Inleiding tot het recht – samenvatting examens januari
Hoofdstuk 1, wat is recht?
1. Kenmerken en definitie van het recht
1.1 kenmerken van het recht
Er zijn systemen in de maatschappij nodig (bv: zoals spelregels bij voetbal). Deze systemen worden
opgelegd door de samenleving (iedereen)
Ordening samenleving
Opgelegd door samenleving
Afgedwongen door samenleving
We maken regels onze maatschappij te ordenen. We leggen deze regels op aan onze samenleving
en we sanctioneren wanneer de regels niet gevolgd worden.
1.2 soorten regels
Gedragsregels
Toepassingsregels en -structuren (rechtsbescherming)
Regels voor maken en wijzigen van het recht
1.3 definitie
Recht= geheel van afdwingbare regels
- die het menselijk handelen in de samenleving ordenen
- opgelegd door eigen samenleving
1.4 objectief recht vs. Subjectief recht
Objectief recht = het geheel van regels
subjectief recht = je eigen rechten, hetgeen dat jij persoonlijk kan gebruiken uit het recht.
Bijvoorbeeld het recht op betaling van een verkoper.
1.5 rechtssubject vs. Rechtsobject
Rechtssubject:
Natuurlijke personen
Rechtspersonen (bedrijven, vennootschappen)
= persoon of groep mensen die potentieel drager zijn van subjectieve rechten. Dit zijn 2 subjecten die
in ons Belgisch systeem recht hebben, waarop het recht telt.
Rechtsobject:
Het voorwerp waarover de rechtssubjecten hun subjectieve rechten uitoefenen (bijvoorbeeld op
dieren, laptop, gsm, …)
1.6 rechtsmisbruik
= de uitoefening van het recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale
uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bezorgd persoon.
,Iedereen heeft zijn rechten, maar jet mag het niet gebruiken om schade aan een andere te brengen.
Je recht gebruiken om iemand te treiteren is bijvoorbeeld rechtsmisbruik. Je mag je rechten alleen
gebruiken op een normale manier.
Rechtsmisbruik:
Oogmerk tot schade
Afwezigheid van belang
Abnormale rechtsuitoefening
2. soorten subjectieve rechten
Politieke rechten overheids gebonden
Burgerlijke rechten burgers gebonden
2.1. Politieke rechten
- politieke vrijheden
- participatierechten
- sociaaleconomische rechten
2.2. Burgerlijke rechten
Extra patrimoniale rechten (heeft niets te maken met geld, stopt als sterft, bv: recht om te huren)
- persoonlijkheidsrechten
- familierechten
Patrimoniale rechten (hebben met geld te maken, stopt niet als je dood bent, bv: erfenis)
- zakelijke rechten
- vorderingsrechten
- intellectuele rechten
Persoonlijkheidsrechten: beschikken over eigen lichaam. Bv: het recht op eerbiediging van het
privéleven, het recht op eerbied voor het leven, … .
Familierechten: houd zich bezig met afstamming, geboorte, huwelijk en echtsheiding en zaken in
verband met de hoedanigheid, familiebetrekkingen en bevoegdheden van personen. Het erfrecht
wordt meestal als apart rechtsgebied beschouwd.
Zakelijke rechten: plakken op een zaak (bv: je laptop is van jou, wat van jou is, is van jou.) het staat in
tegenstelling tot een persoonlijk recht.
Vorderingsrechten: aanspraak ter attentie van een bepaalde persoon voor een bepaalde prestatie
(een recht dat de schuldeiser kan uitoefenen tegen een schuldenaar.)
Intellectuele rechten: aanspraak op een idee, patent.
(verzameling voor rechten op uitgewerkte ideeën en creatieve concepten, zoals teksten, muziek,
foto’s, uitvindingen en merken.)
als iemand deze zonder de toestemming van u als bedenker of maker gebruikt, heet dit inbreuk
maken op uw intellectuele eigendomsrecht.
