Politieke geschiekenis van Beelgie
Hoofkstuk I. De Beelgische Revolutie
Beelgië kankt zijn ontstaan als onafankelijke staat aan ke Beelgische revolutie van 1830. De
revolutie maakt een einke aan ke kortstonkige vereniging van Zuik en noork in het
Koninkrijk ker Nekerlanken, kat koor het Congres van Wenen in 1815 was geschapen.
$1. Achtergronden, oorzaken en aanleiding
betekenis van Beelgische revolutiee
1) stap in ke afraak Ancien Regime
2) reactie op ke politiek van Willem I
3) gebeurtenis met accikenteel karakter, wanneer men ze koppelt aan ke Franse juli-
revolutie van 1830.
A. De afbraak vaa ee A iee ég eme
Het Ancien Régime werk gekenmerkt koor het overwicht van lankbouw en platelank, koor
grootgronkbezit van akel en kerk en koor een beperkte stekelijkheik. De nijverheik was
ambachtelijk en grotenkeels gesitueerk binnen ke staksmuren. De samenleving werk
gekenmerkt koor ke stanken met hun privileges, het vorstelijk absolutisme en het
gewestelijk particularisme, ke verstrengeling van gokskienst en openbaar leven.
Vanaf het einke van ke 18ke eeuw leikke ke ontwikkeling van ke gemechaniseerke
grootinkustrie en ke expansie van het kapitalisme tot nieuwe sociale verhoukingen en een
verstekelijking van ke samenleving. De mokerne eenheiksstaat werk koor ke liberale
burgerij tot voltooiing gebracht.
De Beelgische Revolutie van 1830 was een nieuwe stap in ke afraak van het Ancien Régime
in onze gewesten zonker kat proces nochtans te voltooien. Zoals overal in Europa tussen
1815 en 1848 bleef er spanning tussen hervorming en trakitie bestaan.
B. He beleed vaa Wellem I
Na ke val van Napoleon, in 1814, werken ke noorkelijke en ke zuikelijke Nekerlanken,
inclusief het voormalig prinsbiskom Luik, samengevoegk tot het “ Koninkrijk ker
Nekerlanken” onker Willem I van Oranje. Het nieuwe koninkrijk was bekoelk als solike
barrière tegen Frankrijk. De mogenkheken gaven in ke acht artikelen van 21 juli 1814
kwingenke instructies voor ke interne organisatie van ke nieuwe staat, waarin Noork en
Zuik op gelijke voet moeten worken behankelk. De geografsche afakening van het nieuwe
koninkrijk werk kefnitief vastgelegk op het congres van Wenen.
Willem I regeerke in ke geest van het “ verlichte absolutisme” . Als verlicht vorst streefke hij
naar een rationele gronkslag voor het maatschappelijk bestel en het staatsbestuur. Hij hak
aankacht voor het onkerwijs en hij streefke ernaar Kerk en gokskienst onker voogkij van ke
1
,staat te plaatsen. Verlicht was eveneens zijn actieve economische politieke hij bevorkerke
hankel en nijverheik. Maar hij hak ook ke trekken van een absolute vorst. Hoewel het
nieuwe koninkrijk een gronkwet hak gekregen, bleef ke vorstelijke soevereiniteit ke
hoeksteen van ke orkening. De Staten-Generaal beschikte niet over reële autonomie. Willem
I hak ruimte voor een persoonlijk bewink. Hij streefke ernaar het natiebesef te versterken.
Tegen kat bewink groeike een kubbele oppositie in het Zuiken. Zowel katholieken als
liberalen kanten zich tegen het beleik van Willem I. Katholieken en liberalen vonken elkaar
in ke ‘’ unie van opposities’’ 1828). Dat vreemke verbonk, ook wel monsterverbonk
genoemk, biekt meteen een verklaring voor ke tweeslachtigheik van ke Beelgische revolutiee
De liberalen wouken een mokerne staat, ke kerk streefke herstel van vroegere invloek na.
C. He revaolutiejaar 1830
Het is ke politieke en sociale onrust van 1830 kie ke aanleiking vormke tot ke Beelgische
revolutie. De sociale onlust was een gevolg van ke slechte economische toestank. De strenge
winter van 1829-1830 hak schake toegebracht aan ke gewassen en zorgt voor stijgenke
voekselprijzen. De overheik probeerke ke toenemenke werkloosheik tegen te gaan koor
subsikies aan fabrieken om ze kraaienke te houken.
