Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Biomedische wetenschappen S5 €30,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Biomedische wetenschappen S5

 5 vues  0 fois vendu

Deze samenvatting, bevat alle informatie uit de checklist, die te kennen is voor het examen. Alsook bevat het alle hoofdstukken die te kennen zijn.

Aperçu 10 sur 72  pages

  • 24 décembre 2023
  • 72
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
kellyleong
Biomedische wetenschappen S5
1 Bouw van het lymfestelsel

 Lymfevaten
Periferie  venen

 Vloeistof
Lymfevocht ~ plasma maar
zonder EW

 Lymfocyten
Cellen gespecialiseerd i/d verdediging v/h lichaam

 Mucosa geassocieerd lymfoïd
weefsel en tonsillen (MALT)
Verzameling van los bindweefsel en
lymfocyten in lymfefollikels

 Lymfoïde organen
Complexere structuren die
lymfocyten bevatten, verbonden met
lymfevaten


Examen: geef de anatomie & functie v/d verschillende onderdelen v/h lymfestelsel

1.1 Functies: algemeen (kunnen uitleggen)
1. Productie, onderhoud en verspreiding van lymfocyten
 Productie in rode beenmerg (opslag: milt, thymus)
 Vallen binnendringende organismen, abnormale cellen en vreemde EW aan
 Maken deze onschadelijk
2. Behoud van bloedvolume
 Lymfestelsel brengt weefselvocht terug naar BB (! 3,6 liter per dag !))
 Verzekert constante samenstelling van interstitiële vloeistof

3. Transport vanuit weefsels naar BB
 Stoffen zoals hormonen, VS, afvalstoffen die geproduceerd worden door weefsels,
maar niet direct in BB terechtkomen




1

, 1.2 Lymfevaten

 Beginnen “blind” als lymfecapillairen i/d weefsels
 1-lagig endotheel met mini-kleppen
 Drainage overtollig weefselvocht & EW
 Wand ≈ venen, maar dunner & meer kleppen,
omdat de druk in vaten enorm laag is

FUNCTIE:
 Na filtratie t.h.v. lymfeknopen,
lymfe vervoeren naar venen



1.2.1 Lymfevaten: lymfecapillairen




1.2.2 Lymfevaten: ducti lymfatici
Ductus thoracicus (borstbuis)
 Transporteert lymfe vanuit hele lichaam behalve rechtsboven
 Mondt uit i/d linker ondersleutelbeenader

Ductus lymfaticus dexter (rechter lymfebuis)

 Mondt uit i/d rechter ondersleutelbeenader
 Verzamelt lymfe uit rechterboven lichaamshelft


1.3 Lymfevocht: lymfoedeem
 Wanneer afvoer van lymfe verstoord is
 opzwellen getroffen deel




2

, 1.4 Cellen in het lymfatisch systeem
1.4.1 Soorten lymfocyten (3)
T-cellen (80%)  afkomstig v/d thymus
SOORTEN
 Cytotoxische T-cellen
 Leveren cellulaire immuniteit
 Vallen vreemde en door virus geïnfecteerde cellen aan
 Regulerende T-cellen
 T-helpercellen
 T-suppressorcellen
 Geheugen T-cellen
 Zorgen voor immunologisch geheugen
B-cellen (10-15%)  afkomstig uit het beenmerg
 Kunnen plasmacellen worden
 Specifiek v/e bepaald antigeen
 Produceren antilichamen die zich aan dat antigeen binden
 Antilichamen zijn immunoglobulinen
 Geheugen B-cellen
 Verantwoordelijk voor humorale immuniteit
NK-cellen (10-5%)  Natural killer
 Voeren immunologische surveillance uit
 Vallen cellen aan
 Vreemde cellen
 Door virussen geïnfecteerde cellen
 Kankercellen
Klein deel in BB, grootste deel in lymfoïde organen

Examen: Geef de verschillende cellen + functie




3

,1.4.2 Herkomst v/d lymfocyten (= cellen v/h lymfestelsel)




