PERFUSIE
OBSERVATIE VAN DE CIRCULATIE
Onderscheid perifere en centrale circulatie:
Perifeer= gelegen oppervlakkig aan de ledematen
- perifere circulati observeren: capillaire refill/vullingstijd
Voelen van huidtemperatuur
Kleur periferie
Opvolgen van plethysmografie
- centrale circulatie observeren: voelen pols
Hartritmebewaking
RR-meting
Vochtbalans opnemen
PERIFERE VULLINGSTIJD OF CAPILLAIRE REFILL
= snelheid waarmee leeggedrukte capillairen zich opnieuw met bloed vullen
-> 0,5-1 sec
-> thv nagelbed, sternum (bij kinderen)
Verlengde capillaire refill: vb 4 sec (kan door inwendige bloeding)
HUIDTEMPERATUUR
Huidtemperatuur daalt wanneer perifere circulatie slechter wordt
Daling van temperatuur wordt groter wanneer we meer distaal gaan voelen
KLEUR VAN DE PERIFERIE
Perifere kleur: lichtroze
Hoe slechter de circulatie, hoe meer kleurverandering (blauwpaars)
Merkbaar aan voeten, handen en oren
Cyanose: bij >5 gr onverzadigde HB per 100 ml in capilaire circulatie
PLETHYSMOGRAFIE (= DE CURVE BIJ HET METEN VAN SATURATIE)
= info over vulvolume en zuurstofsaturatie
Zuurstofsaturatie: verbinding tussen zuurstofmoleculen en hemoglobine
Aandachtspunten: - stilhouden
- geen nagellak
- invloed door vasoconstructie
, - invloed van hypothermie, medicaties
- niet aan kant RR-manchet
VOELEN VAN DE POLS:
- frequentie, regelmaat, polsvulling
- thv elke slagagder, vooral: a. radialis, a. femoralis, a. carotis
HARTRITMEBEWAKING:
- normaal sinusritme:
P: samentrekking van de atria
QRS: samentrekking van de ventrikels
T: rustfase
- hartritmestoornissen kunnen grote invloed hebben op de circulatie met wijziging in
hartfrequentie, slagvolume, RR, hartdebiet..
BLOEDDRUKMETING
- regulatie van de circulatie en compensatiemechanismen bij gestoorde circulatie
VOCHT- EN ELEKTROLYTENBALANS
- compartimenten gescheiden door semipermeabele wand
- 3 transportmechanismen: diffusie, osmose, filtratie
- osmolaliteit plasma= 285mmol/l
, - Natrium, glucose, ureum: kristalloïde osmolariteit
- plasmaeiwitten: colloïdale osmolariteit
Vb: zak glucose
Hoe meer glucose, hoe hogere concentratie, hoe hogere osmolariteit
Vpk taak ivm vochtbalans:
- klinische observatie en anamnese
- opname van de IN-OUT balans
- CVD-meting
- bloedafname elektrolytenbepaling/HB & Ht/zuur-base
, - Constant houden vochtbalans gebeurt door evenwicht tussen opname en afgifte van
vocht
- Nieren, longen, huid en gastro-intestinaal stelsel
- Elektrolytenbalans moet ook in evenwicht zijn
- Elektrolyten zijn stoffen die in een waterige oplossing in ionen kunnen splitsen.
- Belang voor osmolaliteit en zuur-base evenwicht (direct verband met nieren en
longen)
- klinische observatie gebeurt door het herkennen van :
Dehydratatie= uitdroging door vocht en elektrolytenverlies dat niet
gecompenseerd wordt
Hyperhydratatie: overvulling door overdreven vocht, gedaalde uitscheiding
- anamnese: voorgeschiedenis ivm pathologieën als nierfalen, hartfalen..
- opname IN-OUT balans:
IN: per os, enteraal, parenteraal, rectaal
OUT: urine, faeces, braken, transpiratie, AH, sputum, bloedverlies, wondvocht,
drainagevocht, punctievocht
- loopt over 24u, stiptheid begin- en einduur
- nauwkeurig noteren
- goede samenwerking en uniform werken
INTRAVENEUZE PERFUSIETHERAPIE
Perfusie= het toedienen van bepaalde hoeveelheden vocht langs parenterale weg
DOEL
- volumeafwijkingen voorkomen en/of herstellen
- inwerken op de samenstelling van het lichaamsvocht
Het vocht bevat al of niet Oligo-elementen (Ca, F, Mg, Cu, Cr, I, Fe, Mn, Mb, Se, Zn),
elektrolyten (Na, K ,Cl ,Ca ,Mg ,Fe), voedingsstoffen (Lipiden, proteïnen, koolhydraten,
vitaminen, oligo-elementen), geneesmiddelen.
WETGEVING
PATIËNTENVEILIGHEID
- hygiëne en steriliteit correct toepassen
- correcte identificatie
- gebruiksklaren medicaties en perfusies aanwenden
- degelijke vpk kennis en kunde
- dubbel check
- nauwkeurig en helder labelen
- uniformiteit nastreven