In dit document is de stof uit de bijeenkomsten van casus en vaardigheden en systeem samengevat. De literatuur, het huiswerk en toevoegingen uit de bijeenkomsten zijn verwerkt in deze samenvatting. De theorieën van de filosofen zijn overzichtelijk en duidelijk onder elkaar gezet en er worden voorb...
De natuurstaat
Thomas Hobbes (1679)
Negatief mensbeeld -> egoïsme, hebzucht en eigenbelang voeren de toon. Daarom moet er een
sociaal contract bestaan -> deel van vrijheid inleveren in handen van de staat en in ruil word je lijf en
eigendom beschermd. Alles beter dan de natuurstaat
Rousseau (1789)
Positief mensbeeld -> mens is in natuurstaat een goed wezen en onschuldig -> gedreven door hun
instincten en behoefte van zelfbehoud. In deze hypothetische toestand is de mens van nature goed,
maar wordt bedorven door de cultuur -> morele waarden in de zin van goed en kwaad worden pas in
georganiseerde samenlevingen. Ze hadden in natuurstaat geen privébezit en relaties waren
gebaseerd op mededogen en empathie -> vrij van conflicten omdat er geen complexe verlangens,
eigendomsaanspraken of sociale ongelijkheid was
Ontwikkeling
Primitieve samenlevingen
Mensen begonnen gezinnen te vormen en werden jagers en verzamelaars = ontstaan stammen en
dus ontstaan ongelijkheid (sommigen zijn nu eenmaal beter in iets dan een ander). Eigendommen en
bezittingen ontstaan. Dit alles leidt tot jaloezie en afgunst.
Landbouw en metallurgie
Diversificatie -> mensen zijn niet meer zelfvoorzienend, ze worden afhankelijk van elkaar. Verschillen
werden uitvergroot + schaalvergroting (niet meer alleen je eigen stam). Dit leidt tot een samenleving
met twee groepen: de arme en de rijke. De rijke hadden veel en de arme niks, dus arme gaan stelen.
De rijke willen dit voorkomen met een sociaal contract -> ze beloven rust en vrede aan de arme, maar
eigenlijk laten ze hen zich binden aan afspraken die de arme uitbuiten. Ze verliezen hun vrijheid en
het is een voortdurende bron van ongelijkheid
‘alle snelden naar hun ketenen denkend zo hun vrijheid zeker te stellen’
In de streven naar maatschappelijke vooruitgang, veiligheid en comfort, heeft men vrijwillig
beperkingen op hun natuurlijke vrijheden geaccepteerd, zonder bewust te zijn van de gevolgen =
sociale ongelijkheid, machtsstructuren en conflicten -> men is geleidelijk aan steeds meer
beperkingen gaan aanvaarden om hun eigendom en sociale status te behouden en zitten nu vast in
een systeem van sociale ongelijkheid en onderdrukking
Natuurstaat ideaal?
Dit is een toestand van overleving en dus niet ideaal. De opkomst van eigendom en een sociaal
contract heeft geleidt tot ongelijkheden, maar het was wel een noodzakelijke (maar onwenselijke)
stap in de geschiedenis. Er moet een evenwicht worden gevonden tussen de sociale orde en
individuele vrijheden
Edward Hoebel (1954)
primitieve samenleving van Inuit (eskimo)
Volgens Hoebel zijn de Inuit het minst verwijderd van de reeds genoemde natuurstaat van de
prehistorische mens.
