1 : Historische grondslagen van het (straf)recht
Historische Grondslagen van het Strafrecht
1. De oudste sporen van het strafrecht
1.1. Strafrechtsgeschiedenis : bronnen
MATERIËLE SPOREN
Rechtsarcheologie
== aan de hand van het bekijken van materiële sporen uit de geschiedenis het recht proberen te
reconstrueren
--> enkel al door materiële sporen te vergelijken, zie je dat de ideeën van wat recht is en hoe recht in
elkaar zit veranderen
--> gerechtsgebouwen, schandpalen, zwaarden, tortuurinstrumenten…
Rechtsiconografie en rechtsiconologie
== de afbeeldingen van het recht
o Rechtsiconografie
== afbeeldingen interpreteren --> als we iets zien, wat betekent dat?
o Rechtsiconologie
== in welke maatschappelijke context is die afbeelding tot stand gekomen?
--> leerboeken (vb. Joos de Damhouder), gerechtigheidstaferelen…
Joost de Damhouder --> jurist – boek gestolen van Philips Wieland die recht heeft
neergeschreven --> geleerd recht, kanonieke recht omgezet in gewone taal + prentje
(rechtsiconografisch interessant)
1) praktike civile = burgerlijk proces
2) praktike criminele = strafproces
Gerechtigheidstaferelen == kunstwerk gemaakt in opdracht van rechtbank ; werk met boodschap
GESCHREVEN BRONNEN
Belangrijkste bronnen --> meer zekerheid
Historische bronnen versus rechtsbronnen !
--> historische bronnen – geschreven bronnen (kan alles zijn) + niet-geschreven bronnen
o Rechtsbronnen : vele materiële
--> inhoud – elementen die inhoud geven aan het recht (techniek, kerk, klimaat)
o Rechtsbronnen : vijf formele (= vorm – In welke vorm ontstaat het recht?)
Wetgeving
== algemene norm die uitgaat van de wetgever
--> probleem : Het is niet omdat er een wet is, dat die effectief wordt toegepast
Rechtspraak
== uitspraken rechtbanken, oordelen van rechters in concrete geschillen
--> betere historische bron dan wetgeving
--> probleem : verschriftelijking gebeurde geleidelijk aan (van daarvoor weten we weinig)
Rechtsleer
== werken van juristen
--> probleem : de praktijk, standpunt ? niet betrouwbaar, meestal visie van individu
Gewoonterecht : ongeschreven
Algemene rechtsbeginselen : ongeschreven
o Rechtstoepassingen : in vonnissen, contracten e.a. documenten
--> Probleem betrouwbaarheid/representativiteit : the dark number (= alles wat niet geregistreerd
is)(--> vb. aangifte? Vervolging? ‘compositie’/’minnelijke schikking’? Genade/gratie?)
,2 : Historische grondslagen van het (straf)recht
1.2. De alleroudste rechtsteksten
Bakermat West-Europese cultuur
o religie (Jeruzalem)
o ratio (Athene)
o recht (Rome)
Waarom ?
--> Schriftstelsels (kennisopbouw)
In tegenstelling tot indirecte bronnen voor onze streken
--> steden (taakverdeling)
Waar?
--> vruchtbare halve maan
Rechtsteksten in vruchtbare halve maan :
Wanneer ?
--> ongeveer 2000 v. Chr.
Redactie? Begrip? Toepassing ?
--> Gevaar voor herinterpreteren
Belang voor legitimatie van het recht en macht
Legitimatie == iets aanvaard maken
Max Weber --> Hoe slaagt een macht er in iets te legitimeren?
Rationele legitimatie
== we aanvaarden de macht wanneer die redelijk is
Charismatische legitimatie
== het gaat uit van iemand met een bepaalde uitstraling, charisma
Traditionele legitimatie
== we hebben het altijd zo gedaan
--> NIET de rede, geen rechtswetenschap (rationeel) WEL openbaring, gewoonte (charismatisch,
traditioneel)
1.3. Codex Hammoerabi
(voorbeeld van zowel rechtsiconografie en rechtsiconologie)
Wanneer?
--> 18de eeuw v. Chr.
Wat?
--> Stèle in Louvre (Susa-Iran) – steen, zuil – tekst erop in spijkerschrift
Wie?
--> Hammoerabi
Bouwt na militaire veroveringen gecentraliseerd rijk uit; eerste dynastie van Babylon
Inhoud?
--> wereldlijk (geen religieuze regels) – regels over hoe mensen zich verhouden in de maatschappij
Legitimatie?
--> Samas, groot rechter van hemel en aarde, dicteert – charismatische legitimatie
Wetboek? (nog geen wetboek zoals we die vandaag kennen)
--> noch formeel, noch materieel exhaustief (282 artikelen)
--> niet systematisch
--> geen concepten, maar casuïstiek
--> zowel ‘wetten’ ? als gewoonte
, 3 : Historische grondslagen van het (straf)recht
Codex Hammoerabi : enkele citaten
Strafrecht : oog om oog, … (= eerste beperking eigenrichting)(= talio-principe)
--> als een kind zijn vader geslagen heeft, zal men zijn hand afhakken bij de pols
--> als iemand een vrij man een oog uitgestoken heeft, zal men hem ook een oog uitsteken
--> als iemand een been gebroken heeft van een vrij man, zal men hem eveneens een been breken
Standenmaatschappij
--> als een metselaar een huis voor iemand gebouwd heeft, en als hij zijn werk niet verstevigd heeft,
en als het huis instort, en als de eigenaar van het huis daarbij gedood wordt, dan zal de metselaar
worden omgebracht
--> indien het een slaag van de eigenaar van het huis is, die de dood vindt door de instorting, dan zal
de metselaar de eigenaar een gelijkwaardige slaaf bezorgen
1.4. Grondslagen van het recht?
Recht = macht
Goddelijke/religieuze/charismatische legitimatie
Eigenrichting door wraak (eerste beperking ervan)
Waarom straffen we?
--> macht organiseren, staat organiseren
Regels == uitdrukking van de macht
--> ze gebruiken daarvoor legitimatie
2. De vroege middeleeuwen
2.1. Rechtstreekse Romeinse invloed uiterst beperkt
DE OUDSTE JURIDISCHE (GESCHREVEN) BRONNEN IN ONZE REGIO
Oudste bronnen --> 1ste eeuw v. Chr.
--> weinig ‘betrouwbaar’
(weinig achtergelaten – wellicht met te weinig om te beïnvloeden)
--> welke ?
‘rechtsleer’ (door Romeinse ogen : Tacitus, Caesar, …)
== individuele schrijvers die iets beschrijven
‘wetgeving’ (optekening door ‘geromaniseerden/gelatiniseerden’)
== enkele optekeningen van het recht
--> betrouwbaarheid ? opgetekend door mensen van de kerk – dus optekeningen van het recht van
een ander volk (Lex Salica = wet van de Salische Germanen)
Zeer beperkte ‘romanisering’ van onze gebieden
o Hospitalitas == gastvrijheid – we mochten ons Germaans recht behouden, Romeinse recht
werd niet opgelegd