 Starten allemaal i/h rode beenmerg!
o Hierin zitten hemocytoblasten
 Deze differentieert hier in o.a. een lymfoïde stamcel
 = voorloper van alle soorten lymofocyten
 Afh. van soort lymfoïde stamcel je gaat maken, gaat het een andere
weg opgaan
 1. Lymfoïde stamcellen migreren naar thymus
 Komt in thymus aan en differentieert in o.a. t-cellen o.i.v. van de
thymosinen (thymushormonen)  vorming t-cellen
 2. Lymfoïde stamcellen differentieert tot
 Vorming B-cellen of NK-cellen

1.5 MALT (Mucosa-geAssocieerd Lymfoïd weefsel en Tonsillen)
 Ongekapseld lymfoïd weefsel in
o Mucosa MD-kanaal
o Slijmvliezen luchtwegen
o Slijmvliezen urogenitaalstelsel
o Tonsillen

1.5.1 MALT: tonsillen – ring van Waldeyer
Bestaan uit los bindweefsel dat dicht opeengepakte lymfocyten bevat
FUNCTIE
 Controleren & filteren de lymfe
 Verwijderen antigenen
 Starten immuunreactie
 Amandelen (tonsillen) zijn lymfefollikels i/d wanden v/d
keelholte
 Vormen een “krans”  ring van Waldeyer




4

,1.5.2 MALT: Platen van Peyer
 Groepen lymfefollikels onder epitheelbekleding van darmen, vnl. t.h.v. appendix




1.6 Lymfoïde organen
 Belangrijke lymfoïde organen:
Perifeer: Differentiatie van actieve T- en B-
 Lymfeknopen/lymfeklieren lymfocyten met productie van
 Milt actieve moleculen tot gevolg

Centraal: Antigeenonafhankelijke proliferatie van lymfoïde
 Thymus stamcellen en differentiatie tot actieve T- en B-
 Beenmerg lymfocyten

 Liggen op plaatsen die vatbaar zijn voor pathogenen



1.6.1 Lymfoïde organen: lymfeknopen
= lymfeklieren, weiknopen
 Boonvormig
 Regionaal
 Strategisch gelegen:
o Hals, oksels, lies
o Mediastinum
o Langs de aorta

 Functie:
o Controleren & filteren de lymfe
o Verwijderen AG
o Starten de immuunreactie




5

,1.6.2 Lymfoïde organen: bouw van een
lymfeknoop
 Let vooral op de verschillen
met het MALT:
o Geen kapsel bij MALT,
wel bij lymfeknoop
o Los weefsel bij MALT,
goed georganiseerd bij
de lymfeknoop




1.6.3 Lymfoïde organen: thymus
 Ligt achter het borstbeen, op hartzakje
 Hier delen en rijpen van de T-cellen
 Krimpt na de puberteit
 Produceren thymosinen
o Hormonen die de ontwikkeling van T-cellen reguleert
(deling – rijping)



1.6.4 Lymfoïde organen: milt
 Grootste lymfoïd orgaan
 Bloed georiënteerd

Bestaat uit 2 delen:
Witte pulpa ~ immuunstelsel Rode pulpa ~ bloed
 Verwijdert antigenen  Recycleert
 Start immuunreactie beschadigde of te
oude RBC
 Slaat Fe uit
gerecycleerde RBC op




6

,2 Inleiding tot lymfestelsel & immuniteit (fysiologie lymfestelsel)
2.1 Plaats van het verweer




Besmetting Ontsteking Infectie
= Overbrengen van = Reactie v/h lichaam op = Lichaam binnendringen
ziektekiemen op weefsel of infectie (calor, rubor, dolor, vermenigvuldigingschad
voorwerp tumor) e  ziekteverschijnselen
 Als je geïnfecteerd bent, wordt je niet altijd ziek = Afh. van opgebouwde immuniteit.
 Virulentie: Maat voor de hoeveelheid schade die een micro-organisme zijn gastheer toedient
 Aanvalskracht: vermogen v/e MO om ziekte te veroorzaken.