1
,Kenmerken Inuit
Mens - Geesten en dieren hebben intelligentie vergelijkbaar met mensen en
mensen zijn ondergeschikt aan de wil van dierengeesten en geestelijke
wezens
- Individuen moeten zichzelf realiseren door actie -> onproductieve leden
van de samenleving konden niet ondersteund worden
Handhaving - Individueel gedrag moet voorspelbaar zijn om de veiligheid van de persoon
en de lokale groep te waarborgen
- Overtredingen van taboes worden als zonde beschouwd en zondes leiden
tot ziektes -> Sjamaan geneest deze ziektes en handhaaft de normen
- Inuit kennen bloedwraak, waarbij familie van een vermoord persoon wraak
mag nemen op de moordenaar
- herhaaldelijk moorden? -> beschouwt als publieke vijand en de
gemeenschap moest goedkeuring geven voor zijn executie
- Geschillen worden soms opgelost via georganiseerde gevechten, zoals
worstelen, borstelen of zang duels -> dit wordt gebruik om een wrok te
uiten -> informele geschilbeslechting dat dient om evenwicht in de
samenleving te handhaven zonder de noodzaak van formele rechtszaken
en strafrechtelijke handhaving. Doel = gevoel van opluchting en
bevrediging bieden aan betrokken partijen
Eigendom en - Inuit beschouwen land niet als eigendom, iedereen kan jagen waar hij wil
verdeling -> territoriale claims zijn onbekend
- Bij jacht op wild met meerdere mensen, hebben alle jagers recht op
specifieke delen van de prooi op basis van hun individuele bijdrage aan de
jacht
- Het delen van voedsel en goederen wordt gezien als een manier om eer en
leiderschap te verdienen
- Grenzen aan wat je kan bezitten -> je mag niet meer bezitten dan je nodig
hebt. Als je meer bezit dan nodig hebt, dan word je gehaat en benijd ->
goederen moeten altijd eerlijk verdeeld worden. Headmen moest delen
(solidariteitsplicht) en als hij dit niet deed werd hij geëxecuteerd en
werden zijn bezittingen verdeeld
Gezag - Geen centraal gezag of formele leiders -> er zijn informele leiders die
worden erkend wegens hun jachtvaardigheden
lokale groepen hebben een ‘hoofdman’ die ‘de eerste onder de gelijken’
wordt genoemd
Sprake van een overkoepelende staatsstructuur?
Amerikaanse historicus Francis Fukutama geeft 5 kenmerken:
1. Gecentraliseerd gezag
Er is geen centraal gezag dat regels afdwingt.
Sjamaan -> vorm van religieus gezag -> bij schending taboe kan hij straffen (bijv. geen eten)
Headmen -> gezag gebaseerd op natuurlijk leiderschap -> krijgt aanzien omdat hij goed is in jagen
2
,Er zijn regels in de vorm van gewoonterecht
- algemene (rechts)regels gelijk voor alle groepen -> postulaten
- Sociale principes binnen stammen die ontstaan door ongeschreven gewoonterecht over wat
je wel en niet kan doen
2. Monopolie op wettige dwangmiddelen
Er is geen monopolie op wettige dwangmiddelen. Sjamaan kan bij taboe iets afdwingen maar verder
kan een gemeenschap ook bepalen tot executie en iedereen kan overgaan tot bloedwraak
3. Territoriaal gezag
Elke groep wordt wel geassocieerd met een bepaalde streek, maar dit is niet territoriaal vastgelegd.
Iedereen mag jagen waar hij wil
4. Gelaagde en ongelijke samenleving
Wel hoger aanzien bij sjamaan en headmen, maar in principe iedereen gelijk, aangezien strenge
normen bestaan voor het delen van middelen (solidariteitsplicht)
5. De legitimatie van gezag via complexe vormen van religie
Het gezag van de sjamaan wordt gelegitimeerd door religie -> bij een taboe werd gezegd dat de
persoon was bezeten en dan mocht de sjamaan straffen. Bij headmen werd gezag niet gelegitimeerd
door religie, maar het feit dat hij het beste kon jagen.
Rechter binnen de samenleving van Inuit
Taboe Gewoonterecht Onderlinge geschillen
-> bij zonde bepaalt de 1. Bloedwraak -> de familie van het Bij een geschil werden er
Sjamaan of er slachtoffer is de rechter worstelingen of zangduels
gezondigd is en wat (bij wraakacties kan iedereen dus rechter georganiseerd. Het ging niet om de
zijn straf wordt zijn waarheid vinden, maar om wie het
(strafrechtelijke 2. Als schending de hele samenleving duel wint. Door deze procedure
kenmerken) aangaat, dan beslist de gemeenschap werd het geschil hersteld en is
collectief over de straf, zoals executie of iedereen verzoent
verbanning
Belang en doel van straffen
- Hoe erger de overtreding, hoe erger de straf, zodat de samenleving door kan gaan -> stukje
herstelrecht dat zorgt voor de psychologische satisfaction van slachtoffer en gemeenschap
- Duels zijn gericht op herstel, doorgang van de samenleving en behoudt van de samenleving.
