In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van het vak 'MT02: Tekst & Taal'. Dit vak wordt gegeven in jaar twee van MIC, in de specialisatie tekstschrijven. Je krijgt uitleg over interpunctie, ontleden, valkuilen en tekststructuur - verduidelijkt met voorbeelden. Ook zit er een oefentoets...
1 Ontleden............................................................................................................................................. 2
1.1 De persoonsvorm............................................................................................................................. 2
1.2 Het onderwerp.................................................................................................................................. 2
1.3 Het gezegde (werkwoordelijk en naamwoordelijk)............................................................................2
1.4 Het lijdend voorwerp......................................................................................................................... 3
1.5 Het meewerkend voorwerp............................................................................................................... 3
1.6 De bijvoeglijke bepaling.................................................................................................................... 4
1.7 De bijwoordelijke bepaling................................................................................................................ 4
1.8 De hoofdzin, rompzin en bijzin.......................................................................................................... 4
1.9 Mini-toets ontleden........................................................................................................................... 5
2 Interpunctie........................................................................................................................................ 7
2.1 De punt............................................................................................................................................. 7
2.2 De komma........................................................................................................................................ 7
2.3 Beletselteken.................................................................................................................................... 7
2.4 Het vraagteken................................................................................................................................. 7
2.5 Het uitroepteken............................................................................................................................... 7
2.6 De puntkomma................................................................................................................................. 7
2.7 De dubbele punt............................................................................................................................... 7
2.8 De aanhalingstekens........................................................................................................................ 7
2.9 Het aandachtsstreepje...................................................................................................................... 8
6 Spreekwoorden en gezegden......................................................................................................... 16
, 1 Ontleden
1.1 De persoonsvorm
Regel: je kunt op drie manieren de persoonsvorm vinden:
1. Maak de zin vragend, het woord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm;
2. Verander de tijd van de zin, het woord dat mee verandert is de persoonsvorm;
3. Verander het aantal van de zin (meervoud/enkelvoud), het woord dat mee verandert is de
persoonsvorm;
Voorbeeldzin: Wij zaten op school.
Antwoord:
1. Zaten wij op school?
2. Wij zitten op school.
3. Ik zat op school.
1.2 Het onderwerp
Regel: je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: wie/wat + gezegde? Het antwoord op deze
vraag is het onderwerp; dit kan één woord zijn, maar ook meerdere woorden of zelfs een complete zin.
Voorbeeldzin: Ik moet een artikel schrijven.
Antwoord: het gezegde in deze zin is moet schrijven. Je stelt dus de vraag ‘wie of wat moet (een
artikel) schrijven?’ het antwoord is ‘ik’, dus ‘ik’ is het onderwerp.
Voorbeeldzin: Dat oude huis moet gesloopt worden.
Antwoord: wie of wat moet gesloopt worden? Dat oude huis.
Voorbeeldzin: Dat je mij hebt voorgetrokken, heeft nare gevolgen.
Antwoord: wie of wat heeft nare gevolgen? Dat je mij hebt voorgetrokken.
1.3 Het gezegde (werkwoordelijk en naamwoordelijk)
Het gezegde zegt iets over het onderwerp. Het geeft aan wat het onderwerp doet of is. Het gezegde
bestaat uit de persoonsvorm en eventuele aanvullingen.
Bij het gezegde doen zich drie mogelijkheden voor:
1. Persoonsvorm zonder aanvullingen
Voorbeeldzin: Coen koopt een boek.
Antwoord: Koopt is hier de persoonsvorm én het gezegde.
2. Persoonsvorm + één of meer werkwoorden
Voorbeeldzin: We hebben een artikel geschreven.
Antwoord: Hebben is hier de persoonsvorm en hebben geschreven is het gezegde.
3. Persoonsvorm + één of meer (naam)woorden
Voorbeeldzin: Mieke is blij.
Antwoord: Is is persoonsvorm, is blij is gezegde
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Esmeeguusje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.