INLEIDING
Citaat:
“Elke samenleving ziet zich gedwongen de daarin bestaande ongelijkheid te rechtvaardigen:
er dienen redenen voor te worden gevonden, want zo niet, dan dreigt het politieke en sociale
bouwwerk in te storten. Zo brengt elk tijdperk een aantal met elkaar tegenstrijdige discours
en ideologieën voort met het doel de bestaande of gewenste ongelijkheid te legitimeren, en
om de economische, politieke en sociale regels te beschrijven die nodig zijn om het geheel
te structureren” (Piketty)
Wat?: doorheen de tijd: verschillende discoursen ontwikkeld om
de organisatie van het politiek-maatschappelijk, economisch en Thomas Piketty:
cultureel leven te legitimeren - Wereldberoemde econoom
- Boek: kapitaal en ideologie
Opmerkelijk: emancipatie is moeilijk om concreet te definiëren
Algemeen: gaat over betrachting om een volwaardige plaats in de
samenleving te krijgen -> kan men niet ontkennen
o MAAR: wat houdt dit concreet in?
Optimismekloof = het idee dat alles goed gaat met het individu, maar niet met de toekomst
Uitleg van Hans Rosling: de mens beschikt over een drama-instinct om een overdramatisch wereldbeeld te
geven
Ondanks de optimismekloof kunnen we wel zeggen dat het nu beter leven is dan 2 eeuwen geleden
De ongelijkheid in de geïndustrialiseerde en ontwikkelde landen:
De ongelijkheid is nog steeds groot tussen de landen, maar ook
binnen de landen -> duidelijke klassenongelijkheid
Vb: ongelijke verdeling van geld: 1% van de rijksten omvatten de helft
van de rijkdom van de wereld
Vb: er is een grote verscheidenheid in de wereld omtrent de
zekerheid van voedsel
o Deze ongelijkheid verhelpen of in stand houden?
o Kijken naar politiek
o Visie afhakenlijk van ideologie
Strijd omtrent emancipatie is een machtsconflict
met een strijd tussen ideologieën
,Ideologie: “Die keuzen zijn bovenal een weerspiegeling van de
Louis Destutt de Tracy: gaf zijn eerste visie van opvattingen die een samenleving erop nahoudt omtrent
ideologie weer -> “om het menselijke handelen en sociale rechtvaardigheid en wat een rechtvaardige
denken in rationele wetten te vatten zodat de hele economie inhoudt, en van de politiek-ideologische
maatschappij verklaard zou kunnen worden” krachtsverhoudingen tussen de verschillende groepen en het
discours waarvan deze groepen zich bedienen” (Piketty)
= een geheel van ideeën en opvattingen dat aan de
sociaal-politieke verhouding vorm wenst te geven
- ‘een geheel van’ -> gaat dus niet over één stelling, maar over meerdere om een ideologie te vormen
- Omvat positieve en negatieve opvattingen
- Opvattingen kunnen zowel descriptief als normatief zijn
- Kunnen verschillende centrale concepten hebben Er is sprake van competitie of
- Kunnen verschillende interpretaties van dezelfde concepten hebben concurrentie tussen de ideologieën
o Vb: vrijheid betekent voor Marx iets anders van voor Pareto
o Vb: vrijheid voor de liberale grondlegger, John Maynard Keynes, verschilt van die van Hayek
(neoliberalist)
De strijd van de ideologieën
begrijpen is moeilijk,
Doctrine = een gecodificeerd want
geheel va vaak
opvattingen
worden verhoudingen
dat de sociaal-politieke we zelf beïnvloed
wil door
vormgeven en wordt afgekondigd door of
onze eigen ideologieën eende
context
officieel orgaan of instelling
Ideologische strijd en politiek-
maatschappelijke actie:
1) Dynamisch -> moest er geen dynamiek zijn, dan is de ideologie een doctrine
2) Ideologie en wetenschap: ze overlappen elkaar deels
o Vb: zo kan een ideologie ervoor zorgen dat men niet meer gebruik maakt van canonieke teksten,
maar van onderzoeken naar de samenleving
o Opmerkelijk: we kunnen geen grens trekken tussen wetenschap en ideologie
Citaat van Freeden:
Marx zijn visie op ideologieën: Ideologieën zijn “those systems of political thinking,
Doel van wetenschap is het begrijpen van de werkelijkheid, loose of rigid, deliberate of unintended, through
maar die is niet zomaar zichtbaar wich individuals and groups construct an
Ideologie zal de tegenstrijdigheden van de understanding of the political world they, or those
maatschappelijke werkelijkheid verbergen who preoccupy their thoughts, inhabit, and then act
Enkel zijn ‘socialisme’ was de ware wetenschap, want on that understanding”
deze legde de tegenstellingen bloot
WETENSCHAPPELIJKE THEORIEËN EN IDEOLOGIE
GELIJKENISSEN
1) Bevat een set van aannames en startpunten
2) Legt uit hoe de sociale wereld er uit ziet
3) Legt uit hoe en waarom de wereld verandert
4) Reikt een systeem van concepten en ideeën aan
5) Verduidelijkt relaties tussen concepten
6) Verschaft een gerelateerd systeem van ideeën
, VERSCHILLEN
Ideologie: Sociale theorieën:
Geeft absolute zekerheid Conditioneel, onderhandeld begrijpen
Alle antwoorden op alle vragen Incompleet, aanvaarde onzekerheid
Vast, gesloten, af Groeiend, open, proces, uitbreidend
Gaat afwijkende info uit de weg Verwelkomt tests, positief en negatief bewijsmateriaal
Blind voor alternatief bewijsmateriaal Verandering gebaseerd op bewijs
Opgesloten in een bepaald moraal systeem Ontdaan van sterke moraliserende standpunten
Vooringenomen Neutraal, neemt alle ‘kanten’ in acht
Interne contradicties en inconsistenties Zoekt sterk naar logische constitentie
Vastgeroest in specifieke positie Overstijgt sociale posities
IDEOLOGIEËN: TERUG VAN NOOIT WEGGEWEEST?
