Recht voor Psychologen en Orthopedagogen
DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT (achtergrond, geen leerstof)
1. Begrip recht & indeling en basisbegrippen van het recht
Begrip recht
- Recht is een geheel van bindende regels
Leggen een bepaald gedrag op
. Bv: snelheid respecteren, belastingen betalen
Verbieden een bepaald gedrag
. Bv: niet stelen, niet sluikstorten
Laten bepaalde handelingen toe
. Bv: kader rond abortus
- Doel: samenleving ordenen (economisch, politiek, sociaal,…)
- Opgelegd en afgedwongen door overheid
Uitvaardigen van recht
Afdwingen
VERSCHIL met bv voetbalregels
- Voorbeeld: Artikel zegt dat ouders moeten zorgen voor kinderen voor levensonderhoud,…
Legt gedrag op: financieel instaan voor kinderen
Maatschappelijk doel: kinderen worden niet financieel aan hun lot over gelaten
Overheid: ‘Art. 203 oud BW’…, kan naleving afdwingen (bv: rechtbank bij scheiding)
. BW: Burgerlijk Wetboek
. Oud en nieuw BW
Indeling van het recht
Publiek vs privaat
- Traditioneel: publiekrecht – privaatrecht
Manier van indeling: functie, doel van de regels
Publiekrecht
. Verhouding burger – overheid, overheden onderling
. Algemeen maatschappelijk belang
. Onderverdelingen: staatsrecht, fiscaalrecht, strafrecht
Privaatrecht
. Verhouding burgers onderling
Bv: koper – verkoper, wn – wg
. Evenwicht tussen private belangen
. Onderverdelingen: verbintenisrecht, contractrecht, familierecht, goederenrecht
- Nuancering: geen duidelijke 2strijd
Ruime tussenkomst van overheid in alle aspecten van de samenleving
. Bv: kinderen moeten verplicht gevaccineerd worden – overheid mengt zich in de opvoeding
van kinderen in naam van algemeen belang
Gemengde rechtstakken
. Bv: sociaalrecht bevat arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht
Arbeidsrecht: privaat – tussen werkgever & werknemer
Zekerheidsrecht: publiek – tussen burgers & sociale zekerheid instellingen
Wie recht heeft op welke uitkering
Nationaal vs internationaal
- Nationaal recht: nationale overheden
Bv: Belgisch recht door Belgische overheid en geldt voor België
- Internationaal recht
1
, Volkenrecht: verhouding tussen staten onderling
. Bv: internationale organisaties zoals VN
Supranationaal recht: lidstaten dragen deel van hun bevoegdheid over
. Supranationale organisaties hebben op grond van verdragen zelf de bevoegdheid gekregen
om zelf rechtsregels uit te varen
. Bv: Europees recht
Basisbegrippen van het recht
- Objectief recht: geheel van rechtsregels
Recht als maatschappelijk fenomeen
Bindend, doel van ordening, uitgaan en afgedwongen door overheid
Bv: kooprecht – de hoofdverplichting van de koper bestaat in het betalen van de prijs
- Subjectief recht: recht van rechtssubject om een juridische verplichting, afgeleid uit een regel van het objectief
recht, af te dwingen van een derde
Rechtssubject: vennootschappen, mensen, overheden,…
Gaat over iemand zijn recht
Altijd gebaseerd op regels van objectief recht
Bv: recht van de verkoper op betaling van de prijs
- Aanvullend recht: rechtsregel geldt voor zover de partijen er niet van afgeweken zijn
Modeloplossing, kunnen zelf nog kiezen voor een andere oplossing
Partijen hebben vrijheid om eigen regeling te maken onderling
Vnl in privaatrecht (privaat kan ook dwingend zijn)
Bv: kooprecht – koper moet betalen bij de levering, voor zover niets bedongen is
