H1 Terreinverkenning
Ontwikkelingspsychologie = gedrag/mentale processen, evolutie bestuderen
1.3 Factoren die de ontwikkeling sturen
Erfelijkheid (nature)
• Erfelijk materiaal / DNA
o Agressief, spraakvaardig, muzikaal
o Vb: eeneiige tweeling, splitsen → IQ in elkaars buurt
• Biologische processen en rijpingsproces
Invloed vanuit het milieu (nurture)
• Opvoeding, gezin, vriendengroep, school, woonbuurt, cultuur
• Leerprocessen
• Tabula Rasa bij geboorte → ontwikkeling hangt af van je inputs
• Deprivatie → kind opgevoed door wolven → wolf in mensenlichaam
Interacties tussen erfelijkheid en milieu
• Ontwikkeling → product van erfelijke aanleg en inwerking van milieu-invloeden
Zelfsturing
• Nature + nurture + persoonlijke wil
o Bv: topsporter, leren wandelen, slagen in een richting
,H4 Baby
0-1jaar
Lichamelijke en motorische ontwikkeling
6 waakzaamheidstoestanden
• (1) Rustige slaap: Slaapt 2/3 van de tijd (16u)
• (2) Actieve slaap: 50% van de slaap → REM-slaap (belangrijk voor de ontwikkeling
• 8u
o (3) In slaap vallen
o (4) Wakker worden
o (5) Wakker zijn – stimuleren
• (6) Huilen: 2 of 3u: communicatie
Reflexen
• Blijvende reflexen
o Hoestreflex
o Knipperreflex
• Voorbijgaande (<3maand)
o Snuffel- of zoekreflex
o Zuigreflex
o Grijpreflex
o Babinski-reflex
o Moro-reflex
o Stap- of loopreflex
o Zwemreflex
Zintuigen
Tastzin
Voorkeur voor huidcontact = noodzakelijk
Babymassage speelt hierop in
Smaak
Voorkeur voor zoet
Afkeur voor zuur en bitter → aanleren
Reuk
Voorkeur voor de mama
↳ Rustig worden, hartslag daalt
,Auditieve functies
Voorkeur voor de menselijke stem
• Hoge tonen/stem
• Rustig: zacht en laag
Zicht
Bij de geboorte
20-30cm ver, niet helemaal scherp
Zwart/geel: duidelijk contrast
Scheel kijken: gaat weg wegens veel kijken en ogen te trainen
6 maand
Net als volwassen
Verdere motorische ontwikkeling
1jaar: lengte 75cm, gewicht: 10kg, hersenen: 900gram
Cefalocaudale & proximodistale ontwikkelingslijn
I. Hoofd omhoog
II. Armen
III. Zitten
IV. Staan
V. Wandelen
Kijkstadium (0-3maand)
1 maand: hoofd opzitten
3 maand: oprichten van de onderarm
Steeds beter richten van de blik door betere besturing van oogspieren en halsspieren
Dieptezicht
Baby is niet bang voor diepte → 14 dagen kruipen → schrik installeren (door te kruipen,
hoogteverschil missen)
Nature: dieptezicht
Nurture: schrik voor diepte
Grijpstadium (3-6maand)
• Reiken naar objecten
• Rijfgreep
• Handgreep
(Pincetgreep (1 jaar)
(Tanggreep (1 jaar)
, Zitstadium (6-9maand)
9 maand: zelfstandig gaan zitten
Kruip- en optrekstadium (9-12maand)
9 maand: kruipen en met steun rechtop blijven staan
Nadien: op trekken aan meubilair
11-12 maand: zonder steun rechtop staan
Loopstadium (12-15maand)
Lopen aan één hand
Zelfstandig lopen -> eerste stapjes meestal voor 15 maand
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Differentiatie in sociale gerichtheid
Geboorte: huilen als primitief communicatiemiddel (reflex), asociaal wezen, solitaire glimlach
6-8 weken: sociale glimlach = interactief, gezicht zien => lachen
3 maand: sneller en intenser lachen bij bekenden, troosten door onbekenden is moeilijker
8 maanden: vreemdenangst + scheidings- of verlatingsangst
Ontstaan hechtingsgedrag
Hechting
= affectieve band opbouwen met een persoon zodat verbondenheid ontstaat die tijd en ruimte
overstijgt
• levenslang
• laat zien wanneer er gemis is
• zonder hechting overleef je niet
Functie
• levensbelang: voorzien primaire functies
• steekt veel op van een volwassene (sociaal, cognitief, taal, cultuur,…)
4 fases:
→ Voorhechting (2-3maand)
Primaire hechtingsstrategieën (huilen, sociale glimlach)
Gevoeligheid voor alles van de mens (stem, huid, gelaat, grijpreflex)
→ Beginnende gehechtheid (2-6maand)
Toenemende voorkeur voor aantal personen
Vreemdenangst