ASSESSMENTTHEORIE
2019-2020
Prof: Johnny Fontaine
0
,Hoofdstuk 1: Algemene introductie
1.1 Introductie op assessment
BEGRIPPEN (alternatieven van assessment)
Volgende termen worden in de praktijk door elkaar gebruikt, maar bevatten wel belangrijke
verschillen.
̶ Psychodiagnostiek: Veel in Nederland gebruikt, vroeger noemde dit vak zo
̶ Diagnose: Dit is een meer medische term (benadering). Ze gaan mensen indelen in klassen
(gebaseerd op een bepaalde diagnose). Dit begrip wordt vooral gebruikt binnen de klinische
psychologie (amper in de bedrijfspsychologie)
̶ niet geschikt om naar vak te verwijzen, vooral in medische context gebruikt, (gaat niet over DSM)
̶ Psychologisch testen: enge term, maakt gebruik ervan, maar hoeft niet noodzakelijk. De minst
algemene termen. Wanneer we deze gebruiken, verwijzen we echt naar testen (intelligentietest,
persoonlijkheidstest,…): op een systematische manier vragen beantwoorden/taken laten
uitvoeren.
̶ Psychologische evaluatie: Is ook een breder begrip qua betekenis, want testen is een manier om
iets te weten te komen van een bepaald persoon maar er zijn ook nog andere manieren. Komt
meer voor in de Franse wereld. assessmenttheorie
̶ Psychometrie: testgedrag te normaliseren, naar een bepaalde testscore
̶ Assessment: wordt het meest gebruikt als term, koepelterm die verwijst naar psychologisch
testen en andere vormen van systematisch testen van mensen. Psychologische testen en
psychometrie hebben een relevantie voor assessment, maar hebben elk een meer specifiek
gebied. Kan verwijzen naar gebruik van psychologische testen maar ook naar het gebruik van
interviews, observaties,psychologische evaluatie
1.2 Diagnostiek in de psychologie
Definitie van het beroep psycholoog volgens de Belgische Psychologencommissie:
“een beroep dat zich richt op
(1) Evaluatie van
(2) Interventie in
(3) Onderzoek naar en ontwikkeling van methoden voor evaluatie van en interventie in en
(4) Disseminatie van informatie over menselijk gedragsmatig en mentaal functioneren op basis van de
wetenschappelijke discipline van de psychologie”
Twee grote componenten: evaluatie en interventie
Assessment nodig om oordelen te vormen → op basis van deze oordelen advies geven, interventies
stellen…
Asessement is een essentiële vaardigheid die psychologen moeten bezitten
1.3 Drie grote praktijkvelden voor assessment
- De klinische psychologie en gezondheidspsychologie
Is er sprake van een psychiatrische stoornis? Wat is de draagkracht/last van een persoon?
vb. Hoe kunnen mensen omgaan met stress? (Sommigen kunnen er beter mee omgaan dan anderen
→ in kaart kunnen brengen)
1
, - Personeels-, beroepskeuze, arbeids- en organisatiepsychologie
Voldoet de kandidaat aan de functie-eisen?
heeft de arbeidsorganisatie een goed ‘sociaal klimaat’?
- Onderwijspsychologie
Is er sprake van een hoge begaafdheid bij kinderen?
vb. Kinderen die niet goed functioneren op school → alle mogelijke verklaringen in kaart brengen en
interpreteren.
➔ wordt gebruikt in alle praktijkvelden
1.4 Enkele gangbare definities
Verschillende definities volgens verschillende personen → werpen licht op andere aspecten.
Onenigheid over de precieze definitie
Diagnose
> , diagnosis = onderscheiding, onderscheidingsvermogen, beslissing
→ twee betekenissen die redelijk goed dekken wat wij als psychologen doen:
1) Onderscheidingsvermogen (onderscheid aanbrengen met het oog op beslissingen nemen)
2) Beslissing (advies, training, therapie, interventie…)
Uitleg: We brengen op een systematische wijze onderscheidingen aan (tussen mensen, organisaties,
teams,..): vb. sommige zijn meer neurotisch en andere minder. We doen dit niet zomaar, we doen dit
omdat we een beslissing willen nemen (we proberen een op een systematische manier een
wetenschappelijk antwoord te geven)→ in de vorm van een advies of om een interventie te starten.
We gaan dus onderscheidingen aanbrengen met het oog op beslissingen.
De Bruyn (1988): een systematisch beslissingsproces waarin verschillende theoretische en empirische
onderzoekslijnen samengebracht worden. We willen iets gaan doen met het beslissingsproces, zeer
gericht onderzoeken en uitvoeren.
Predictieve validiteit is heel belangrijk, maar niet voldoende want we moeten ook weten waar we
mee bezig zijn.
Enerzijds moeten we een theoretisch model ontwikkelen en anderzijds moeten we een model maken
van wat je verwacht en op basis daarvan de instrumenten kiezen.
Niet enkel gewoon een testje afnemen en mechanisch een score berekenen, kan deels wel zo zijn,
maar het is ook betekenis geven aan die scores in een theoretische context
De Zeeuw (1983): individuele verschillen (<-> soms kan het ook gaan over groepen of objecten) tussen
mensen vaststellen om deze kennis toe te passen op het enkele individu, de persoon ten dienste van
zijn of haar belang in persoonlijk en maatschappelijk opzicht. (meestal persoonlijk opzicht)
In persoonlijk of maatschappelijk opzicht: persoon heeft er zelf baat bij, soms heeft de maatschappij
er baat bij.
→ Als iemand een psychopathische aanleg heeft, belangrijk om te weten wat de residive kans is van
een persoon, niet enkel persoonlijk maar ook van maatschappelijk belang!
Algemene psychologische kennis toepassen op het individu is een hele uitdaging!
Wat hiervan is relevant voor deze specifieke persoon?
Van Aarle (1990): op wetenschappelijk verantwoorde wijze verzamelen van informatie omtrent de
persoon en zijn omgeving met het oog op het nemen van beslissingen. Hij trekt het begrip breder
open, niet alleen over persoon en kenmerken die eigen zijn aan die persoon, ook de omgeving moet
in kaart gebracht worden. (in welke context leeft die persoon? Waar komt het probleem vandaan?)
Hoe heeft deze pers deze kenmerken ontwikkeld? = bel in het kader van therapie, interventies…
2