Internationale en
Europese criminele
politiek
PRAKTISCH:
- Reader: online op toledo
o Best lezen volgens het tempo van de lessen à no77es aanvullen met
aantekeningen van de teksten
- Moeilijk examen!
- 11 van de 13 lessen = EU à bouwt verder op elkaar
- Wetgeving:
o Boek: Gompel & Svacina: basisteksten interna7onaal en Europees strafrecht
≠ Strafrechtelijk beleid
ð Criminele poli7ek is breder dan strafrechtelijk beleid
o Strafrechtelijk beleid = strafuitvoering, vervolging, opsporing
Waarom interna7onale/ Europese criminele poli7ek
ð Er zijn nog weinig problemen die we enkel na7onaal kunnen oplossen
ð Vb. vluchtelingencrisis, drugsproblema7ek
è Nood aan interna7onale samenwerking
DEEL I. EUROPESE INTEGRATIE BUITEN DE EUROPESE
UNIE
(Makkelijk met elkaar vergelijken à examen)
I.1. De Raad van Europa
(Tekst 1)
I.1.1. De historische achtergronden en ontwikkeling
- Einde WO2:
o Angst voor mogelijk een WO3 à maar dit zou dan de laatste zijn
(atoomwapens ect.)
- Churchill: premier UK
o Hield na zijn Premierschap toespraken aan universiteiten
o Zurich 1946: plei^e voor de oprich7ng van “a kind of united states of Europe”
1
, § Samenwerking, gemeenschappelijke belangen nastreven, geen oorlog
met elkaar gaan voeren
- Oprich7ng: 2 stappen
o (1) April 1948: Oprich7ng organisa7e voor Europese economische
samenwerking
§ Verdrag tusssen een aantal staten waarbij men zo een organisa7e
opricht
§ Context: heropbouw van Europa à Amerikanen hebben hier veel in
geïnvesteerd (Marshall-plan)
§ Bestaat niet meer vandaag onder deze naam à opvolger is OESO
o (2) Mei 1948: Congres in Den Haag (niet gouvernementeel)
§ Om na te denken over de toekomst van Europa
§ Resolu7es aangenomen over Europese integra7e à steunen op 2
kwes7es
• (1) Er moeten een aantal sectoren uit de economie en industrie
gezamenlijk worden uitgebaad
o Vb. sectoren die misbruikt kunnen worden om oorlog te
voeren (staalnijverij, steenkoolindustrie)
o Dit moet tussen verschillende staten in gezamenlijk
beheer gebeuren à zo kan 1 staat niet volledig aan de
haal gaan en misbruik plegen
• (2) Er moet in Europa een organisa7e komen die de democra7e
en mensenrechten bewaakt
è 1949: Statuut Raad van Europa ondertekend
o = oprich7ng Raad van Europa
o Leden: 10 staten waaronder België (Frankrijk, Italië, Nederland, UK)
§ DL is toegetreden in 1950 (was nog te gevoelig in het begin)
o Ves7ging in Straatsburg
o 47 leden op een bepaald moment à momenteel 46
§ Rusland is uit de raad gegaan (context: oorlog Oekraïne)
§ Alle lidstaten van de EU zi^en ook in de Raad van Europa
- Regels om toe te treden tot de raad van Europa (2)
o (1) Je moet als overheid de rule of law erkennen (= rechtsstaat gedachte)
§ Ook de overheid is gebonden door het recht dat ze zelf maakt (vb.
onalankelijke rechters ect.)
o (2) Mensenrechten erkennen en het genot hiervan toekennen aan iedereen op
uw grondgebied
§ ≠ alleen de mensen met uw na7onaliteit à iedereen op uw
grondgebied
§ Geen categorieën van mensen maken (Nazi-DL)
I.1.2. Het actieterrein
Waar is de Raad van Europa mee bezig, waar mag die zich mee bezig houden?