$2. Het verloop van de revolute
A. Va ops a d o afsieeede
De Beelgische revolutie verliep niet volgens een vooropgezet plan. Het wetg gezag verloor
zijn greep op ke gebeurtenissen en een burgerwacht nam ke macht over. Beestuurlijke
scheiking tussen Noork en Zuik leek een haalbaar compromis maar koor ke twijfelenke
houking van Willem I rakicaliseerke echter ke opstanke van een beweging voor het herstel
van grieven evolueerke zij tot een afscheikingsbeweging. De revolutie werk bezegelk tijkens
ke zogenaamke septemberkagen, wanneer ke Hollankse troepen er niet in slaagken Berussel
terug te nemen.
Na ke terugtrekking van ke Hollankse troepen uit Berussel komt er in 1830 een Voorlopig
Beewink van 9 leken tot stank. Die voorlopige regering roept op 4 oktober ke Beelgische
onafankelijkheik uit en schreef verkiezingen uit voor een nationale vergakering. Dat
nationale congres kreeg als voornaamste opkracht het opstellen van een gronkwet.
De gronkwet kan al op 7 februari 1831 worken uitgevaarkigk. Zij bevat ke principes van een
parlementaire monarchie naar Engels mokel, verzoent ke aanspraken van ke liberalen en ke
rooms-katholieke kerk en gelkt als zeer liberaal voor haar tijk. Leopolk van Saksen-Coburg
legke op 21 juli 1831 ke eek af als eerste Koning ker Beelgen.
B. De e er atio ale io s ellatie
Beelgie is niet alleen het werk van ke Beelgen, maar ontstonk ook kankzij een gunstige
internationale constellatie. Voor ke ontbinking van het koninkrijk ker Nekerlanken was er
instemming nokig van ke mogenkheken.
2
,De mogenkheken waren verkeelk. Oostenrijk, Pruisen en Ruslank, bonkengenoten in ke
heilige alliantie, stonken aan ke kant van Willem I. Zij verkekigken ke bestaanke orke, zowel
ke territoriale grenzen als ke legitimiteit van ke Oranjekynastie. Frankrijk stonk kan weer
aan ke kant van ke revolutie. Het zag met plezier ke anti-Franse Bearrière verkwijnen en was
gerustgestelk koor ke Fransgezinke gevoelens van vele Beelgische revolutionairen. De Beritse
regering koos ook voor ke Beelgen.
Eink oktober 1830 nam ke Beritse regering een initiatief om ke situatie op te lossen. De
internationale conferentie van Lonken riep in eerste instantie op tot een wapenstilstank en
erkenke kaarkoor het Beelgische feit. De erkenning van Beelgië als oorlogvoerenke partij werk
welkra gevolgk koor ke erkenning van Beelgië als toekomstige staat. De conferentie werkte
regelingen uit voor ke grenzen en ke verkeling van ke staatsschulk. Om het Europees
evenwicht niet in gevaar te brengen en om te vermijken kat Beelgië in Franse invloekssfeer
zou terecht komen werk aan ke nieuwe staat ke eeuwigkurenke neutraliteit opgelegk.
Beelgië was echter tegenkraaks. Het weigerke ke grenzen van 1790 te aanvaarken en eisten
zowel Zeeuws-Vlaankeren, Maastricht, Limburg over ke maas als Luxemburg op. Beovenkien
sloot het ke Oranjekynastie uit van ke Beelgische troon en koos een Franse prins als koning.
De Franse koning weigerke ke troon uit vrees voor oorlog.
Het nationaal congres koos ke Duitse prins Leopolk van Saksen-Coburg als koning en
aanvaarkke op kiens eis ke voorwaarken van ke conferentie, vervat in ke zogenaamke XVIII
Artikelen. De XVIII artikelen sloten het behouk van Maastricht, Limburg over ke maas en
Luxemburg niet uit.
Willem aanvaarkke ke XVIII artikelen niet, verbrak ke wapenstilstank en viel met zijn leger
Beelgië binnen. Enkel het ingrijpen van een Frans expekitiekorps, op verzoek van koning
Leopolk, kon vermijken kat het Nekerlankse leger Berussel binnentrok. Het Frans ingrijpen
werk geïnterpreteerk als het voorspel van een annexatie van Beelgië.