,3. deelgebieden van het recht
3.1 Nationaal recht
3.1.1 privaatrecht
Bij privaatrecht komt er geen overheid tussen. Het zijn relaties tussen burgers onderling:
- welke subjectieve rechten?
- hoe deze rechten verwerven
- hoe deze rechten afdwingen
Principe: contractsvrijheid (= bevoegdheid om vrij over zijn middelen te beschikken)
Aanvullend recht: je mag dit recht aanvullen, als je iets doet dat in de wet staat dat mag, als je niets
anders doet.
Dwingend recht: je mag van dat recht niet afwerven, je mag niets aanvullen.
Rechtstakken van het privaatrecht:
A) Burgerlijk recht
B) economisch recht
C) sociaal recht: arbeidsrecht
D) privaatrechtelijk procesrecht
BURGERLIJK RECHT
Regelt de meest elementaire relaties tussen burgers, het regelt de verhouding tussen burgers
onderling. Het tracht ruzies te beslechten omtrent familiekwesties, burgerlijke aansprakelijkheid,
huurproblemen, medische fouten en eigendom
Terug te vinden in het Burgerlijk wetboek
ECONOMISCH RECHT
Bevat bepalingen van beiden soorten recht met als doel bescherming van alle partijen en
duidelijke regels. Alles wat te maken heeft met handeldrijven. (Marktrecht, solden, economie, …)
Van toepassing op “ondernemingen”: elke persoon of andere entiteit die zelfstandig een
beroepsactiviteit uitoefent. (Natuurlijke- of rechtspersonen)
Terug te vinden in het wetboek van economisch recht marktrecht
ARBEIDSRECHT
Verhouding werkgever en werknemer, individueel en collectief. Bijvoorbeeld bij ontslag om
dringende reden.
PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT
Regelt de organisatie van de privaatrechtelijke rechtscolleges en de privaatrechtelijke procedure
Terug te vinden in het Gerechtelijk wetboek
, 3.1.2. Publiek recht
Bij publiek recht komt er een overheid tussen. Het publiek recht regelt de verhouding tussen burgers
en overheid en tussen bevoegdheden en organisatie van de overheid.
De overheid heeft een bevoorrechte positie. De overheid legt de spelregels op, wij hebben die
gekozen. De overheid “kan alles doen wat ze willen” (= bevoorrechte positie)
- algemeen geldende regels uitvaardigen
- beslissingen opdringen aan burgers (bv. Boete, onteigening)
- strafrechtelijke vervolging en vrijheidsberoving
de overheid kan ook privaatrechtelijk optreden
Rechtstakken van het publiek recht:
A) grondwettelijk recht
B) administratief recht
C) fiscaal recht
D) strafrecht
E) strafprocesrecht
F) sociaal recht: sociaalzekerheidsrecht
GRONDWETTELIJKRECHT
regelt de inrichting van de staat en de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers. Basis
van de basis, mag je van afwijken maar niet zomaar
Terug te vinden in de grondwet
ADMINISTRATIEF RECHT
regelt de organisatie en de werking van de uitvoerende macht. Voor bijvoorbeeld: Milieu,
onderwijs, ruimtelijke ordening, …
Terug te vinden in veel wetten KB’s en MB’s, regionale, provinciale en gemeentelijke verordeningen, …
FISCAAL RECHT
heffen en innen van belastingen, vormen van belastingen. Belastingen zijn de belangrijkste
inkomsten van de overheid.
Directe belastingen: dit zijn belastingen berekend op basis van het inkomen. (bv: personenbelasting)
indirecte belastingen: dit zijn belastingen geheven naar aanleiding van een juridische handeling of
een voorbijgaand feit. (bv: kopen en verkopen: BTW, invoerrechten, accijnzen. Erfenis: erfbelasting)
Directe belastingen: zie dia 39
indirecte belasting : zie dia 40 & 41
SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT
vergoedingsrechten van de burger bestemd voor de overheid. Regelt sociale verzekering van
werknemers en zelfstandigen. (bijvoorbeeld in geval van ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen,
pensioenen, …)
Het is een sociaal recht