ARBEIDSRECHT
I. INLEIDING
A. Begrip en grondslagen
Begrip= arbeidsrecht is het recht dat van toepassing is op
arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband
Ruimere optiek:
o geheel van rechtsregels die betrekking hebben op verrichten van
arbeid
o op arbeidsmarkt
o doel: menselijke waardigheid en sociale rechtvaardigheid
bevorderen
= beschermd recht + ordend recht: dwingend recht (soms openbare orde)
Dubbele ongelijkheid: arbeidsrecht is een antwoord op ongelijkheid in
arbeidsverhouding/op arbeidsmarkt
- Feitelijke ongelijkheid: aanname van marktongelijkheid, ongelijkheid in
onderhandelingspositie tussen werknemer en -gever
- Juridische ongelijkheid: werknemer bevindt zich op basis van een vrij
aangegane OK, in een juridisch ondergeschikt verband tov werkgever
DUS functie van arbeidsrecht: vormen van tegengewicht t.a.v. superieure positie
werkgever
Geen eenzijdige functie
- Belangen van werkgever worden ook in rekenschap genomen
- Belang van arbeidsmarkt/bredere maatschappelijk belang
I. ARBEIDSOVEREENKOMST
A. Begrip arbeidsovereenkomst
Wezenselementen:
- Overeenkomst
- Waarbij werknemer zich verbindt, tegen loon
- Onder gezag (ondergeschikt verband)
- Arbeid verrichten
,Overeenkomst
Art 2 AOW Werklieden
Art 3 AOW Bedienden
ArbeidsOK= Slechts betrekking op verhouding tussen WG en WN uit private
sector
- Onderworpen aan regels burgerlijk recht:
o Bindende kracht OK: Art 1134 oud BW – 5.69 BW
o Geldigheidsvoorwaarden: Art 1109 oud BW - 5.27 BW
- Statutaire tewerkstelling (ambtenaren): niet onder arbeidsovereenkomst
mogelijk werknemers tewerkgesteld in door publiekrechtelijke
instellingen zijn over het algemeen niet verbonden door arbeidsOK
- Art 1 AOW: er zijn wel heel wat werknemers in OH context, gewoon
verbonden door arbeidsovereenkomst, indien hun toestand niet statutair
geregeld is
Vrijwilliger= medewerking is niet gericht op het verwerven van inkomen door
arbeid, maar wel in essentie op verrichten van vrijetijdsactiviteit tegen beperkte
vergoeding
- Wet 3 juli 2005 betreffende rechten van vrijwilligers
o Art 10: onbezoldigend karakter belet niet dat er een aantal kosten
(kunnen) worden vergoed
HVC: kan het worden beschouwd als arbeid in de zin van arbeidsOK wet?
“De arbeid, die een werknemer die zich daartoe bij overeenkomst heeft
verbonden, tegen loon en onder gezag van een werkgever verricht, is arbeid
in de zin van de arbeidsovereenkomstenwet EN dit onverschillig of het
overeengekomen loon beperkt is en onverschillig of die arbeid al dan niet
verricht wordt als vrijetijdsbesteding zonder oogmerk inkomen te verwerven”
Arrest 10/03/2014: mensen die meewerken aan tickets controleren aan ingang
van een concert als bijverdienste, er is een VZW van groep vrijwilligers die ticket
controleurs ter beschikking stellen aan Sportpaleis, die vergoeding kregen en
voordelen. RSZ administratie vond dat die werknemers waren, omdat die een
vergoeding en voordelen kregen, wat volgens RSZ administratie een loon is,
stonden onder toezicht, dus eigenlijk onder gezag = ARBEID
Onbelast bijverdienen= mensen die ter vergoeding arbeid verrichten zonder
dat hierop belastingen moeten betaald worden indien zij reeds hoofstatuut
hadden
- Onbelast 6000 euro bijverdienen bij wijze van occasioneel arbeid/arbeid in
vrije tijd
,HVC: vernietiging in arrest 23 april 2020 wegens strijdigheid art 10-11 GW
A. Gezag en aard arbeidsrelatie
Gezag= NOODZAKELIJK! (kan ook uitgeoefend worden door
lasthebber/aangestelde)
- Onderscheid zelfstandige en werknemer
- Geen gezag: (in juridische zin spreekt men van) aanneming geregeld in
art 1787 e.v. BW soms spreekt men van ‘overeenkomst voor
zelfstandige dienstverlening’
Beoordeling
- Feitelijke beoordeling
- Aanwijzingen:
o Aanwezigheid van bevelen en instructies
o Controle werk/organisatie activiteit
o Plaats tewerkstelling
o Werkrooster
o Vergoedingswijze
o Exclusieve tewerkstelling
o Aanwezigheid concurrentiebeding
- Juridische afhankelijk, geen economische!!