. Kunnen onderling afspreken dat je bv 7 dagen tijd hebt om dit te betalen
. Als ze niks hebben afgesproken dan moet je gwn standaard betalen bij de koop zelf
- Dwingend recht: rechtsregel waarvan niet mag worden afgeweken
Doel: bescherming van algemeen belang of van bepaalde categorie
. Bv: minderjarigen, consumenten, kopers,…
Bv: kwaliteitswet - contractuele afspraak die afbreuk zou doen aan therapeutische vrijheid om middelen
te kiezen, wordt nietig verklaard
2. Staatsstructuur en bronnen van het recht
Staatsstructuur
- Rechtsstaat: gezagsdragers zijn zelf gebonden aan de rechtsregels
- Grondrechten: fundamentele rechten en vrijheden
Oa: grondwet, Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Wetten moeten grondrechten respecteren
- Scheiding der machten: macht verdeeld tussen
Wetgevende macht: parlement
. Wetten (federaal), decreten (deelstaat), ordonnanties (deelstaat)
Uitvoerende macht: regering
. Koninklijke besluiten, regeringsbesluiten, ministeriële besluiten
Rechterlijke macht: rechtbanken
. Vonnissen en arresten, toepassen van regels
- Federale staatsvorm: gezag verdeeld tussen centraal gezag (federale overheid) en deelstaten (gemeenschappen
en gewesten)
Vroeger was België Unitair (staat waar gezag berust bij 1 opperste gezag)
Overheveling bevoegdheid naar deelstaten (2 soorten deelstaten)
. Gemeenschappen: Vlaamse, Franse, Duitse
. Gewesten: Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk
Voor bepaalde aangelegenheden (materiële bevoegdheid)
2
, . Deelstaten kunnen alleen regels maken over bepaalde materies dat de overheid hun gaf
Voor bepaald territorium (territoriale bevoegdheid)
. Kan niet voor heel België beslissen
Rechtsregels met zelfde rechtskracht als die van federale
. Kunnen eigen rechtsregels maken
. Parallelle rechtsorde: regels van gewesten/gemeenschappen & van federale overheid
Gemeenschappen: persoonsgebonden aangelegenheden
- (Toegewezen aangelegenheden waarover deelstaten kunnen beslissen – bv: wordt een VLAAMSE bevoegdheid)
- Enkel bepaalde aspecten van gezondheidsbeleid/bijstand aan personen/… werden toegewezen, de
uitzonderingen/de rest is nog steeds federaal
- Gezondheidsbeleid
Beleid zorgverstrekkingen in en buiten de verplegingsinrichtingen
. Met uitzondering van organieke wetgeving
Beleid verstrekkingen van geestelijke ggz in de verplegingsinrichtingen BUITEN de ziekenhuizen
Gezondheidszorgberoepen
. Erkenning is VLAAMS
. Maar erkenningsvoorwaarden zijn FEDERAAL
- Bijstand aan personen
Gezinsbijslagen
. Bv: Vlaams groeipakket ipv federale kinderbijslag
Jeugdbescherming
. Bv: Vlaams decreet over integrale jeugdhulp, decreet over pleegzorg
. Uitzonderingen (federaal dus)
Organisatie van jeugdrechten, territoriale bevoegdheid en rechtspleging
Burgerrechtelijke regels statuut minderjarigen en familie
Bv: Federale wet voor statuut voor pleegzorgers
Wetgevende macht (parlement)
Federaal
- WIE: Kamer van de volksvertegenwoordigers, Senaat, Koning
Kamer: 150 vertegenwoordigers, rechtstreeks verkozen om de 5j
Senaat: afgevaardigd uit deelstaten van de parlementen
Koning: bedoelen in feite de regering
. Initiatief nemen tot nieuwe wetgeving door wetsontwerp in te dienen bij parlement
Wetsontwerp: voorstel over wet dat uit gaat van regering
. Gaat ook akkoord met voorstel
- WAT: Wet = rechtsnorm aangenomen door federaal parlement en bekrachtigd door koning
