere maar we bespreken hier de twee meest gekende
i. Survey
1. Een onderzoeksmethode gericht op het verzamelen van
gegevens over kenmerken van eenheden, met als doel die
kenmerken te beschrijven of verbanden tussen die kenmerken
te ontdekken
ii. Experiment
1. Onderzoeksmethode om een causale relatie vast te stellen,
waarbij er meestal sprake is van een gemanipuleerde
onafhankelijke variabele en een afhankelijke testvariabele
3
, De probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag maken deel uit van de inleiding van
een onderzoekartikel of wetenschappelijk rapport
Verschil kwantitatief en kwalitatief onderzoek
ï‚· Kwantitatief onderzoek
o Gesloten onderzoeksvraag
 Vooraf heb je al duidelijke ideeën over de mogelijke antwoorden
 Bv. Hoe tevreden was u van de acties van uw werkgever?
o Steekproef
 Groot (minstens: N=40; tot N=100-en)
o Resultaat dataverzameling
 Cijfers of kwantitatieve data
o Analyse
 Statistische analyses = kwantitatieve data-analyse
ï‚· Kwalitatief onderzoek
o Open onderzoeksvraag
 De mogelijke antwoorden liggen vooraf niet vast
 Bv. Hoe voelde je je toen je de eerste dag terug aan het werk ging?
o Steekproef
 Klein (minstens: N=1; tot N=10-tallen)
o Resultaat dataverzameling
 Geen cijfers maar teksten, beschrijvingen, ...
o Analyse
 Ontdekken van structuur in gegevens = kwalitatieve data-analyse
Gegeven – een onderzoeksartikel
Lemyre, A., St-Onge, M. & Vallières, A. (2019). The preceptions of nightmare sufferes
regarding the functions, causes, and consequences of their nightmares, and their coping
strategies: A qualitative study. International Journal of Dream Research, 12(2), 35-48
Volgende vragen beantwoorden op basis van de abstract:
ï‚· Wat is de probleemstelling?
o