2.2 Het lymfestelsel in de verdediging van het lichaam
 Aangeboren afweer
o Beschermt tegen bedreigingen




2.2.1 Barrières

7

,  Neus (niezen)  Voorhoofd (wenkbrauwen)
 Huid (pH, zweet)  Ogen (wimpers,tranen)
 Vagina (pH)  Longen (hoesten)
 Urether (spoeling)  GI-TRACT (lysozyme in speeksel)




2.3 Soorten fagocyten




2.3.1 Microfagen

Neutrofielen  1ste lijnsfagocyten bij infectie: beenmerg gestimuleerd om veel neutrofielen te
maken  gaan naar infectieplaats & MO  dan † (neutrofielen gaan dood)
 Fagocyteren celresten en bacteriën  pusvorming bij etterende wonde
 Levensduur: +/- 48u
 Eosinofielen  fagocyteren parasieten, komen niet vaak in actie!
o ook sterk gestegen bij allergische reacties

2.3.2 Macrofagen (belangrijkste cellen)
 Monocyten in bloed  +/- 24u
o Differentiëren tot verschillende soorten, als de monocyten naar weefsels trekken
(RES)
o Bij infectie: migreren naar infectieplaats (= diapedese)
o Worden aangetrokken en afgestoten door chemische stoffen (= chemotaxis)
o Fagocyteren MO (alles opeten)
 Namen monocyten-afgeleiden = afh. v/h weefsel waarin ze zitten
Lever Kupffer cellen
Longen Alveolaire macrofagen
CNS Microglia
Bot Osteoclasten




2.4 Fagocytose
= verwijderen celresten & ziekteverwekkers
START: aanwezigheid microbe of iets anders
1. Aanhechting microbe aan fagocyt

8

, 2. Opname i/d cel
3. Vorming v/e fagosoom  versmelting lysosoom en fagosoom
4. Vorming fagolysosoom
5. Digestie v/d opgenomen microben door enzymen
6. Vorming restpartikels met onverteerbaar materiaal
7. Vrijstelling van afval




3 Immunologische surveillantie
= continue bewaking van gezonde weefsels, sporen afwijkende cellen op & doden deze.

NK-cellen: Zoeken + doden abnormale (kanker)cellen + door virus geïnfecteerde cellen
o Indien deze er zijn, worden deze geneutraliseerd:

A: reactie NK-cel op lichaamseigen B: reactie NK-cel op lichaamsvreemde
cellen cellen (afwijkende cellen)




 MHC 1- eiwit = ALTIJD aanwezig  NK cellen herkennen deze
op lichaamseigen cel = blauw cellen, door aanwezigheid van
 Rode uitstulping (paars) = antigenen.
mogelijks vreemd EW  Geven EW af = perforinen 
 Doelcel maakt contact met NK- doden afwijkende cel, door
cel  vreemde EW maakt grote poriën te maken i/h
contact met activerende plasmamembraan.
receptor in NK-cel  Vertragen verspreiding v/e
 Tegelijkertijd bindt MHC 1 op de bacteriële of virale infectie.
inhiberende receptor
 NK cel laat lichaamseigencellen
met rust

Indien: lichaamseigencel dood  MHC
1 cel gaat eraf  wel reactie
* activerende receptor
* inhiberende receptor


3.1 Beschermingseiwitten: interferon
= heel specifieke cytokines v/h IS bij virale infectie.

9

, Geïnfecteerde cel secreteert glycoproteïnen.
 Binden op receptoren van naburige cellen + geven het signaal ‘‘voorbereid zijn op de
komst van viruspartikels’’

FUNCTIE
 Vertragen virusverspreiding
 Versterken macrofagenactiviteit en NK cellen

Cytokine Interferon
= chemische signaalmolecule = heel specifiek cytokine v/h IS bij virale infectie
afgescheiden door weefselcellen  Beïnvloeding celactiviteit en weefsels i/h hele
 Lokaal lichaam
 Kortlevend  Rol bij specifieke verdedigingsmechanismen
Alle cytokines zijn interferonen, niet alle interferonen zijn cytokines

3.2 Antivirale werking interferonen




Gastcel 1: maakt interferon en is
gedood door virus.



Gastcel 2: beschermt tegen virus,
door interferon van gastcel 1




Examen: deze stappen in de juiste volgorde kunnen zetten

3.3 Complementsysteem
= Complex systeem van EW
• Starten een kettingreactie (positieve terugkoppeling)
• Vernietigen de doelcelmembraan (door poriën erin te maken)
• Stimuleren ontstekingsreactie + trekken fagocyten aan




10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kellyleong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €30,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€30,49
  • (0)
  Ajouter