- Het is voldoende dat de werkgever de juridische mogelijkheid heeft gezag
uit te oefenen
Autonomie?= je kan perfect gezag verzoenen met grote mate van autonomie
en vrijheid belangrijk is dat er gezag aanwezig is bij organisatie van
onafhankelijke arbeidsprestatie
Schijnzelfstandigen= werkers die willens nillens het sociale statuut der
zelfstandigen aannemen terwijl ze in werkelijkheid hun beroepsactiviteit
uitoefenen onder gezag van medecontractant, en dus in de hoedanigheid van
loontrekkende
KWALIFICATIEVRAAGSTUK
Eerste benadering/strekking: herkwalificatie is mogelijk op grond van
elementen die blijken uit feitelijke uitvoering overeenkomst realiteit uitvoering
dient te primeren op de door de partijen gegeven kwalificatie
Vb. Geval Leekens
, George Leekens (voetbaltrainer in jaren 90 van Club
Brugge, vroeger VZW) Club brugge wou geen
arbeidsovereenkomst met Leekens, wou wel dat hij trainer
werd, dus Leekens moest NV oprichten, waarbij hij
aandeelhouder was, die dan als vennootschap een OK sluit met club Brugge
eigenlijk is meneer Leekens een werknemer van club brugge want er wordt
gezag uitgeoefend (blijkt uit de feiten) dus rechter herkwalificeerd de relatie)
uitspraak door arbeidsrechtbank in Brugge, zijn in beroep gegaan, geen gelijk
gekregen feiten zijn belangrijker dan wat partijen zelf afspreken
Tweede benadering/strekking: minder beoordelingsvrijheid, enkel in geval
van bedrog, dwaling of onverenigbare bedingen wijzigen kwalificatie door de
partijen gegeven primeert indien nauwkeurig benoemd
Nieuwe derde benadering/strekking (sinds cassatie 2002): wanneer de
partijen een benaming hebben gegeven aan hun overeenkomst, kan de
feitenrechter geen andere benaming in de plaats stellen, wanneer het voor de
rechter op grond van de aan zijn oordeel voorgelegde gegevens niet mogelijk is
de door de partijen aan de overeenkomst gegeven benaming uit te sluiten
herkwalificeren als arbeidsovereenkomst als elementen aan oordeel
onderworpen uitstellen dat je een zelfstandige overeenkomst hebt
Arbeidsrelatiewet van 27 december 2006 (programmawet)
- Doel: strijd tegen schijnzelfstandigen
- Duidelijke wettelijke criteria om te bepalen wanneer je onder gezag komt
Krachtlijnen:
1. Principe van wilsautonomie: Art 331 bepaalt dat ze vrij zijn in keuze van
samenwerkingsvorm en dat deze samen met de kwalificatie gelden zijn,
TENZIJ feitelijke uitvoering daar niet mee overeenkomst
2. Wanneer is herkwalificatie mogelijk (art 332):
o hetzij wanneer de uitoefening van de arbeidsrelatie voldoende
elementen naar voor brengt die, beoordeeld overeenkomstig de
bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, onverenigbaar
zijn met de kwalificatie die door de partijen aan de arbeidsrelatie
wordt gegeven
o hetzij wanneer de kwalificatie die door de partijen aan de
arbeidsrelatie wordt gegeven niet overeenstemt met de aard van de
arbeidsrelatie zoals deze wordt vermoed overeenkomstig het bepaalde
in hoofdstuk V/1 en dit vermoeden niet wordt weerlegd
1. Wettelijke criteria:
o Algemene criteria: art 333 §1 en §2 (verplichtingen inherent
beroep) en §3 (niet om te kwalificeren)