Daniel Bell: kondigden in het begin van de jaren 60 het einde van de
ideologieën aan
- Waarom?: mensen waren na het stalinisme, nazisme, fascisme en
Men ging dan wel voor ‘instrumenteel
tweede wereldoorlog niet meer bereid om zich politiek te
reformisme’ gaan, gebaseerd op
engageren voor extreme ideologieën
compromis, noodzaak, nut en
wetenschappelijke objectiviteit
Francis Fukuyama: kondigden na de val van de Berlijnse Muur en het
verdwijnen van de Sovjet-Unie het einde van de ideologieën en de geschiedenis aan
Einde van ideologieën en geschiedenis -> verdwijnen van de politiek of geen verandering van bestuur en
beheer
Slavoj Zizek: lijken te zitten in de ‘postpolitieke situatie’
= een situatie waarin oppositionele ideologieën die door verschillende partijen werden belichaamd en die
binnen de democratie om de gunst van de kiezers streden, worden vervangen door een algemene consensus
dat het kapitalisme en het vrij functioneren van de markt de basis van de politieke vormen
Tegendeel:
Het tegendeel werd bewezen door tal van ‘bewegingen van pure weigering’ (= protesten)
Vb: discussies over: klimaatverandering, radicalisering, terrorisme, globale financiële crisis, Black Lives
Matter-beweging, verkiezing van Trump
, HOOFDSTUK 1: DE ONTRAFELING VAN DE
MIDDELEEUWS ORDE (1450-1650)
Wetenschappelijke revolutie (1500 – 1700)
Grote impact
Renaissance: verwijst naar verschillende veranderingen in de politiek, economie, plaats van het christendom
en het denken over de mens en maatschappij
Renaissance wijst op wedergeboorte
+ gekenmerkt door:
- Herontdekking van de klassieke oudheid (platonisme idealisme)
- Teloorgang van het feodale systeem
De vanzelfsprekendheid van de
- Ontstaan van nieuwe economische verhoudingen
middeleeuwse orde werd in
- Groei van scheepvaart
twijfel getrokken
- Ontwikkeling van nieuwe wetenschappelijke inzichten
- Invoering van kennis uit andere werelddelen
Belangrijkste verandering = afname van het belang van de Kerk
Dit verliep langzaam (want men wou de Kerk niet frontaal aanvallen omdat men hier nog steeds beroep op
deed)
Proces: de mens kwam centraal in het mensbeeld -> de mens werd een centraal
ankerpunt van het denken en de eerste wetenschappelijke ontdekkingen -> Zie Leonarda de Vinci
versterkt het menselijk zelfbewustzijn -> men ging de wereld gaan ontdekken en
beïnvloeden
WETENSCHAPPELIJKE VOORUITGANG EN DE GELEIDELIJKE EMANCIPATIE VAN DE POLITIEK
LEONARDO DA VINCI (1452 – 1519)
Groeide op in Firenze
= traditionele stad -> ophemeling van de Griekse en Romeinse werken, want ideaalbeeld ligt in het verleden
Da Vinci: wou een geleidelijke overgangen van de traditionele houding naar een empirische houding
Kenmerken:
o Verafgoden van het verleden -> geloof in heden Da Vinci had veel aandacht voor details in de
studie van de natuur -> want hij is overtuigd
en toekomst van de mensheid
dat die doorgrond kon worden door de studie
o Gevolg: snelle groei van de wetenschappelijke
De kennis ligt niet in het algemene,
methode
maar in het kleine (bestuderen van
o Focus op ‘exacte’ en ‘echte, feitelijke’
het kleinste elementen zoals
experimenten (2 visies)
anatomen…)
Italië is in die tijd opgedeeld in een lappendeken van kleine
stadstaten en vorstendommetjes Stadstaten werden geleid door de aristocratie
Da Vinci wou een eenmaking van Italië om een MAAR dit veranderde meer naar de groeiende
sterker land te zijn, vooral omwille van de handel klasse van handelaren
(2de helft van de 19e eeuw) want zij hadden meer geld, wat betekende
dat ze meer macht hadden
Ontstaan van mercantilisme:
= de vorst had de taak het inkomen van de natie
commerciële ontwikkeling van de natie vergroten en zijn eigen macht uitbouwen
Politiek: stadstaten werden niet meer geleid door de Kerk of geestelijke, maar wel door mannen met visie en
creativiteit