2
, - Art. 1 statuut: raad mag zich bezig houden met alle onderwerpen van Europees
belang (poli7ek, sociaal, economisch, cultureel, veiligheidsproblemen) maar NIET
na7onale defensie (het leger)
o Geen mogelijkheid hier voor een Europees leger (niet via de raad van europa)
à tenzij wijzging van statuut maar dit met 46 te doen is onwaarschijnlijk
- Doel: zorgen voor vooruitgang (economisch, cultureel) een meer welvarend Europa
door met elkaar samen te zi^en, samen te werken, gezamenlijk problemen proberen
oplossen
I.1.3. De institutionele structuur
Onderscheid: intergouvernementeel – suprana7onaal
- Intergouvernementeel:
o Inter = tussen
o Gouvernementeel = overheid/ regering
o = tussen regeringen (van elke regering een afgevaardigde die samen aan tafel
komen)
§ Regeringen komen samen en proberen afspraken te maken à wanneer
hebben we een deal à als iedereen akkoord is
§ Elke regering behoudt zijn bevoegdheden
o Makkelijkste organisa7es maar in de prak7jk de minst daadkrach7ge
o Qua structuur doorgaan eenvoudig
- Suprana7onaal:
o Supra = hoger
o Na7onaal
o =Staten die met elkaar afspraken (in een verdrag) dat ze een organisa7e
oprichten en ze staan aan die organisa7e vrijwillig bevoegdheden af (die heb je
als staat niet meer zelf)
§ Organisa7e voert boven de na7es hun hoofd bindend beleid
o = veel verregaandere vorm dan intergouvernementeel (vb. EU voert controle
uit op de na7onale begro7ngen)
o Que structuur complex
Raad van Europa:
- Intergouvernementele organisa7e
o Logisch in het licht van de historiek (we zi^en net na WO2)
o Willen alleen afspraken maken als iedereen akkoord is
- Structuur:
o Macht ligt bij de regeringen van de landen
o (1) Comité van ministers (art. 13-21)
§ In principe de ministers van Buitenlandse Zaken (komen 1-2 X per jaar
fysiek samen)
§ Maken het beleid voor de raad van Europa (welke zaken gaan we
behandelen, begro7ng, bewaken dat de arresten van Europees hof van
de rechten van de mens worden uitgevoerd)
3
, § Raad van Europa beslist bij unanimiteit à wil zeggen dat landen ook
een vetorecht hebben à er kunnen geen bindende beslissingen
worden genomen als er 1 staat niet akkoord is
§ Comité kan beslissen bij 2/3de van stemmen à vedrag is goedgekeurd
maar zal niet werken in de prak7jk
• Dit verdrag moet laten worden gera7ficeerd in elke staat à de
1/3de staten die niet akkoord zijn, zijn niet verplicht om dit te
ra7ficeren
• Maar de ene staat kan door zijn ‘vetorecht’ de andere staten
niet tegenhouden om wel volgens de regels van dit verdrag te
werken
§ Steering comi^ees (sturende comitées)
• European comi^ees on crime problems
o Experten zi^en hier samen (juristen, criminologen,
penologen) en die buigen zich over verschillende zaken
o Praten met elkaar, organiseren conferen7es/
studiedagen, wisselen ervaringen uit over beleid (vb.
overbevolking in gevangenissen)
o (2) Parlementaire vergadering (306 vertegenwoordigers – 46 lidstaten)
§ Er is een vorm van parlement maar stelt in werkelijkheid weinig voor
• Wat doet een parlement (1) we^en maken en (2) regering
controleren
• Parlementaire vergadering maakt geen we^en à kunnen ook
geen regering controleren (er is geen regering op de raad van
Europa)
§ Kunnen adviezen geven aan de raad van ministers
• Soms echt interessante deba^en in deze parlementaire
vergaderingen (vooral over mensenrechten vb. facial
recogni7on, big data, fake news)
o (3) Secretariaat generaal
§ Communica7ekanaal, opvolgen van beslissingen
I.1.4. De juridische instrumenten
Wat produceren de organen van de raad van Europa (comité van ministers)?
- Het enige bindende juridische instrument dat door een intergourvernementele
organisa7e kan worden gecreëerd = een verdrag (noemen ze soms een conven7e,
charter maar is juridisch een verdrag)
o Verdrag kan in de na7onale rechtsorde maar bindende gevolgen hebben na
een ra7fica7e volgens regels van na7onaal recht
o Verdrag kan pas in werking treden nadat elk land het verdrag heev
gera7ficeerd
§ Kan in het verdrag worden aangepast (geldt al na een X aantal landen
dit hebben gedaan, dan geldt het verdrag al tussen die landen)
o Als een land dit niet ra7ficeerd, treedt het voor dit land ook nooit in werking
- Kunnen ook niet-bindende juridische instrumenten creeëren (sov-law)
o Vorm van recht maar deze is niet bindend (vb. aanbevelingen, adviezen)
4