De procedure is belangrijk dan de uitkomst Het zorgt voor een vreedzame afdoening in plaats
van weerwraak
Hoebels geschetste beeld in Rousseaus evolutionair neratief
De inuit betreft een primitieve samenleving met hartstochten wat tot problemen leidde. Zij hebben
zich niet verder ontwikkeld aangezien ze door weeromstandigheden niet aan landbouw of
metallurgie kunnen doen. Ze moeten dagelijks overleven.
Rousseau schetst een theoretisch kader, terwijl Hoebel feiten beschrijft
3
, Het nieuw sociaal contract van Rousseau
Rousseau was geen fan van het eerste sociale contract -> het bestond uit wetten die de situatie van
de rijke personen versterkten. Er moest een nieuw sociaal contract komen gebaseerd op het
algemene welzijn en vrijheid van alle burgers
Het contract wordt door alle mensen vrijwillig aangegaan en hierin staat dat iedereen alle rechten
geeft aan de gemeenschap (volledige vervreemding). Na deze vervreemding heeft niemand iets op te
eisen -> ontstaan totale gelijkheid onder burgers
Door deelname levert iemand een deel van zijn natuurlijke vrijheid in (in natuurstaat heb je geen
beperkingen op je acties, je handelt naar impulsen en verlangens), maar hier krijg je burgerlijke
vrijheid voor terug -> vrijheid is namelijk luisteren naar regels die je zelf hebt gemaakt -> omdat de
algemene wil het algemeen belang uitdrukt en dus door iedereen gewild is, gehoorzamen alle
burgers uitsluitend aan zichzelf omdat ze de algemene wil gehoorzamen -> je bent meester van jezelf
omdat je je eigen wetten volgt. Volgens Rousseau is de algemene wil de oplossing voor de
verdeeldheid
het contract bevat de verplichting om de algemene wil te gehoorzamen. Weigert iemand dit? Dan
neemt samenleving meetregelen zodat hij zijn verantwoordelijkheden nakomt -> iemand dwingen om
vrij te zijn
Wetgevende macht
één collectief lichaam bestaande uit alle leden van de samenleving = volkssoevereiniteit ->
vertegenwoordigt de algemene wil (gericht op wat beste is voor allen). Dit collectief lichaam (de
soeverein) is niets meer dan alle individuele leden die deel uitmaken van de samenleving. Hierdoor
ontstaan er geen conflicten meer, aangezien de belangen van de soeverein en leden één geheel zijn.
Om wetten te maken moet je wel weten wat de algemene wil is. Rousseau wilde het liefst een directe
democratie, maar hij was hier toch op tegen -> niet alle burgers zijn politiek invested. Bij een
aristocratie vroeg hij zich af of de vertegenwoordigers wel echt handelen in naam van de algemene
wil. Rousseau had kritiek op stemmen, aangezien burgers dan alleen vrij zijn op de dag van het
stemmen. Volgens Rousseau kan soevereiniteit niet vertegenwoordig worden!
Uitvoerende macht
Wie voert de wetten uit? Er moeten namelijk concrete beslissingen genomen worden: Rousseau gaf
drie opties:
Democratie De soeverein kan de regering opdragen aan het gehele volk of aan de meerderheid
van het volk (meer magistraten dan burgers)
Kan in theorie alleen functioneren wanneer
- kleine staat waar iedereen elkaar kent
- waar eenvoudige zeden en gewoonte heersen om conflicten te voorkomen
- sprake van gelijkheid in sociale status en financiële welstand
- het bestaan van luxe is minimaal of afwezig
kritiek
- In de meest letterlijke betekenis heeft er nooit een democratie bestaan. Het is
zeldzaam dat aan alle voorwaarden tegelijk wordt voldaan
- Absurd en onpraktisch dat het hele volk voortdurend bijeen moet komen maar ook
tegennatuurlijk dat de meerderheid zou heersen over de minderheid
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evavanlieshout1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.