KREDIETEN EN ONDERNEMINGEN
Inleiding
Credere
= geloven of vertrouwen
- In bedrijfsleven algemeen
- In een individueel bedrijf
- Rente is vrij hoog maar toch veel krediet getrokken doorheen de jaren
1.1 Waar kan ik krediet vinden?
Eigen vermogen
- Aandeelhouders: inbreng kapitaal, reservering winsten …
- Externen: eigen netwerk (Family Friends Fools Fans), private investeerders
(durfkapitaal, BAN (=Business Angels Network), PMV (=Participatiemaatschappij
Vlaanderen) …)
Vreemd vermogen
- Bancair: KT/ LT
- Alternatieven: leasing, factoring, overheid, crowdfunding, ….
Kasmiddelen optimaliseren (KT)
- Voorraad beter laten roteren
- Klanten sneller laten betalen
- Leverancierskrediet
Desinvesteren (LT)
1.2 Kredietnegotiatie
De bank overtuigen? Hoe?
- Goed voorbereid en transparant dossier
- Open communicatie (pos/neg elementen)
- Goede vertrouwensrelatie en open dialoog
Belangen van beide partijen niet altijd gelijklopend (onderhandelingsruimte)
Bij bedrijven waar veel moeite in wordt gestoken die echt hun best doen (jaarlijks
uitkeren, ...) wordt minder snel een borgstemming bij gevraagd dan startende
bedrijven. Toch wordt nog bij veel bedrijven een borg gevraagd.
Onderneming Bank
Algemeen - Minimale grip op - Maximale grip op
onderneming door de bank onderneming door de bank
- Wenst zo weinig mogelijk - Wenst zo veel mogelijk info
info prijs te geven om risico in te schatten
Condities - Zo scherp mogelijk - Zo goed mogelijke condities
in functie van
1
, Dienstverlening - Afname van producten en - Cross-selling
diensten in functie van
behoefte tegen minimale
kosten
Zekerheden - Minimaal - Goede indekking van het
risico
1.3 Kredietdossier opmaken
= informatie verzamelen om cliënt zo goed mogelijk te leren kennen
= juist advies voor juiste financiering en juiste indekking van mogelijke risico’s
Extern
- Jaarrekening (balans, KR toelichting
Terug te vinden in balanscentrale NBB of kredietcentrale
Klant/ kredietnemer
- Kwantitatief
Jaarrekening (omzet, info rubrieken, ...)
Statuten
- Kwalitatief
Sector
Familiale situatie
Houding bank t.a.v. risico
- Veel risico
Veel zaken
Na verloop van tijd ...veel afschrijvingen
- Geen risico
Weinig zaken
Weinig afschrijvingen … weinig winst
- Verantwoord risico
Verantwoorde afschrijvingen
Voldoende winst
Kredietdossier met alle informatie
Beslissing
Door wie?
- In functie van aard krediet, bedrag, groepsverbintenissen, sector…
- 4-ogenprincipe: kredietanalist + kredietbeslisser
Hoe?
- Subjectief/ objectief
- In functie van aard krediet, type kredietnemer, situatie onderneming, …
Op basis van rating, type kredietnemer, aard en doel van het krediet, kredietpolitiek
Risicospreiding (landen, sectoren …)
Rendabiliteit (in functie van risicoprofiel, “collateraal”, afschrijving% in slechte dossiers …)
Krediet = herbelegging deposito’s ‘beheren als een goed huisvader’ Gezond verstand!!!!!
2
,1.4 Gedragscode tussen banken en KMO’s (gedragscode)
Volgende principes staan centraal:
- Opbouwen wederzijds vertrouwen en open dialoog
- Transparantie (> LT-relatie is belangrijk) dus alle informatie in begrijpelijke taal aan de
onderneming meedelen, zowel mbt kredietbeslissing en kredietrelatie als tot
kredietproces.
- Open dialoog
- Vertrouwelijkheid
- Geen discriminatie wat etnische oorsprong, geslacht, religie of nationaliteit betreft
- Antwoordtijd: vertragingen vermijden
- Steunmaatregelingen bekend maken aan hun klanten
Gevolgen:
- Informatiedocument op moment van kredietaanvraag en bij kredietaanbod
(kredietcontract)
- Minimale informatie van onderneming om TBC te bepalen
- Afspraken voor wederbeleggingsvergoeding bij vervroegde terugbetaling
- Informatie bij weigering van krediet (mondeling/ schriftelijk) en bij weigering van
vrijgave zekerheden
- Informatie over mogelijke tussenkomst overheid (financiering en garanties)
2. Kredietpolitiek
Verschillend van bank tot bank maar gebaseerd op
- Macro-economische toestand
- Bazel-akkoorden
- Toezicht FSMA en kredietrisicobeheer (niet enkel kredietrisico’s maar ook andere
risico’s)
- Marktaandeel en concurrentie: eerder oligopolistische markt
- Eigen structuur (actief vs. passief) en rendabiliteit (Retail bank ≠ zakenbank)
- Interne gestandaardiseerde beslissingsmodellen beslissingen meer gebaseerd op
objectieve gegevens (ratio’s, TBC, netto actief …) > Voortdurende evaluatie en
bijsturing
- Integratie met andere diensten: cross-selling
2.1 Kredietrisicobeheer
Verschillende risico’s met elkaar verbonden: krediet-, markt-, liquiditeits-, technische,
operationele en strategische risico’s
- Benadering vanuit groepsperspectief van een financiële instelling
- Controle door FSMA
Kredietrisico
= potentieel verlies t.o.v. de verwachte waarde van een financieel instrument bij
insolvabiliteit debiteur (kredietnemer lening – emittent schuldinstrument –
garantieverstrekker – herverzekeraar)
3
, Op transsectioneel niveau (voor kredieten aan ondernemingen)
- Procedures en systemen om risico te meten VOOR en NA de acceptatie
(“trackrecord”)
- Beslissingsechelon op basis van risicogroep (totaal), risicoklasse (rating) en aard
tegenpartij (onderneming vs particulier)
- Introductie dossier door commerciële medewerker vult dossier in en beslist/geeft
advies kredietanalist kredietcomité beslist
- Kredietbewaking: rating (PD, LGD, …) + regelmatige herziening
4