Grondwet: hoogste norm – grondrechten, staatsmachten
. Kan alleen via een bijzondere procedure gewijzigd worden
. Bv: alle Belgen zijn gelijk, recht op meningsuiting,…
HOE KOMT FEDERALE WET TOT STAND
- 3 mogelijke procedures
- Wetsvoorstel: een of meerdere leden van de kamer willen verandering/nieuwe wet
- Wetsontwerp: gaat uit van de regering
Procedures: stemming in parlement
- 1. Monocameraal: wetsvoorstel of wetontwerp ingediend in Kamer en alleen in Kamer gestemd
Standaardprocedure, geen senaat
Voorstel/ontwerp wordt in specifieke commissie besproken (bv: commissie van volksgezondheid)
Daarna plenaire sessie met alle kamerleden
Aangenomen: de helft + E van de uitgebrachte stemmen
- 2. Verplicht bicameraal: behandeling en goedkeuring in Kamer en Senaat
Beide Kamer en Senaat moeten het goedkeuren
3
, Omslachtige procedure, verschillende keren heen en weer
- 3. Optioneel bicameraal: na goedkeuring door Kamer, kan Senaat evocatierecht gebruiken
Eerst goedkeuren bij Kamer, dan naar Senaat
Senaat kan kiezen of ze het ook zelf gaan bekijken en veranderen
Veranderde versie gaat terug naar Kamer en zij hebben finaal woord
Kan niet verschillende keren heen en weer
Verdere totstandkoming
- Bekrachtiging en afkondiging door Koning
- Bekendmaking in Belgisch Staatsblad (elektronisch)
- Inwerkingtreding
Nu pas is de wet bindend
10 dagen na de wet is bekend gemaakt in staatsblad
. Kunnen ook gwn bepaalde datum kiezen (vroeger/later)
Illustratie: kwaliteitswet
- Wetsontwerp (door koning) ingediend in Kamer op 21/12/18
- Stemming kamer op 28/03/19
- Bekrachtiging en afkondiging door koning 22/04/19
- Bekenmaking staatsblad 14/05/19
- Inwerkingtreding 1/7/2022
Federaal – grondwetwijziging
- Hoogste wet
- 1. Verklaring tot herziening grondwet (Kamer, Senaat, Koning = preconstituante)
- 2. Ontbinding parlement + verkiezing kamer binnen 40 dagen
Dus parlement dat de verklaring tot herziening doet is niet hetzelfde als het parlement dat verkiest
Ze ontbinden het oude parlement
- 3. Nieuw verkozen parlement en Koning (regering, constituante) mogen overgaan tot herziening
Min 2/3 aanwezigheid in 2/3 stemmen
Mogen alleen de ‘verklaring tot herziening’ wetten herbekijken, maar MOET NIET
. Niet omdat het een optie is, dat ze het moeten bekijken
Deelstaten
- WIE: Vlaams Parlement (gemeenschap & gewest), Waals Gewestparlement, Frans gemeenschapsparlement,
Duitstalige gemeenschapsparlement, Brussels Hoofdstedelijk Parlement
- WAT: Rechten noemen we Decreten of Ordonnanties (Brussels Parlement)
Hebben zelfde kracht als wetten, wetskrachtige normen
Decreet kan federale wet vervangen als het over deelstaat gaat
- Totstandkoming
ALTIJD monocameraal
. Vlaamse of Waalse senaat bestaat niet, is gwn maar 1 kamer
Bekrachtiging door regering van betrokken deelstaat
. Niet door koning, wel door Vlaamse regering
Uitvoerende macht (Regering)
Federaal
- WIE: Koning = de regering: eerste minister, ministers, staatssecretarissen
- WAT: Koninklijke besluiten (KB), ministeriële besluiten (MB)
KB ondertekend door ministers & koning
. Reglementaire KB’s: vormen zelf rechtsregels, mogen wet zelf niet wijzigen/veranderen
. Wetskrachtige KB: parlement geeft aan regering bevoegdheid om wetgevend op te treden
voor bepaalde materies in bepaalde periode (volmachtenwet)
Kan wel wetten veranderen
4