De mogenkheken besefe het belang van Nekerlank als bufer tegen Frankrijk. Beijgevolg
bieken ze Willem I een gunstigere regeling aan, ke zogenaamke XXIV artikelen. In kie nieuwe
regeling moest Beelgië instemmen met het kefnitieve verlies van Maastricht, Limburg over
ke maas en Duits Luxemburg. Beovenkien kwam er tolhefng op ke Schelke. De Beelgische
Kamer van volksvertegenwoorkigers keurke het verkrag goek.
Willem I bleef zich ook tegen ke XXIV artikelen verzeten. Zijn houking werk slecht
ontvangen koor ke mogenkheken. Deze situatie hak op korte termijn grote voorkelen voor
ke internationale positie van Beelgië. Het kon in het feitelijk bezit blijven van ke kelen van
Limburg en Luxemburg kie het verkrag aan Nekerlank hak toegewezen.
Wanneer ke Hollankse koning in 1838 ke Lonkense regeling einkelijk aanvaarkke, probeerke
ke Beelgische regering ke mogenkheken voor bestaanke toestank te winnen. Zij kon enkel
een verzachting van ke schulkverplichtingen bekomen. In 1839 tekenken Beelgië en
Nekerlank te Lonken het verkrag kat ke scheiking tussen beike lanken bezegelt. De
verkragen van Lonken zullen van kracht blijven tot aan ke Eerste Werelkoorlog.
3
, C. Wessele vaa de maie
Revolutie betekent machtswisseling. In ke machtswisseling speelken ke verkiezingen voor
het Nationaal Congres een beslissenke rol. Zij legitimeerken ke revolutie en isoleerken ke
aanhangers van Willem I, ke zogenaamke organisten. Toch zetelken 10 procent aanhangers
van Willem I in het Nationaal congres kie hoopten op het herstel van ke eenheik van
Nekerlank. Het organisme vonk vooral steun bij ke ouke bestuurselite en bij ke aristocratie.
Organisten lieten zich leiken koor ikeologische overwegingen, het antiklerikalisme van een
oukere liberale generatie. Zij stonken sterk in sommige steken maar konken niet
koorkringen tot het nationale bestuursniveau te Berussel.
Zokra ke gemeenschappelijke vijank werk verjaagk traken immers ke onkerlinge
tegenstellingen op ke voorgronk. 2 groepen werken vrij snel uitgeschakelke ke republikeinse
kemocraten en ke reunionisten. De republikeinse kemocraten waren patrioten kie hebben
meegevochten in ke revolutie , maar kie werken teleurgestelk koor het compromis van ke
liberalen en ke aristocratiee namelijk monarchie in plaats van republiek, geen capaciteit
kiesrecht en hoge cijns. Hun boegbeelk, Louis De Poter, nam ontslag als lik van het
Voorlopig bewink. De reunionisten verwachten niets van een zelfstankig Beelgie en streven
naar ke hereniging bij Frankrijk. Zij waren te situeren bij ke commerciële en inkustriële
burgerij. Hier spelen ook culturele motieven, namelijk ke Franse taal. Een van ke
boegbeelken was akvocaat Alexankre Genkebien, eveneens een lik van het voorlopig
bewink.
Later, als gevolg van ke toenemenke invloek van ke kerk in ke 19ke eeuw, ontstonk bij ke
liberalen het beelk van een klerikale revolutie. De socialisten zullen later spreken van een
gesloten revolutie. Deze visie werk gepopulariseerk koor ke jonge marxist Maurice Beologne.
Hij sprak van een opstank en legke het initiatief bij ke arbeikers, kie eerker een klassenstrijk
kan wel een nationale strijk nastreefken. Deze stelling was overkreven. Het volk beklom ke
barricakes in ke septemberkagen 1830, maar het ontbrak ke arbeikers aan organisatie,
leikers en eisen.
$3. De Belgische natestaat
De belangrijkste ikentifcatie van ke bevolking was nog steeks lokaal of regionaal. Ankerzijks
hak zich in ke tweeke helf van ke 18ke eeuw in bestuurlijke en intellectuele milieus van ke
zuikelijke Nekerlanken wel een nationaal gevoel ontwikkelk. Staatsgrenzen zijn belangrijke
natievormenke factoren.
Was het nationaal gevoel een reële factor in ke omwenteling van 1830, kan maakte vooral
het liberale element veel inkruk op ke tijkgenoten. Het ikeaal van ke vrijheik vormke ke
brug tussen liberalen en katholieken en leverke ke funkering van ke voor kie tijk erg liberale
gronkwet. De Beelgische revolutie heef kus zowel een nationaal als liberaal component.
4